Terug naar de indexpagina – Uitleg over tribunaalverslagen in de krant
J. Huisman te Oud-Beijerland
Aanklacht en uitspraak 20 december 1946
Vervolgens kwam in behandeling de zaak tegen J. Huisman, echtgenoote van G. H. v. d. Tholen, huistrouw te Oud-Beijerland. Haar ten laste legging vermeldde, dat zij lid geweest was van de N.S.B.; dat zij groepsvertegenwoordigster van het Vierduitenfonds was; N.S.B.-vergaderingen bezocht; propaganda maakte, doordat zij propagandistische platen voor haar raam bevestigde of daartoe opdracht gaf; dat zij partijbijeenkomsten had bij haar aan huis waarbij dan partijliederen gezongen werden; voorts dat zij lid geweest is van de Nat. Soc. vrouwenorganisatie, van de W.H.N. en den N.V.D., waarvoor zij de functie van wijkhoofd bekleed heeft; dat zij gecollecteerd heeft voor W.H.N. en geabonneerd geweest is op het Nat. Dagblad. De dagvaarding vermeldde tenslotte dat zij op 1 Maart 1942 aan den groepsleider te Janssteen geschreven zou hebben, dat Ds. J. Kroon van Kloosterzande geregeld bad voor het Koninklijk huis en voor het Joodsche volk. Beschuldigde vertelde, dat zij opdracht had gekregen van den groepsleider of den administrateur, dat wist zij niet zoo goed meer, om een woordelijk verslag te geven van de preek welke Ds. Kroon den volgenden Zondag zou houden. Ze had toen geschreven — de voorzitter las den brief voor — dat de godsdienstoefening een politiek geroddel was en de menschen weer eens volgespoten waren met naastenliefde en dat er gebeden werd voor den terugkeer van het Koninklijk huis en voor het Joodsche volk. Besch. was een goede kennis van den dominee, zoo vertelde zij, en heen en weer bracht men bezoeken. Over één punt was men het dan echter slechts eens en dat was het geloof, op elk ander gebied, voornamelijk politiek: waren zij tegenstanders. Zij had echter in den brief nog bedongen, dat in geen geval den dominee of zijn gezin eenig leed berokkend zou worden, in elk geval wilde zij daarin niet de hand hebben. Op een vraag van Mr. Van Konijnenburg of zij het dan zoo prachtig vond wat er allemaal met de joden gebeurde, antwoord-de zij dat zij daaromtrent verkeerd ingelicht was, evenals over den geheelen politieken toestand; zij dacht er nu echter anders over. Hierna sprak Mr. Van Bochove, die er den nadruk op legde, dat het voor zijn cliënte voor een groot deel een meegaan-met-de-man was om den wille van den vrede in huis, zooals dat in zoovele gevallen is. Hij wees op de Christelijke opvoeding, die besch. genoten had. Toen de Russen in oorlog waren gekomen met Duitschland en de N.S.B. direct groote propaganda was gaan maken, o.a. wijzende op het uitroeien van den godsdienst, zooals de Russen dat zouden doen, had haar dit dadelijk gegrepen, aldus spr. Als jonge vrouw had zij ook wel films gezien, waarin de Russen bijbels verbrandden en was het een wonder, zoo vroeg de raadsman, dat, toen haar man zich in deze periode aansloot ook zij er makkelijker toe geneigd was lid te worden? Van het een was het ander gekomen: N.V.D. en W.H.N., maar pleitte het niet voor verdachte, aldus pleiter, dat zij zooveel sociaal gevoel had, dat zij in a-sociale gezinnen belangeloos het vieste en vuilste werk ging doen, waarmede haar maar weinig eer te beurt viel en waar menigeen z’n neus voor optrok. Ds. Kroon had nooit eenig deel van den bewusten brief ondervonden en deze brief had, wanneer het verd. erom te doen geweest was den dominee iets in den weg te leggen, toch ook nog wel anders gesteld kunnen zijn, b.v. met de aanhalingen van de scherpe uitdrukkingen, die de geestelijke in zijn predikatie gehouden had. Van den adj.-kampcommandant en de directie van een drukkerij waar zijn cliënte thans tewerk gesteld is, legde Mr. Van Boshove enkele verklaringen over, die gunstige gegevens bevatten omtrent het gedrag van verdachte. Vrijwillig had zij zich opgegeven voor werk en de directie van de drukkerij zou het betreuren een zoo voorbeeldige kracht te moeten missen. Niet alleen omdat een gedeelte van de dagvaarding vervallen verklaard kon worden, zooals het lidmaatschap W. H. N. en het Nat. Dag-blad, wat eigenlijk voor het heele gezin, dus voor den man gold, maar even eens met het. oog op de kinderen, die van het eene naar het andere kinderkamp gezonden werden, verzocht Mr. Van Bochove het tribunaal de mogelijkheid te overwegen vóór de feestdagen zijn cliënt nog te ontslaan uit het interneeringskamp. Het tribunaal, na in raadskamer te hebben overlegd, deed direct uitspraak: interneering tot 19 December 1946 met ontzetting uit de beide kiesrechten en het recht om ambten te bekleeden.
Uitspraak niet gepubliceerd in de krant