Terug naar de indexpagina – Uitleg over tribunaalverslagen in de krant
K. Hofman te Numansdorp
Aanklacht 16 maart 1949
Omdat hij zo’n heel grote voorstander was van de geleide economie, was de manufacturier K. Hofman uit Numansdorp bij de N.S.B. gegaan. „Het is jammer, er waren geen andere partijen, en ik had geen keus”, zei Hofman bij het Haagse Bijz. Gerechtshof. De geleide economie leidde Hofman regelrecht naar de Landwacht. In Oudewater en omgeving had men in het bijzonder last van zijn activiteiten. In zijn woonplaats Numansdorp stond H. ook niet hoog aangeschreven. Het rapport der politie vertelde, dat Hofman daar bekend stond als een lastige N.S.B.-er, die gevaarlijk en gluiperig was. Vooral tegen die laatste kwalificatie protesteerde verdachte heftig. „Vooraanstaande mensen in Numansdorp kunnen anders van mij getuigen”, zo was hij zich bewust. Nadat men hem in Numansdorp kwijt was geraakt, ging Hofman naar Oudewater, waar hij de N.S.B.-ers liedjes leerde zingen. „Ze hadden me gevraagd zangles te geven”, vertelde H. Als het daarbij gebleven was, zou het minder erg zijn geweest, maar H. ging mee onderduikers zoeken. Hij opereerde in Woerden, in Linschoten en in Oudewater. Op een boerderij in Linschoten werden twee onderduikers weggehaald, evenals in Willeskop en in Montfoort. Hij vertelde zich bij de landwacht te hebben aangesloten omdat hij dacht „dat het tegen de zwarte handel ging”. „En die onderduikers, waren die ook zwart?” informeerde de president. Daar had H. ook een verklaring voor, want die moesten naar Duitsland terug, omdat anders de medearbeiders gestraft werden. Toen hij in de gaten kreeg – eind 1944 – wat er met de onderduikers gebeurde had hij zoveel mogelijk geprobeerd „zich te drukken”, zo vertelde hij. Hij was een keer stiekum in het gras gaan liggen, om maar niet bij een arrestatie van onderduikers te moeten zijn. „Hij probeert overal langs heen te lopen als we hem wat vragen”, constateerde de proc.-fiscaal, mr. Braun, „en hij heeft overal een oplossing voor. Maar we weten hoe hij gewerkt heeft en zich met veel activiteit aan de N.S.B. gaf”. De eis luidde tien jaar gevangenisstraf met aftrek van preventief. „Zoveel heb ik nou niet gedaan”, vond verdachte, toen de president constateerde dat verd. in het verenigingsleven zich nogal had laten gelden. De raadsman, mr. Niessen, wees erop dat verdachte zegt niet te hebben geweten dat Nederland met Duitsland in oorlog was. Erg snugger was verdachte niet en daardoor is hij ook op het verkeerde pad gekomen Met die omstandigheid vroeg pl. rekening te houden bij het bepalen der strafmaat. Arrest over 14 dagen.
Uitspraak niet gepubliceerd