1947 – Churchill in handen der Engelsche joden

Terug naar de indexpaginaUitleg over tribunaalverslagen in de krant

Dirk Verschoor te Strijen

Aanklacht 14 februari 1947

Dirk Verschoor, rijwielhandelaar te Strijen, werd ervan beschuldigd, dat hij geweest zou zijn: van Mei ’41 tot Febr. ’45 lid van de N.S.B., plaats vervangend groepsleider, groepsadministrateur, groepsmateriaalbeheerder, kringvertegenwoordiger voor Sociale Zaken, kringvertegenwoordiger voor het Front Neering en Ambacht en propaganda- en vormingsleider. Voorts zou hij met Vova gecolporteerd, brochures, speldjes en foto’s van Hitler en Peter Ton verkocht en propaganda biljetten van de N.S.B voor zijn ramen gehangen hebben. Op 20 Juni ’42 zou hij de belofte van trouw aan Mussert hebben afgelegd, terwijl hij als afdeelingschef van het gewestelijk arbeidsbureau te Haarlem arbeiders gedwongen zou hebben naar Duitschland te gaan ; arbeiders die weigerden te gaan zou hij gedreigd hebben met hun steun in te houden, ze door de politie te laten halen en zoo noodig ervoor te zorgen, dat ze in een strafkamp zouden komen, Hij zou lid van den Ambtenaarsbond en van het Technisch Gilde geweest zijn voor welke laatste instelling hij de Punctie van districtssecretaris en kringhoofd vervuld zou hebben. Verder zou hij den N.S.B.-burgemeester Müller van Rotterdam verzocht hebben hem behulpzaam te zijn bij verbetering van zijn positie, en bij het het colporteeren met VoVa geroepen hebben. „Het jodendom is het opium der maatschappij” en „Churchill en ziin instrumenten zijn in handen der Engelsche Joden” althans woorden van gelijke strekking en inhoud. Tenslotte zou hij den bij hem ingekwartierden Duitschen militair Hans Schröder een burgercostuum hebben gegeven, waarin deze spionnagediensten verricht heeft. Besch. voerde aan, dat, toen hij in Haarlem op het arbeidsbureau was (dit was van Jan. ’42 tot Juni ’42) er in ‘t geheel nog geen personen verplicht in Duitschland tewerk gesteld werden: de brieven, die hij aan hooggeplaatste N.S.B.ers geschreven had en aan de hand waarvan deze beschuldiging opgesteld was, zou hij geschreven hebben om bij deze personen in het gevlij te komen, opdat zij hem zouden helpen bij het zoeken naar een goede betrekking : van de daden, waar hij blijkens de brieven zoo trotsch op was, zou niets waar geweest zijn. Voor het Technische Gilde had hij inderdaad enkele functies bekleed voor den kring Hoeksche Waard. Maar, voor zoover besch. bekend was, telde heel de Hoeksche Waard slechts één lid en dat was hijzelf. De uitdrukkingen, die besch. gebezigd zou hebben bij het colporteeren met Vova, waren, zoo besch. beweerde, de koppen geweest van de hoofdartikelen, welke Mussert schreef, ze waren dus geen verzinsels van hemzelf. Van ‘t costuum, dat Schröder van hem gekregen zou hebben, wist besch, niets at, hoewel verschillende personen verklaard hebben, dat zij Schröder in ‘n costuurn van besch. enkele personen zagen arresteeren toen Engelsche piloten in de omgeving waren. De verdediger, mr. Beernink, begon met hulde te brengen aan de samenstellers van ‘t lijvige dossier en aan de personen, die hieruit de besch. opgesteld hebben. Er blijkt uit, aldus spr., hoe zijn cliënt N.S.B.-lid werd, opging in de partij, teleurgesteld werd en tenslotte brak niet de Beweging. Spr. legde er den nadruk op dat zijn cliënt in Haarlem heelemaal niet bekend was en wanneer hij werkelijk zooveel kwaads gedaan had als hijzelf schreef in zijn brieven, zou hij zeker wel een grootere bekendheid genieten. Het was dus zeer aannemelijk, aldus spr., dat de zaken zich toegedaan hebben zooals besch. beweerd heeft. Aangaande het pak, dat besch. aan Schröder gegeven zou hebben en waarvan deze blijkbaar niets afwist, deed de raadsman de oplossing aan de hand, dat de vrouw van besch. hieraan debet was. De verdediger legde nog enkele verklaringen over van geestelijken, die Verschoor gekend hadden tijdens de bezetting, in welke verklaringen gewag gemaakt werd van die trek in besch.’s karakter, dat hij geen slecht mensch was, maar geen ruggegraat had. De raadsman verzocht onmiddellijke in vrijheidstelling. Het tribunaal achtte daarvoor geen termen aanwezig en bepaalde de uitspraak op 25 Februari te Oud-Beijerland.



 

Uitspraak 26 februari 1947

De uitspraak in de zaak van Dirk Verschoor, rijwielhandelaar te Strijen luidde: Interneering tot 1 Sept. 1947, ontzetting uit de kiesrechten en het recht ambten te bekleeden en verbeurdverklaring van zijn vermogen tot een bedrag van f 1000,-

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *