1942 – Het verraad van de pontbaas

Pontbaas Maarten de Graaff, van het veer tussen Piershil en Simonshaven (Biert, den Biersum), werd in de tweede wereldoorlog verraden. Hij overleefde dit verraad niet. Een van zijn onderduikers, een Tsjechische professor, vertelde na de oorlog over zijn heldendaad. Bij de Piershil ‘Broodkist’ langs het Spui was voorheen een klein haventje met een aanlegsteiger, ten behoeve van voetgangers en fietsers, die per roeiboot overgezet werden naar Den Biersum op Putten. Trok men aan de bel, dan kwam de veerman je halen. Toen dat haventje ook dichtgeslibd was, werden er trapjes gemaakt in de stenen glooiing van het Spui. Met een haak werd het roeibootje vastgehouden tot de passagiers ingestapt waren. Jarenlang bediende de familie De Graaff dit veer. In maart 1942 werd de Graaff met zijn vrouw door de Duitsers gevangen genomen. Mevrouw de Graaff kwam spoedig vrij maar haar man is na een kort verblijf in een gevangenis in Amsterdam naar Duitsland getransporteerd en niet meer terug gekomen. Mevrouw de Graaff heeft het veer nog bediend tot haar vertrek in 1954. Toen kwam er een einde aan een eeuwenlange verbinding tussen Piershil en Putten.

Wie was Maarten de Graaf: klik hier   Boekje ‘De geschiedenis van de Engelandvaarders’ klik hier

Knipsel ‘Een fijne kerel’- Parool 20 maart 1947

“Ik zal u er iets over vertellen”, zegt hij, ter nagedachtenis aan één der mannen, die door dit  verraad in een concentratiekamp om het leven kwam en die ik persoonlijk beschouw als een der moedigste Nederlanders, die voor de goede zaak alles over hadden. Een fijne kerel: De Graaf”.
In de annalen van de illegaliteit zal deze naam misschien nooit met extra vette letters worden vermeld, want De Graaf viel te vroeg in Duitsche handen om den grooten tijd van het verzet mee te maken. Maar voor prof. Fischer verpersoonlijkt hij den moed, de vriendschap en de trouw, die het Nederlandsche ondergrondsche werk zoo sterk hebben gekarakteriseerd.
“De boerderij van De Graaf”, zoo vertelt hij, was onze verzamelplaats op den weg naar Engeland. Ik had me aangesloten bij een groep mariniers en Joden, die wilden uitwijken en aanvankelijk liep alles gesmeerd. Van Rotterdam vertrokken wij naar Simonshaven op Putten.

piershil-oorlog-pontbaas-professor-fischer

Het eenige gevaarlijke punt was de brug bij Spijkenisse, maar onze chauffeur zei, dat hij over goede papieren beschikte. Inderdaad gebeurde er niets en in afwachting van de duisternis zaten wij bij elkaar bij De Graaf. Ons bootje lag in de haven klaar. We waren verheugd, omdat alles zo vlot was verlopen. Ik zie nog de gebroeders Meyers uit Amsterdam, opgewekt, omdat de grote sprong nu zou worden ondernomen; ik zie nog F.J. Goedhardt, die zijn mariniersdistinctieven al te voorschijn had gehaald en een pak vol gevaarlijke papieren met zich meetorste: het resultaat van een spionagegroep.

Links: Josef Ludvík Fischer

De Graaf was weggegaan. Zijn vrouw zorgde voor ons. Opeens kwam het alarm. Duitschers hadden de boerderij omsingeld. We probeerden te vluchten. Geen kans. Alle uitgangen waren afgezet. We wilden ons verbergen. In de schuur, in het hooi, in de kasten. Zelf liep ik een gangetje in. Daar stond een kist. Ik kroop er in. Even later hoorde ik zware laarzen van de Duitschers. Het felle licht van een lantaarn scheen door de reten van de kist. Ik bleef doodstil liggen. Het duurde uren. Ten slotte reden 2 auto’s met gevangenen weg. Toen kwam ik te voorschrijn. In de huiskamer vond ik De Graaf met een buurman en zijn vrouw. Hij schrok toen hij mij zag. De Duitschers zouden ongetwijfeld terugkomen om hem te halen en mij, dien ze nog misten. Want ze wisten precies hoeveel personen in den auto hadden gezeten.
De buurman durfde mij niet te herbergen. En toen zei De Graaf: Blijf dan maar hier. Hij wist, wat hij riskeerde. Hij had me weg kunnen sturen. Als de Duitschers niemand meer vonden, had hij er zich misschien nog uit kunnen praten. Maar hij zei: Blijf.
En ze kwamen terug. Weer kroop ik in de kist. Weer had ik geluk en ze vonden me niet. Maar De Graaf werd meegenomen en terwijl korten tijd later zes van onze groep den kogel kregen, werd hij met enkele anderen naar een concentratiekamp gestuurd. Hij is nooit teruggekomen.
De verrader, de chauffeur L. werd op 22 maart 1946 door het Bijzondere Gerechtshof in Rotterdam voor zijn laaghartige verraad veroordeeld tot de doodstraf. Zo luidde de eis. Het vonnis was milder: hij kreeg tien jaar gevangenisstraf, waarvan hij iets meer dan zes jaar heeft moeten uitzitten.

Prof. Dr. Josef Ludvík Fischer (1894 – 1973) werd in 1947 benoemd tot de eerste rector van de vernieuwde Palacký Universiteit in Olomouc.

Voetnoot: hoewel in het artikel wordt gesproken over de Graaf met één F wordt de familienaam geschreven met dubbel F. In Simonshaven is er een straat vernoemd naar Maarten de Graaff: de ‘M. de Graaffstraat’.

Achter het stuur zat Henk Luyendijk, een chauffeur uit Rotterdam, die naar later bleek voor de Wehrmacht werkte: zie dit artikel.

Foto ‘Pontfaht nach Simonshaven’ – 1942

PTT-mannen aan het werk in Piershil (bocht Molendijk-Sluisjesdijk). Op het bordje staat: Pontfahrt nach Simonshaven.

piershil-oudendijk-bocht-pontfaht-nach-simonshaven-1942

1 Comment

Add a Comment
  1. Nog een voetnoot: het is niet F.J. Goedhardt, maar Johannes Frans Goedhart. Geb. Bussum 12 november 1899, gefusilleerd 15 augustus 1942. Hij was geen marinier, maar een reserveofficier (ltz1) der Koninklijke Marine. Voor de oorlog was hij 2e stuurman Shell Tankers B.P.M.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *