1948 – De schrik van ‘s-Gravendeel?

Terug naar de indexpaginaUitleg over tribunaalverslagen in de krant

H.J. Kwaak (Quaak) te ‘s-Gravendeel

Aanklacht 22 november 1948

Heden (Maandag) behandelde de Dordtse kamer van het Haagse bijzondere gerechtshof de zaak van H. J. Kwaak, ook genaamd „de schrik van ‘s-Gravendeel”. Kwaak werd ervan beschuldigd op 7 Sept. ’41 een aantal jongens te ‘s-Gravendeel aan de Duitsers te hebben overgeleverd. Deze jongens zouden bij het ‘s-Gravendeelse veer Duitse matrozen met steentjes hebben gegooid en op andere wijze geplaagd. Later arriveerde een groep soldaten in een overvalwagen om de daders te arresteren. Aan een van deze soldaten had verdachte de jongens aangewezen, met het gevolg, dat zij werden gearresteerd. Als getuigen werden gehoord J. C. Huysman en A. de Man.

Uitspraak 24 november 1948

H. J. Quaak, monteur uit ‘s-Gravendeel, stond terecht voor de Dordtse kamer van het Haagse bijzondere gerechtshof omdat hij op 7 Sept. ’41 te ‘s-Gravendeel A. de Man, J. L. Huisman en andere personen opzettelijk zou hebben blootgesteld aan vervolging en vrijheidsberoving door de vijand. Getuige A. de Man verklaarde, dat het op Zondagavond 7 Sept. nogal rumoerig was in ‘s-Gravendeel. Toen hij met J. L Huisman naar huis wilde gaan kwam Quaak met een Duitser op hen af en zei: „die moeten wij hebben’. De Duitser arresteerde hen en in een overvalwagen werden zij met anderen naar de Benthienkazerne in Dordrecht overgebracht. Zij werden verhoord en mishandeld. Bij het verhoor de volgende dag was Quaak aanwezig en hij zei: „die heeft met stenen gegooid”. Dit was niet waar, maai toch werden zij beiden 10 weken vastgehouden. De Man kreeg bovendien f 200 boete en Huisman f 50. Getuige L. van Antwerpen, vroeger wachtmeester van de Kon. Marechaussee, verklaarde het volgende: Op die bewuste avond flaneerden Quaak, de N.S.B.-er Herrebout en enige Duitse matrozen door ‘s-Gravendeel. Ik was toen met een andere wachtmeester en wij besloten in de buurt te blijven om eventuele opstootjes te voorkomen. Wij hebben niets van gooien met stenen of wat dan ook gemerkt, maar wel zagen wij opeens een overvalwagen aankomen en even later merkten wij, dat verschillende mensen, o.a. de zoon van de burgemeester, werden opgepikt. Ik heb persoonlijk nooit last van Quaak gehad, maar hij was wel een bruut. Herrebout trad op als getuige á dé-charge. Hij verklaarde: Wij liepen in uniform en werden lastig gevallen. Er werd o.a. met stenen (grint) gegooid. Toen wij terug wilden gaan, zeiden de matrozen: wij gaan mee terug, want het zou voor jullie wel eens gevaarlijk kunnen worden. Daarop zei de eerste vrouw van Quaak: „lk heb het telefoonnummer van de S.S. in Dordrecht”. Een matroos heeft toen gebeld en de overvalwagen kwam later. Quaak en ik zijn de volgende dag naar Dordrecht gegaan om te proberen de jongens weer vrij te krijgen. Get. De Man: „Zij waren bij ons aan de celdeuren en zij probeerden niet ons er uit te krijgen, maar zij hebben ons integendeel nog zwarter gemaakt. Quaak stond nog te schelden toen wij een pak slaag kregen.” Herrebout kon zich dat niet indenken. Verdachte gaf toe, dat hij lid was geweest van de N.S.B., vrijwillig voor de Wehrmacht in Frankrijk had gewerkt; ais lid tot. de W.A. was toegetreden en als chauffeur voor verschillende maatschappijen in Rusland had gewerkt. De procureur-fiscaal achtte de beschuldiging bewezen. Hij vervolgde: „Quaak blijkt nogal mee te vallen en niet „de schrik van ‘s-Gravendeel” te ‘zijn geweest, zoals hij in een rapport werd genoemd. Hij stond wel bekend als een bruut en dit, gecombineerd met een uniform en een revolver, maakte hem natuurlijk gevreesd. Zijn eerste vrouw heeft een slechte invloed op hem gehad en ongetwijfeld zou hij zonder haar niet veel hebben misdaan. Ik eis een gevangenisstraf van 6 jaar met aftrek en ontzetting uit de kiesrechten.” De verdediger, Mr. v. Tricht, vond, dat verdachte niet de „schrik van ‘s-Gravendeel” kon worden genoemd. Hij was het slachtoffer geweest van zijn eerste echtgenote en van zijn eigen domheid. Pleiter verzocht clementie. Verdachte kreeg het laatste woord en hij zei: „ik heb er merakels veel spijt van”. Uitspraak: 5 jaar gevangenisstraf met aftrek vanaf 20 Sept. ’45 en ontzetting uit de kiesrechten voor het leven. Bij deze uitspraak werd rekening gehouden met de jubileum-gratie.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *