In Piershil werden in de periode april – december 1939 negen mannen opgeroepen om zich te melden voor militaire oefeningen. W. Buitendijk en E.J.P. van de Merwe moesten zich in Ede en Harderwijk melden bij het 1e regiment veldartillerie. De drie huzaren W. van der Heiden, A. Hoek en P.C. de Klerk moesten naar ’s-Gravenhage en W. Roest en J. van der Waal moesten zich bij de infanterie in Bergen op Zoom melden. J.P. Bouman en P. Rozendaal tenslotte moesten naar het 4e regiment artillerie in Ede. De soldaten kregen hiervoor vergoedingen (daggeld) van 50 cent per persoon, uitgekeerd (voorgeschoten) door de gemeente. Het totaalbedrag van 4,50 gulden (iets meer dan 2 euro) werd vervolgens bij het Rijk gedeclareerd, ondertekend door Burgemeester Hammer van Piershil.
