1947 – Hij had er berouw van

Terug naar de indexpaginaUitleg over tribunaalverslagen in de krant

W. van Antwerpen te ‘s-Gravendeel

Aanklacht 7 maart 1947

De ‘s-Gravendeelsche fabrieksarbeider W. van Antwerpen is sinds ’36 lid geweest van de N.S.B., had regelmatig vergadering en hagepreeken bezocht en met Vova gecolporteerd. Voorts zou hij zich in ’41 opgegeven hebben voor de W.A. en enkele oefeningen meegemaakt hebben. Verder zou hij voor het Arbeidsfront werkzaam geweest zijn als sociaal voorman, geabonneerd geweest zijn op de Zwarte Soldaat en zijn brieven onderteekend hebben met Heil Hitler, terwijl hij tenslotte in Mei ’43 vrijwillig in dienst van de O.T. zou zijn getreden, waarna hij in uniform met band om de arm, waarop het hakenkruis, werkzaam geweest zou zijn in Duitschland. Beschuldigde verklaarde in 1936 lid geworden te zijn van de N.S.B. omdat hij daarvan iets goeds verwachtte. Verder wist hij niet veel anders te zeggen dan dat hij er berouw van had. Mr. Van Marwijck Kooi, de raadsman, legde er den nadruk op, dat van zijn cliënt geen enkel concreet geval van verraad of iets dergelijks bekend was. Zelfs zou besch. zekeren Dirk Mol uit de handen van de Duitschers gehaald hebben. Spr. vond, dat zijn cliënt wel voldoende geboet had met de interneering, die hij reeds achter den rug had en vroeg onmiddellijke invrijheidstelling. Het tribunaal achtte, na geraadkamerd te hebben, hiervoor niet voldoende termen aanwezig en bepaalde de uitspraak op 20 Maart.

Uitspraak 21 maart 1947

W. van Antwerpen, fabrieksarbeider te ‘s-Gravendeel: interneering tot 1 Mei 1947, ontzetting uit beide kiesrechten, het recht om bij de gewapende macht te dienen en ambten te bekleeden

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *