1947 – Door hard te werken in de mijnen

Terug naar de indexpaginaUitleg over tribunaalverslagen in de krant

H. J. Uitterlinden te ‘s-Gravendeel

Aanklacht 26 maart 1947

De mijnwerker. H. J. Uitterlinden, tuindersknecht te ‘s-Gravendeel, werd er van beschuldigd dat hij van 1941 af lid van de N.S.B. geweest was en N.S.B. vergaderingen had bezocht. Ook zou hij oefeningen voor de W.A. meegemaakt hebben. Voorts was hij van zomer ’42 tot Nov. ’43 vrijwillig werkzaam geweest in een fabriek te Hamburg en had hij zich eind ’43 gemeld voor het vrijwilligerslegioen Nederland, waarvoor hij in opleiding ge-weest was te Sennheim. Hij was toen gekleed geweest in een Duitsche uniform met SS runen en gewapend geweest met een geweer. Als Obergefreiter had hij tegen de Russen gevochten. Besch. erkende het hem ten laste gelegde geheel, behalve het punt waarin gezegd werd, dat hij W.A. oefeningen meegemaakt zou hebben. Hij was eenmaal gaan kijken bij zoo’n gelegenheid, maar hij vond toen „dat dat niets voor hem was”. Hij was, zoo vertelde besch., vrijwillig naar Duitschland gegaan omdat er in zijn dorp geen werk meer voor hem was en hij had op een of andere manier geld moeten verdienen om zijn moeder te kunnen onderhouden. In Duitschland kwam hij in een veevoederfabriek te werken. Op een gegeven moment had hij geen kleeren meer. Als eenige oplossing vond hij toen, zoo hij zeide: bij de weermacht gaan werken. Hij had zich tenslotte gemeld bij het Vrijwilligerslegioen Nederland. Drie maanden had hij tegen de Russen gevochten. Hij had te laat zijn fout ingezien en kon toen niet meer terug. Door hard te werken in de mijnen wilde besch. zoo hij zeide, nu eenigszins trachten te vergoeden aan land en volk, wat hij het destijds Misdaan heeft. De verdediger, mr. Van Marwijck Kooy, legde er den nadruk op dat besch. pas 19 jaar was toen den oorlog over ons land kwam. Mede daardoor had hij zijn persoonlijke belangen en plichten laten gelden boven die van het vaderland. Pleiter hoopte, dat besch. spoedig als een vrij man in de mijnen zal kunnen gaan werken.

Uitspraak 9 april 1947

H.J. Uitterlinden, tuindersknecht te ‘s-Gravendeel: interneering van 4 jaar met aftrek van voorarrest, ontzetting uit de beide kiesrechten, alsmede het recht ambten te bekleeden en bij de gewapende macht te dienen 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *