Terug naar de indexpagina – Uitleg over tribunaalverslagen in de krant
L. de Fonkert te Numansdorp
Aanklacht 24 juli 1946
De veehandelaar L. de Fonkert te Numansdorp is lid geweest van een heele collectie N.S.B.- en aanverwante instellingen. Van de N.S.B. was hij lid althans sympathiseerend lid, voorts was hij lid van het Agrarisch Front en van den Landstand, bij welke laatste instelling hij de functie van buurtboerenleider had bekleed. Overigens was hij niet erg actief geweest. Vergaderingen had hij nooit bezocht en Volk en Vaderland had hij niet gelezen. Wel zou hij een overdreven slecht rapport hebben opgesteld over den toestand op de boerderij en de landerijen van K. de Jong. Hier kwam de houding van beschuldigde in een twijfelachtig licht te staan toen bleek, dat ter zelfder tijd twee „kameraden” van beschuldigde naar het bedrijf van De Jong gesolliciteerd hadden. Beschuldigde zeide, dat hem dit onbekend was. Hij was voorts van meening, dat zijn gegevens voor het rapport geen overdreven slechten indruk behoefden te maken. Het definitieve rapport was echter opgesteld door „kameraad” Van Hees en deze had het hem voorgelezen. Beschuldigde achtte het wel mogelijk, dat Van H. hier en daar iets had overgeslagen. De raadsman, mr. Van Tricht, wees er op, dat zijn cliënt sympathiseerend lid was geworden, omdat hij vreesde dat anders zijn bedrijfje ten gronde zou gaan. Hij had wel foute dingen gedaan, maar was niet fout. Getuigeverklaringen zeiden, dat zijn cliënt ook veel goeds gedaan had. Spr. herinnerde aan een zelfde geval in Numansdorp als dat van zijn cliënt, in welke zaak de delinquent reeds in Januari werd vrijgelaten. Met het oog hierop en mede om den slechten gezondheidstoestand van zijn cliënt — hij is in het kamp hartpatiënt geworden verzocht de verdediger onmiddellijke invrijheidstelling, aan welk verzoek het Tribunaal voldeed, met de toevoeging, dat nadere uitspraak nog zal volgen.
Uitspraak 7 augustus 1946
L. de Fonkert, veehandelaar te Numansdorp: interneering met het advies deze te beperken tot den tijd in interneering doorgebracht; ontzetting uit de beide kiesrechten en het recht openbare ambten te bekleeden.