Simon Brand – Het verzet in de Hoeksche Waard (deel 1 en 2)

‘s-Gravendeel – In de periode mei 1975 tot en met oktober 1976 stond in Het Kompas in wekelijkse afleveringen de geschiedenis van het verzet in de Hoeksche Waard beschreven. December 1976 werden deze afleveringen in boekvorm uitgebracht. Naar aanleiding van het feit dat het volgend jaar precies een halve eeuw geleden is dat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, zal dit boek opnieuw uitgebracht worden. Schrijver van het boek, dat een interessant stukje geschiedenis van de Hoeksche Waard omvat, is de nu 43-jarige Simon Brand uit ‘s-Gravendeel.

Zie ook: 1976 – Ik heb het niet gedaan voor het geld

simon-brand-oorlogsporen-29nov1989-01

simon-brand-oorlogsporen-29nov1989-02b

Waarom schreef hij vijftien jaar geleden die verhalen en wat dreef hem er toe zich in de materie te verdiepen? „Het waarom? Ja, waarom begin je ergens aan. Er was en is nog steeds interesse in de Tweede Wereldoorlog en schrijven is ook een grote liefhebberij van me. Dan ontdek je op een gegeven moment dat er tussen al die enorme hoeveelheid informatie en boeken over de Tweede Wereldoorlog met betrekking tot de Hoeksche Waard eigenlijk weinig tot niets op papier stond. Indertijd schreef ik voor Het Kompas een rubriekje over nieuwe grammofoonplaten die uitkwamen. Toen heb ik een keer bij de heer Meijer, destijds vertegenwoordiger voor Het Kompas, het idee naar voren gebracht of een artikelenserie over het verzet in de Hoeksche Waard niet iets zou zijn. Het jaar daarop waren we 30 jaar bevrijd en dat zou een mooie aanleiding zijn. Het leek hem wel wat en hij beloofde me het aan de redactie voor te leggen. Een paar weken later kwam hij me enthousiast vertellen dat ik groen licht had. Ik kon m’n gang gaan!”

Dat had tot gevolg dat je ineens een enorme hoeveelheid werk had, neem ik aan? „Ja, zeg dat wel. Er was een kleine zeven maanden voorbereidingstijd. Dat leek heel wat, maar bleek in de praktijk niet al te veel. En toen eenmaal de eerste aflevering in de krant stond, moest er elke week een klaar. Je kunt stellen dat ik me er ruim twee jaar in vastgebeten heb en elk vrij uurtje ermee bezig ben geweest”.

Wat gebeurde er daarna. Kwam je niet tot een grote leegte toen je er mee klaar was. Je was tenslotte ergens een hele tijd intensief mee bezig geweest? „Nee, integendeel. Er viel een heleboel druk en spanning weg. Toen alles achter de rug was heb ik getracht het langzaam weer los te laten. Maar het heeft mij nooit meer losgelaten”.

Kun je dat wat nader toelichten? „Ik bedoel dat uiteraard niet in negatieve zin, laat daar geen misverstand over bestaan, maar het blijft je achtervolgen als ik het zo mag noemen. Officiële instanties zoals Stichting 40-45 bijvoorbeeld vragen nog regelmatig naar gegevens over gebeurtenissen of personen. Ook mensen die eveneens met geschiedschrijving over die penode bezig zijn, kloppen wel eens aan om iets na te gaan of vragen toestemming om gedeeltes uit je werk te mogen gebruiken. Je blijft dus met de materie bezig, dat bedoel ik er mee”.

Was er of had je een vast omlijnd plan hoe de opzet zou worden toen je er mee begon? „Nee, maar dat kwam er vanzelf na verloop van tijd. In eerste instantie was er met de redactie afgesproken dat de gehele geschiedenis in tien afleveringen op papier moest. Met de hoeveelheid materiaal die ik binnen enkele maanden vergaarde, had het op die manier een beknopte opsomming van feiten en gegevens geworden. Er waren echter zoveel interessante en leuke voorvallen dat het zonde was om ze niet te gebruiken”. „Ik heb toen gekozen voor de manier van verhalend schrijven. Het verhaal van de verzetsmensen zelf, zoals zij het beleefd hadden en vertelden. Dat maakte het een stuk aantrekkelijker en meer leesbaar dan alleen maar droge feiten, jaartallen en namen. Het gevolg was dat het geen tien maar vijftig afleveringen werden. Aardig wat meer dan gepland was, maar daar heeft niemand een seconde van wakker gelegen bij Het Kompas”.

Ze werden een succes? „Ja, zo mag je het wel noemen. Ontzettend veel reacties en het eindresultaat was dat al die afleveringen in boekvorm uitkwamen”.

Waarvan volgend jaar een tweede druk, dat brengt me op de volgende vraag. Herdruk van „Het verzet in de Hoeksche Waard” en van vele andere boeken en een stortvloed aan nieuw materiaal dat in 1990 uit gaat komen net zoals in 1985. Wat is de reden van die enorme belangstelling denk je? „Daar is een groot aantal factoren voor aan te wijzen. De belangrijkste vermoed ik, moeten we zoeken op het vlak van de media en de moderne geschied(eigenlijk beeld-)schrijving. De enorme hoeveelheid geschriften, boeken, artikelen en vooral filmbeelden die er over de Tweede Wereldoorlog zijn en de kanalen – bioscoop, radio, tv – om ze tot ons te laten komen, zijn zaken die pas de laatste decennia van onze geschiedenis ter beschikking staan”. „Daarbij was het een totale oorlog, nagenoeg de gehele beschaafde wereld was erin of erbij betrokken. Het ging om, zoals Churchill het zeer treffend schreef, een toneel van materiële en zedelijke verwoesting die men zelfs in de somberste fantasieën van vroeger eeuwen niet had kunnen dromen”. „Een belangrijk gegeven is ook dat we de laatste 45 jaar in Europa geen strijd meer hebben gevoerd. Een uniek feit in de Europese geschiedenis. De Tweede Wereldoorlog was het laatste, en laten we hopen dat dat zo mag blijven, grote conflict en krachtmeting op militair gebied op ons continent. Misschien ook daarom staat het gebeuren 40-45 nog steeds in de belangstelling”. „En terecht meen ik, ook al hoor je vaak: Alweer over die rotoorlog. We mogen deze wereldbrand nooit wegmoffelen. Daar zijn te veel te grote offers voor gebracht. In de annalen van de geschiedenis van de mensheid zijn de bladzijden over de periode 40-45 nog steeds de zwartste”.

Geldt dat ook in eenzelfde mate voor de Hoeksche Waard? „Wat rampen betreft niet, denk ik, maar wel gezien vanuit het standpunt menselijk conflict. De Tweede Wereldoorlog heeft ook in de Hoeksche Waard en onder zijn bewoners sporen achtergelaten. Geen grote veldslagen of zware bombardementen die hele dorpen en hun inwoners wegvaagden, maar sporen zijn en waren er wel degelijk. Zichtbare niet zoveel, onzichtbare des te meer”.

Met onzichtbare bedoel je menselijke ervaringen? „Ja”.

Een deel van die ervaringen heb jij dus op papier gezet. Hoe ben je daarmee te werk gegaan. Iemand kan iets vertellen, maar dat kan, en daarbij hoeft geen opzet in het spel te zijn, bijvoorbeeld niet juist zijn of niet helemaal kloppen. „Iedereen, en daar wil ik de nadruk op leggen, iedereen is zeer behoudend en met voorzichtigheid met zijn ervaringen omgegaan. Dertig tot vijfendertig jaar terug gaan in het menselijk geheugen is zeer ver. Om een zo goed en betrouwbaar mogelijk beeld te scheppen, heb ik de tekst van elke aflevering, voordat deze de krant in ging, aan alle betrokkenen voorgelegd om eventuele ongerechtigheden die er in konden zitten te corrigeren”.

Het is geen gebruikelijke manier om zo te werken. Journalisten laten hun werk nooit ter inzage door betrokkenen lezen. Je laat dan de geïnterviewde bepalen wat er in jouw werk wel of niet goed is en wat er wel en niet in mag. „Ik ben er vanuit gegaan dat deze werkwijze de mensen vertrouwen gaf en het eindresultaat wat betreft gegevens, feiten, data en gebeurtenissen uiteindelijk zeer betrouwbaar zou worden. Je hebt dan ook niet het probleem dat je achteraf moet gaan corrigeren of herschrijven. Wat betreft de werkwijze, opzet en het persoonlijke inzicht over de gehele materie bleef de tekst zoals ik die wilde en geschreven had”. „Dat hebben alle betrokkenen, of ze het er nu wel of niet helemaal mee eens waren, gerespecteerd. Ik ben ervan overtuigd dat deze manier van werken een meer dan honderd procent positief effect op het geheel heeft gehad. Je moet ook niet vergeten dat het allemaal om zeer persoonlijke en vaak emotionele ervaringen ging die men blootlegde. Over gebeurtenissen die ze niet meer wisten of totaal vergeten waren of nooit meer gesproken was”.

Kun je in korte bewoordingen een beeld schetsen van de verzetsmensen zoals jij ze ervaren hebt. Wat voor soort mensen waren het? „Gewoon, net zoals ieder ander. De meesten stonden wel een treetje hoger op de maatschappelijke ladder. Dat kwam door hun durf, iets meer lef en ondernemingsgeest. Hardwerkend, maar vooral mensen met een brede en heel goede kijk op wat er in de wereld rondom hen gebeurde”.

Wat is voor jou nu vijftien jaar later het meest essentiële aan dit boek. Welke gedachte komt er het eerste bij je op als je het zelf weer doorleest of bladert? „Het feit dat het er is! En dat we nog op tijd zijn geweest. De meeste van de mensen die toen hun medewerking verleend hebben, leven nu niet meer. Als het een paar jaar later gebeurd was, door wie dan ook, had het nooit meer kunnen worden wat het nu is. Een heleboel ervaringen en belangrijke gebeurtenissen hadden dan niet meer opgetekend kunnen worden. Dat is voor mij het belangrijkste, het feit dat het voor het nageslacht bewaard is gebleven”.

Een laatste vraag. Heeft het verzetswerk zin en nut gehad, gezien tegen het licht van die enorm grote en langdurige strijd. Heeft het de oorlog daadwerkelijk verkort? „Ja natuurlijk heeft het zin gehad! Alleen is dat verkorten niet in tijd uit te drukken. Hoe miniem en vaak onbelangrijk sommige dingen in het verzetswerk ook lijken, in het totale grote gebeuren zijn ze van heel groot belang geweest. Elke daad en elke zet is een ontzettend klein radertje van het grote rad, waar alles om draaide. Het is dus niet weg te denken uit het grote geheel”. „Elke stap die ondernomen is en elke daad, hoe gering ook, die volbracht is of soms ook niet, heeft zin gehad en hoort in ere gehouden te worden. Ze zijn gedaan door mensen die daarmee hun leven in de waagschaal gezet hebben en dat is het grootste offer dat een mens kan brengen”.

Ans de Groot

Knipsel ‘Simon Brandt schrijft deel 2 van Verzet in de Hoeksche Waard’ – 8 december 1995

HOEKSCHE WAARD —Over de Hoeksche Waard ten tijde van de Tweede Wereldoorlog is inmiddels veel verschenen. Eén van de eerste boeken en wellicht nog steeds één van de bekendste daarvan is ‘Verzet in de Hoeksche Waard’ van de hand van Simon Brand uit ‘s-Gravendeel. Twintig jaar nadat dat boek is verschenen, heeft Brand daar een vervolg op gemaakt. Na zorgvuldig (archief)onderzoek en vele gesprekken met mensen die de beschreven gebeurtenissen in de jaren ’40-’45 persoonlijk hebben meegemaakt, is het tweede deel over het verzet in de Hoeksche Waard tijdens de Tweede Wereldoorlog vorige week in een oplage van duizend stuks verschenen bij uitgeverij/drukkerij Van der Stoep in Strijen.

Simon Brand werkte ruim twee jaar aan het eerste boek. In die periode verzamelde hij heel veel materiaal en gegevens over het verloop van vijf jaar Duitse bezetting van de Hoeksche Waard. „Het eerste boek is vooral een verslag van de feiten die uit die jaren naar voren kwamen. Dit nieuwe tweede deel is meer het verhaal achter de feiten. Indertijd heb ik veel gegevens niet kunnen publiceren omdat niet helemaal duidelijk was hoe de zaken in elkaar staken. In de afgelopen twintig jaar heb ik die dingen opnieuw bekeken, onderzocht en geanalyseerd”, vertelt de amateurhistoricus.

In die jaren zijn gegevens aan het licht gekomen van verhalen die Simon Brand eerder niet rond kon krijgen. „Op een gegeven moment vielen de stukjes van de puzzel op hun plaats, alhoewel er bijvoorbeeld bij het verhaal over Olson nog steeds veel vraagtekens overblijven”, aldus Brand. De schrijver doelt op de historie over de Amerikaanse piloot Olson, die in de laatste maand van 1944 in de Hoeksche Waard was. Aan de hand van getuigenissen van de Canadese piloot Kenneth Dugdale en andere betrokkenen is de merkwaardige geschiedenis van Olson in het boek van Simon Brand beschreven. Kenneth Dugdale werd in september 1944 met zijn vliegtuig boven het Eiland van Dordrecht neergeschoten, maar wist na verloop van tijd met hulp van het verzet naar de Hoeksche Waard te ontkomen. Daar zou hij samen met een aantal andere mensen, waaronder de Amerikaan Olson, vlak voor Kerstmis 1944 door leden van het verzet in Strijen via het Hollandsch Diep naar bevrijd Brabant gebracht worden. Tijdens de dagen die aan deze overtocht voorafgingen, gedroeg de Amerikaan zich volgens de getuigen zeer onvoorzichtig. De overtocht mislukte en kostte uiteindelijk het leven aan enkele betrokken, waaronder Dingenis Sanderse, de leider van de crossing. Dugdale werd samen met Olson gevangen gezet in Rotterdam. Toen de Canadees na de bevrijding in Engeland rapport uitbracht over zijn belevenissen in bezet gebied, kreeg hij van zijn meerdere te horen, dat hij Olson verder maar diende te vergeten. Later heeft Dugdale nog brieven geschreven naar de Amerikaan, tijdens de korte periode dat de twee elkaar in de Hoeksche Waard leerden kennen, wisselden zij elkaars adressen uit. Maar die brieven kwamen allemaal als onbestelbaar terug. Uit de verhalen die Simon Brand hierover optekende, valt onmiskenbaar een intrigerende ondertoon te bespeuren over activiteiten die zouden kunnen wijzen op spionage van zowel de Geallieerden als de Duitsers.

De verwikkelingen rond Wim Boot, een andere Hoekschewaardse verzetsman, duiden daar ook op. Wim Boot was als veerman van het veer bij Puttershoek zeer bekend met de wateren rond het oosten van de Hoeksche Waard. Daarom werd hem in het najaar van 1944 verzocht enkele overtochten te doen naar bevrijd gebied te doen. Hij bracht mensen weg en haalde zo ook mensen hierheen. Onder de mannen die door Boot het bezet gebied binnengebracht werden, bevond zich Jacky Love, een radiotelegrafist die Duitse militaire informatie doorseinde naar zijn superieuren in Brabant. Een van de anderen die van de diensten van Boot gebruik maakte was de Nederlandse verbindingsman Van der Gaag, die voor de Geallieerden werkte. Kennelijk waren de Duitsers uitstekend op de hoogte van activiteiten van Van der Gaag in bezet èn bevrijd gebied, want tijdens een gesprek van de verbindingsman met Seyss-Inquart, de Duitse bestuurder van Nederland, deed deze de Nederlander fijntjes uit de doeken wat hij over zijn gangen van de laatste tijd wist. Tot in de kleinste details waren de bezigheiden van de verbindingsman bij de Duitsers bekend!

„Ergens is het wel logisch, dat zich hier een spionagenetwerk ontwikkelde. De Hoeksche Waard lag aan het front en er was hier een behoorlijke activiteit te bespeuren. In het boek zet ik alle gegevens die ik hierover kreeg op een rijtje en dan blijkt toch wel dat er zich in en rond de Hoeksche Waard een aantal intrigerende zaken voorgedaan hebben”, weet Brand. Dat er door deze spionage-activiteiten weinig slachtoffers zijn gevallen, verklaart de amateurhistoricus met: „De Duitsers waren niet geïnteresseerd in individuele mensen die verzetsdaden pleegden. Het ging hen om complete verzetsgroepen. Bovendien had de spionage in de laatste maanden van de oorlog weinig van doen met de inwoners van de Hoeksche Waard.”

Simon Brand denkt dat er na september 1944 al volop onderhandeld werd over het beëindigen van de oorlog in Nederland. „De Canadezen, die de bevrijding van Nederland moesten uitvoeren, hadden tijdens de strijd om de Zeeuwse Eilanden enorme verliezen geleden. Toen het noordelijk front na de Slag om Arnhem stil kwam te liggen, is blijkbaar begonnen met gesprekken tussen Duitsers in Nederland en Geallieerden. Aangezien al duidelijk was, dat het einde van de oorlog onafwendbaar naderde, wilden de partijen mogelijk voorkomen dat er onnodig nog meer mensenlevens verloren zouden gaan. De missie van Van der Gaag en zijn gesprek met Seyss-Inquart kunnen daarmee te maken gehad hebben”, denkt de ‘s-Gravendeelse schrijver.

Het nieuwe boek bevat ook uniek fotomateriaal dat Simon Brand in handen kreeg nadat het eerste boek over het verzet in de Hoeksche Waard verscheen. Daaronder is een serie van de heer De Graaf uit Puttershoek. Deze heeft opnamen gemaakt van laag boven de oostelijke polders van de Hoeksche Waard overvliegende Geallieerde bommenwerpers. Ook zeer bijzonder is de spionagefoto van de Puttershoekse suikerfabriek. De foto werd door een Geallieerd foto-verkenningsvliegtuig gemaakt op 26 februari 1945, een dag nadat de fabriek door een bombardement van de Geallieerden werd getroffen. Achter op het fabrieksterrein stond gedurende de voorafgaande weken een lanceerinstallatie van V-1’s, kleine, onbemande straalvliegtuigen met een grote explosieve lading. Veel van deze wapens werden door de Duitsers afgevuurd op Antwerpen. Aan de hand van informatie van leden van het Puttershoeks verzet kon de installatie door de Geallieerde luchtmacht op 25 februari 1945 onschadelijk gemaakt worden. Op de foto is precies te zien waar de bommen op en rond het fabrieksterrein zijn gevallen. Het bestaan van de foto was lange tijd onbekend, pas enkele maanden geleden werd duidelijk dat hij zich in het fotoarchief van de Topografische Dienst in Emmen bevond. Simon Brand denkt niet dat er nog een derde deel komt over het verzet in de Hoeksche Waard. „Het blijft natuurlijk een reuze interessant onderwerp, maar de meeste mensen die het allemaal hebben meegemaakt, zijn erg oud of al overleden. Daardoor wordt het steeds moeilijker om de puzzel compleet te krijgen. Dat zal ook wel nooit meer lukken, maar met dit vervolg op mijn eerste boek over dit onderwerp heb ik toch geprobeerd om zoveel mogelijk van de geschiedenissen over de inwoners van Hoeksche Waard en de Tweede Wereldoorlog voor het nageslacht vast te leggen. Volgens mij is dat aardig gelukt”, zegt hij.

simonbrand-8december1995-kompas-01

simonbrand-8december1995-kompas

simonbrand-8december1995-kompas-02

simonbrand-8december1995-kompas

Knipsel ‘Gevaar komt altijd uit een hoek van waar je het niet verwacht’ – Kompas 6 mei 2005

HOEKSCHE WAARD – Zestig jaar geleden kwam er een einde aan de Tweede Wereldoorlog. Precies dertig jaar geleden, in mei 1975, startte Het Kompas vanwege het feit dat er toen dertig jaar bevrijding gevierd werd, een artikelenserie over liet ‘Verzet in de Hoeksche Waard’.

De opzet was om in een tiental afleveringen de verzetsgeschiedenis op papier te zetten. Simon Brand, die destijds al voor Het Kompas schreef en het idee geopperd had, kreeg groen licht in september 1974. De hoeveelheid materiaal en interessante gebeurtenissen die naar voren kwamen, gaven al snel aan dat een tiental afleveringen niet toereikend zouden zijn. Uiteindelijk werd vanaf mei 1975 tot en met september 1976 elke week een aflevering geplaatst. De interesse was groot en veel mensen knipten de afleveringen uit om te bewaren en/of in te plakken. Vanwege de grote vraag naar bundeling van de afleveringen verscheen in december 1976 het boek ‘Verzet in de Hoeksche Waard’. De oplage van duizend stuks was binnen een maand uitverkocht! In 1990 verscheen de tweede druk. Vervolgens schreef Brand in 1995 nog een tweede deel.

De vraag rijst natuurlijk wat zo’n geschiedenis op papier zetten tot gevolg heeft voor de schrijver en hoe kijkt hij er na dertig jaar op terug? Simon M. Brand: “Daar kan ik een eenvoudig als antwoord op geven. Ten eerste eenmaal begonnen aan het ‘Verzet in de Hoeksche Waard’ laat het je nooit meer los. Je wordt vaak gevraagd om informatie, over feiten, over documenten, bijzonderheden en je kennis met betrekking tot de materie. Ook nu, dertig jaar later, ben ik diverse malen geraadpleegd omtrent zestig jaar bevrijding.”

Hoe verliepen indertijd die gesprekken met de verzetsmensen? “Heel gemoedelijk en in een ontspannen sfeer. Mensen die daadwerkelijk deel uit hebben gemaakt van die oorlogssituatie, hebben door hun ervaring toch een bepaalde levenswijsheid. En bovenal een goed beeld en inzicht van datgene wat er toentertijd speelde. Een van de meest opvallende zaken tijdens die gesprekken was wel dat bleek dat het geheugen, dertig jaar na die gebeurtenissen, hen nog wel eens in de steek liet. Wanneer het gesprek gevoerd werd met medeverzetsmensen, had dat een positieve uitwerking op hun herinneringen. Nu ik zelf dertig jaar later bepaalde aantekeningen terug lees, overkomt mij precies hetzelfde.”

Hoe ging dat artikelen schrijven precies? “Elke week moest een aflevering ingeleverd worden, het liefst met een foto er bij. Dat laatste was nogal een probleem omdat er zo weinig fotomateriaal uit die tijd voorhanden is. Meestal had ik wel een paar afleveringen van tevoren op de plank liggen. Elke dinsdag rond twaalf uur kwam de advertentieophaler, toentertijd de heer Meijer, en die nam elke week een aflevering mee. Soms gebeurde het, vanwege tijdgebrek, dat ik twee uur van tevoren wel alle informatie bij elkaar had, maar alles nog op de schrijfmachine moest uitwerken.”

En lukte dat wel eens niet? “Nee, het moest gewoon klaar. Vaak waren die afleveringen, waarschijnlijk door de tijdsdruk, wel de beste.”

Wat spreekt je ‘t meest aan in de verzetsmensen die je indertijd gesproken hebt? “Onvrede is het eerste wat bij me opkomt, maar misschien niet het juiste woord. De uitspraak van een van hen tegen ‘zijn jongens’ na de oorlog: ‘Verwacht nooit dat iemand je dankbaar zal zijn voor datgene wat je gedaan hebt’, zegt heel veel. Nagenoeg alle verzetsmensen hadden gehoopt dat na de bevrijding een nieuw Nederland op zou staan. Weg met de hokjesgeest, de vele politieke partijen, maar vooral weg met de bestaande politieke kliek. Een frisse nieuwe wind moest er komen. Helaas kwam na de oorlog dezelfde hokjesgeest terug en ook de politiek verkeerde figuren namen hun oude plek weer in. Er is ooit een journalist geweest die kort na de oorlog een, boek geschreven heeft over onze regering in ballingschap. Daarin stelde hij dat, in materiële zin, onze feestvierende en brallende regering in Londen ons land meer schade had berokkend dan de Duitsers in vijf jaar oorlog. Feit dat er dus niets veranderde was voor de meeste verzetsmensen frustrerend. Velen zijn daarom al snel na de bevrijding uit de beweging gestapt en wilden er -niets meer mee te maken hebben of emigreerden. Als we naar het politieke heden kijken is er dus niets nieuws onder de zon.”

Hoe zou je het ‘Verzet in de Hoeksche Waard’ I en II qua inhoud kunnen omschrijven? “Deel I is echt het verhaal van de verzetsmensen zelf, hun ideeën over de gebeurtenissen en belevingen. Deel II is feitelijk een terugblik, een aanvulling en een persoonlijke visie over het hele gebeuren van mij zelf.”

Is er iets, omdat jij je in die materie verdiept hebt, waarvan je zegt: daar heb ik iets van geleerd of ben ik wijzer van geworden? “Natuurlijk word je er wijzer van. De vraag is of je het ook daadwerkelijk gebruikt. Ik denk dat mijn laatste boek ‘Verstrengeling’ daarvan een duidelijk voorbeeld is. De kennis die ik in die periode heb opgedaan, maar ook mijn bredere interesse voor de Tweede wereldoorlog, hebben er voor gezorgd dat ‘Verstrengeling’ geworden is zoals het is.”

En dat is? “Een zeer realistisch oorlogsdrama.”

Pro of anti oorlog? “Anti, vanzelfsprekend. Oorlog kent alleen maar verliezers. Helaas zit de mensheid dusdanig in elkaar en knallen we elkaar nog steeds overhoop, om het maar even ruw te zeggen. Een typerende uitspraak die ik van een van de verzetsmensen hoorde was: `Rust, orde en vrede kun je maar op één manier handhaven en dat is met een wapen in je hand.”

Heb je misschien nog zo’n typerende uitspraak? “Ja. Van Randwijk schreef vlak na de oorlog: ‘Bedenk dat hetgeen gisteren bedreigd werd, heden en morgen opnieuw in gevaar kan verkeren. Bescherm het en wees waakzaam’. Dat doen we dus al jaren niet meer. En gevaar komt altijd uit een hoek van waar je het niet verwacht.”

simonbrand-kompas-6mei2005

simonbrand-kompas-6mei2005

Boeken ‘Het verzet in de Hoeksche Waard, deel I en II’

boek-simonbrand-hetverzetindehoekschewaard-deel1-voorzijde boek-simonbrand-hetverzetindehoekschewaard-deel1-achterkant  boek-simonbrand-hetverzetindehoekschewaard-deel2-voorzijde

boek-simonbrand-hetverzetindehoekschewaard-deel2-achterkant

1 Comment

Add a Comment
  1. beste simon tof dat je dit allemaal heb gedaan , ik prijs je gozer , neef van me love u!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *