1947 – Onschuldig, gewerkt voor Vebena

Terug naar de indexpaginaUitleg over tribunaalverslagen in de krant

Pieter Bouman te Strijen

Aanklacht en uitspraak 21 maart 1947

Pieter Bouman, landbouwer-koopman te Strijen, zou volgens de beschuldiging in samenwerking met Simons en Pico, officieren van het Sonderkommando, aardappelen geleverd hebben aan de Duitsche Weermacht en arbeiders ermee gedreigd hebben, dat ze „eingesperrt” zouden worden wanneer ze weigerden aardappelen te scheppen. Besch. zeide als vertegenwoordiger van de Vebena in December ’44. belast geweest te zijn met het vervoer van aardappelen uit Strijen en omgeving naar Rotterdam voor de bevolking daar. De Hollandsche autoriteiten hadden de hulp van de Duitsche instanties indertijd ingeroepen voor dat vervoer en zoodoende was besch. met genoemde officieren in aanraking gekomen en had men hem vaak in hun gezelschap gezien. Besch. zeide echter nooit direct met de Duitschers gehandeld te hebben. Dat hij arbeiders gedreigd zou hebben met gevangenneming ontkende besch. ten stelligste. De verschillende getuigen konden óf niets verklaren of moesten hetgeen beschuldigde reeds verteld had, bevestigen. Verdediger, mr. De Haan, legde er den nadruk op, dat besch. niets dan goeds had gedaan voor de burgerij, voornamelijk die van Rotterdam. Van de zijde der R.T.M. was verklaard dat de aardappelen, die in Dec.’44 van Strijen verzonden waren, allen in handen van de burgerbevolking van Rotterdam waren gekomen. Betreffende de bedreiging van „einsperren” wees spr. erop, dat het ook wel zoo geweest kan zijn, dat besch. gezegd heeft: toe, jongens, doe dat werk nou, anders loop je nog de kans, dat ze je einsperren. De raadsman verzocht het tribunaal de beschuldiging vervallen te verklaren. Het tribunaal achtte de beschuldiging niet bewezen en voldeed aan dit verzoek.


  

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *