De burgemeesters in de Hoeksche Waard kwamen in de Tweede Oorlog voor behoorlijke dilemma’s te staan. Zo lang mogelijk verantwoordelijk blijven, om in ieder geval nog invloed te kunnen uitoefenen op beslissingen? Waar liggen de grenzen van morele en praktische aard, hoe raak je niet in een situatie van collaboratie? Na de meidagen van 1940, toen de regering was uitgeweken naar Londen, ontstond er een verscherpte aansturing door de bezettingsmacht. Burgemeesters werden eigenlijk alleen nog veredelde ambtenaren. In de jaren daarop waren de burgemeesters niet te benijden. Moest men medewerking geven aan de anti-Joodse maatregelen? Moest men meehelpen aan het rekruteren voor de Arbeitseinsatz in Duitsland? Moest men na de april/mei-stakingen in 1943, toen grote delen van de bevolking zich tegen de Duitse maatregelen keerden, meewerken aan de handhaving van het gezag? Moest men in het najaar van 1944 gehoor geven aan de oproep van de bezetter – de invasie in Normandië was toen al een feit – om mensen te leveren voor de bouw van verdedigingswerken?
Het verzet in de Hoeksche Waard was wat betreft al die vragen duidelijk: NEE. In november 1944 werden de (loco)burgemeesters van Maasdam, Puttershoek, Strijen, ’s-Gravendeel, Mijnsheerenland en Westmaas aan de schandpaal genageld in het verzetsblad ‘De Koerier’. Een week later werd daar ook de burgemeester van Klaaswaal en Numansdorp nog aan toegevoegd.
Iedereen maakt zijn eigen afwegingen, zo was juist het vorderen van dekens en kleding aan het einde van 1944 voor burgemeester Hammer (Goudswaard, Piershil, Nieuw-Beijerland) de laatste druppel. Hij dook onder, er kwam een NSB-burgemeester en ook dat leidde tot grote gevolgen.
Burgemeesters die te weinig medewerking verleenden werden ontslagen, landelijk zijn door de bezetter 345 NSB-burgemeesters benoemd. In november 1946 werd bekend gemaakt dat liefst 494 burgemeesters waren ‘weggezuiverd’. Anderen, zoals Hammer (klik hier), werden in ere hersteld.
De koerier over de ‘Burgervaders’
Pamflet ‘Ernstige waarschuwing – door De Burgemeester w.g. de Zeeuw’ – 3 mei 1943
Knipsel ‘494 Burgemeesters weggezuiverd’ – 4 november 1946