1961 – Vete Koster – De Zeeuw tot uitbarsting

Bron: Het Vrije Volk – Vrijdag 27 januari 1961

Vete tot uitbarsting voor aangezicht van Klaaswaalse raad

In de gemeenteraad van Klaaswaal is gisteravond een vete, die al meer dan vijftien jaar bestaat, tot uitbarsting gekomen.

Onder doodse stilte las secretaris Vermaas een brief aan de – zeven – ‘H.H. raadsleden’ voor. Een brief van het PvdA-raadslid J. N. O. Koster, die er zelf niet was. Hij is ziek.

De heer Koster schrijft: ‘De burgemeester van Klaaswaal heeft gezegd: ‘Jullie B(innenlandse) S(trijdkrachten) van na de oorlog was groter tuig dan het tuig der Duitsers In de oorlog.’

De heer Koster schrijft verder: ‘Omdat ik commandant was van ‘dat naoorlogse tuig’, voel ik mij genoodzaakt ook tegenover deze voormalige BS enkele feiten weer te geven.’ Er volgt een lang en onverkwikkelijk relaas.

Vlijmscherp blijkt eruit, dat het tussen de heer Koster (48) en burgemeester J. G. de Zeeuw (63) water en vuur is, nu al vele jaren lang. Jaren waarin het vuur van de rel smeulde. De opmerking van de burgemeester was de vonk in het kruitvat.

Voor de heer Koster was de maat vol. Hij schreef zijn brief. Want had de a.r. burgemeester in september 1960 niet geweigerd de tentoonstelling te openen van de Stichting Handel, Industrie en Nijverheid in Klaaswaal, HINKA, waarvan de heer Koster voorzitter is?  Waarom? De burgemeester boycotte de zaal. Want de heer Koster was zaalhouder. ‘Nóóit is de burgemeester in mijn zaal geweest. Nóóit heeft hij daar de jubilea van de plaatselijke verenigingen bijgewoond. Nóóit, omdat het mijn zaal is’, vertelde ons de heer Koster. ‘ En in zijn brief aan de H.H. raadsleden – 3 PvdA, 1 AR, 1 SGP, 1 VVD en 1 CH – schrijft hij: ‘Koster is gewend klappen te krijgen, maar ze moeten hem geen trap geven en ook niet aan de jongens (van de B.S.) komen, die zich voor de goede zaak hadden ingezet, gevaar liepen en nu ook nog een trap van de burgemeester krijgen.’

De gemeentesecretaris las het allemaal voor, zonder een spier van zijn gezicht te vertrekken en zonder dat er een discussie op volgde. Hij las: ‘Hoe konden wij in het verzet vertrouwen hebben in een burgemeester, die na in een concentratiekamp gezeten te hebben, na zijn terugkeer in de oorlog de gemeente Zuid-Beijerland erbij kreeg en die na een tweede keer in een concentratiekamp te zijn geweest, nog steeds in de oorlog, een grote gemeente in Zuid-Holland kreeg aangeboden?’

Het oude zeer dateert uit de tijd toen de heer Koster commandant van het Strijdend Gedeelte van de B.S. was. ‘De burgemeester,” aldus de heer Koster, ‘wilde graag commandant van de O(rde) D(ienst) worden. Van die plannen kwam Ik in de oorlog op de hoogte. Toen is er niets van gekomen.’

‘ER IS MEER’

Sindsdien kunnen ze elkaar niet luchten of zien. ‘Maar er is meer, veel meer ‘, zegt de heer Koster. Hij zal er nog wel eens een boekje over open doen. Een boekje ‘In en om het verzet in Klaaswaal’, waaraan hij wil meewerken en dat, zo kondigt hij aan, zeker zal verschijnen. De burgemeester heeft ook een boekje opengedaan: ‘Ik heb het woord ‘tuig’ nooit gebruikt. Ik heb wel een woordspeling gemaakt: BS betekent waarschijnlijk Binnenlands Schuim; tegenover het Buitenlandse Schuim van de Duitsers. Met het woord schuim heb ik hoofdzakelijk Koster bedoeld. Koster heeft zich niet druk gemaakt voor d« BS, maar wèl voor het persen van koolzaadolie. Dat bracht in de oorlog veel geld op. Dan had je wat vet in huis, nietwaar. Koster was agent van de Rotterdamse Tramweg Maatschappij. Hij liet in de oorlog ‘s nachts wel eens een tram lopen. Daar kon van alles mee vervoerd worden: hectoliters aardappelen bij voorbeeld.’ ‘Ik heb’, aldus de burgemeester, ‘Koster steeds volkomen korrect behandeld. Als een meneer in de raad. Buiten de raad heb ik niks met hem te maken.’

VOOR HET EERST

En: ‘Ik heb er zelfs nooit van gedroomd dat ik commandant van de Ordedienst van de BS zou worden. Dat heb ik gisteren voor het eerst uit de brief van Koster gehoord.’

De burgemeester vervolgt: ‘Koster had zich zo’n beetje gepromoveerd tot commandant van de BS. Hij had wel eens iets gehoord over het Militair Gezag. Hij dacht, dat het MG het gezag in handen moest hebben. Ze hebben veel gevorderd en behoorlijk gegeten. Koster trok zich niks aan van de sluitingstijd. Toen heb ik hem drie maal een proces-verbaal laten geven.’ Op de morgen van de bevrijdingsdag zei hij mij op het gemeentehuis van Klaaswaal: ‘U mag daar in een hoekje aan dat tafeltje gaan zitten.’ Dat heb ik natuurlijk niet genomen. Toen vertrok hij met zijn staf naar de consistorie van de kerk en later naar het gymnastieklokaal van de school. Koster reed in zijn tijd met laarzen en met een witte band om zijn arm in een auto en op een motor die hij had gevorderd. Dat moesten wij allemaal slikken.’

De burgemeester vertelt hoe hij in 1943 in Vught en in Duitse gevangenissen had vastgezeten. In december van dat jaar werd hij ontslagen. Hij werd toen als burgemeester geschorst.

Hij heeft zich toen hij weer vrij was door de toenmalige commissaris der provincie — ‘een’ eerste klas mens’ — laten overhalen om behalve burgemeester van Numansdorp en Klaaswaal ook eerste burger van Zuid-Beijerland te worden.

Later ben ik weer gepakt en opnieuw vrijgelaten. Ik heb toen bedankt voor het burgemeeserschap van Voorschoten. ‘Tot de bevrijding ondergedoken,’ aldus de burgemeester.

‘Moeilijkheden met de zuiveringscommissie heb ik niet gehad. Wel moest ik er, zoals iedere burgemeester voor verschijnen,’, zo besluit de heer De Zeeuw.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *