1947 – SS-chauffeur van den Oberführer Kramm

Terug naar de indexpaginaUitleg over tribunaalverslagen in de krant

J.W. Roest te Zuid-Beijerland

Aanklacht 26 maart 1947

J. W. Roest, chauffeur te Zuid-Beijerland, werd ervan beschuldigd dat hij lid van de N.S.B. geweest was en samen met Speelman en Saarloos V-papiertjes aangeplakt had. verder was hij W.A.-lid geweest en zou hij geabonneerd geweest zijn op VoVa en de Zwarte Soldaat. In Oct. 1941 was hij in dienst gegaan van het Vrijwilligerslegioen Nederland waarvoor hij de uniform gedragen heeft en gewapend ging met een geweer. Hij zou bij het concentratiekamp te Amersfoort als S.S.-er buitenwacht gedaan hebben en liter was hij als chauffeur in dienst geweest van den Oberführer Kramm. Tenslotte had hij den eed van trouw aan Adolf Hitler afgelegd. Besch. erkende het hem ten lastegelegde op enkele punten na. Hij was n.l. zoo hij zeide, noch op Vova, noch op de Zwarte Soldaat geabonneerd geweest. Hij kreeg dit laatste blad automatisch toegezonden als lid van de W.A. Verder had hij in Amersfoort nooit wacht geloopen. Hij was wel ingedeeld bij de eerste compagnie, doch hij was, naar hij zeide, hierbij ingedeeld als chauffeur. Ten aanzien van het andere hem ten laste gelegde voerde besch. o.m. het volgende aan: Hij had in opdracht van den groepsleider de V-papiertjes aangeplakt; was weliswaar lid van de W.A. geweest maar had nooit wapenen gedragen. in het communisme zag besch., zoo hij beweerde, een groot gevaar en daarom had hij zich gemeld voor het vrijwilligerslegioen Nederland. Automatisch was hij ingedeeld bij de S.S. en met een opdracht naar Nederland gestuurd. Hij kwam toen bij de eerste compagnie, die het kamp Amersfoort moest bewaken. Hij deed, zoo zeide hij, echter werk in de garage waar ook gevangenen werkten onder toelicht van Duitschers. Hij zou een gevangene eens een cigaret gegeven hebben en een Duitscher, die dit gezien zou hebben zou ervoor gezorgd hebben, dat hij twee weken werd opgesloten. Hij had er, zoo hij beweerde, toen genoeg van en had overplaatsing naar den Landstorm Nederland gevraagd, wat hij kreeg. Hij kwam in de opleiding voor onderofficier, maar bracht dezen cursus niet tot een einde daar hij als chauffeur in dienst was getreden bij een Duitscher. Besch. zeide nu berouw te hebben, niet omdat er een straf op zijn foute handelwijze staat, maar omdat hij inziet verkeerd gedaan te hebben. Mr. Van Marwijck Kooy vond dat er tusschen alle fouten toch nog wel enkele lichtpuntjes waren en wel het uit Amersfoort-willen van besch. Waarschijnlijk had hij ook nog wel iets anders kunnen veroorzaken dan door het geven van een sigaret aan een gevangene zich zelf in de cel te helpen. Het gedrag van besch. tijdens de interneering en het werk in de mijnen was goed, zoo verklaarde spr. en hij achtte het verder nog vermeldenswaardig, dat besch. 9 Maart in de mijn was afgedaald als vrijwilliger bij den kolenslag.

   

Uitspraak 9 april 1947

J.W. Roest, chauffeur te Zuid-Beijerland: interneering tot 5 Mei 1949, ontzetting uit de beide kiesrechten, alsmede het recht ambten te bekleeden en bij de gewapende macht te dienen 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *