Voor de historische vereniging van Oud-Beijerland heb ik onderstaand artikel geschreven. Het is onverkort afgedrukt in de Beijerlandsche Berichten van september 2015.
Een drama van 70 jaar geleden – Zondag 2 september 1945
,,O Heer, ik heb niet verdiend om naast u te leven in den Hemel”
Hoewel Nederland op 5 mei 1945 officieel werd bevrijd kwam daarmee niet voor iedereen een einde aan het oorlogsleed. Het gezin van de kleermaker Johannes Lips, destijds woonachtig aan de Zinkweg 268 te Oud-Beijerland, kreeg zelfs nog een dubbel sterfgeval te verwerken.
De twee sterfgevallen stonden in schril contrast met de aanvankelijk naoorlogse vreugde. Het gezin leek ongeschonden uit de strijd te komen, ondanks het gevaarlijke verzetswerk van zoon Pieter. De in 1915 geboren zoon uit het eerste huwelijk van Johannes (met Adriana Vlot) maakte immers deel uit van het kloppend hart van het Hoeksche Waards verzet. De verzetsgroep Zinkweg opereerde vanuit de boerderij van Jan en Catharina Traas, op 15 oktober 1983 ontving Pieter op Paleis Soestdijk uit handen van Prins Bernhard het Verzetsherdenkingskruis voor zijn ondergrondse activiteiten.
Op 14 juli 1948 sneuvelde korporaal Arie Willem Lips, de op 11 september 1920 geboren zoon van Johannes Lips en Barbara van Ruiven, tijdens een militaire actie in Nederlands-Indië. Hij ligt begraven op het Nederlands ereveld Kembang Kuning te Surabaya, naar hem is de straat genoemd in Oud-Beijerland.
De dood van Arie Willem kwam aan als een mokerslag, omdat eerder al de jongste zoon van het gezin door een tragisch ongeval was omgekomen.
Op 29 augustus 1945 schreef Jacob Cornelis (Jaap) Lips, geboren op 25 juni 1926 aan de Zinkweg, een brief met als titel ‘Een laatste groet’ aan zijn familie. Jaap doelde daarmee op de aanstaande overplaatsing vanuit ‘Marine Detachement Vluchtenburg’, gelegen nabij het zomervakantieverblijf Vlugtenburg te ’s-Gravenzande, naar Tilburg. Op 30 augustus ontving hij echter het bericht dat de afvoer van rekruten voorlopig was stopgezet. En om die reden verbleef hij in het eerste septemberweekend nog in Vluchtenburg, om die reden werd de brief ook echt zijn laatste groet.
Jaap Lips had zich kort na het einde van de oorlog, op 16 juli 1945, aangemeld om dienst te mogen nemen als oorlogsvrijwilliger. Deze vrijwilligers meldden zich aan voor de strijd tegen Japan en het zogenaamde herstel van de koloniale orde. Hangende deze aanvraag verbleef Jaap in het Marine Kustwacht Detachement Vluchtenburg. Op 20 augustus werd hij gerekruteerd voor het Korps Koninklijke Marine (keuze Mariniers), de brief waarin zijn benoeming tot ‘Marinier derde klasse’ werd bevestigd kwam aan in Oud-Beijerland op maandag 3 september 1945. Een dag na het overlijden van Jaap.
Uit ‘Een laatste groet’ – 29 augustus 1945
,,Ik heb wacht, ik zit tussen ’s-Gravenzande en Monster in een bunker. We moeten hier met z’n drieën een paar bunkers en de toegang tot de duinen bewaken. We wonen in bunkers in de duinen en we kunnen heel de duinen uitlopen, want er liggen geen mijnen, maar op het strand is het verboden, want zo hier en daar ligt nog zo’n ding. Hier in de duinen staat alles nog, stukken geschut, zoeklichten, kijkers enz. Wanneer ik met verlof kom weet ik niet, want we zijn gewoon bij de Marine ingeschakeld.”
In het kamp treft Jaap ook andere jongens uit de Hoeksche Waard, net als hij daar aanwezig als lid van de Nederlandsche Binnenlandsche Strijdkrachten. Jan en Ymert Pouwe, hun ouders hebben een winkel op de Molendijk van Piershil, en Adrie Evertse, zoon van Pieter Evertse, wachtmeester der Marechaussee te Zuid-Beijerland.
Zondag 2 september 1945
Op zondag 2 september 1945, bijna vier maanden na de bevrijding van Nederland, bracht de 16-jarige smid Meeuwis Pouwe een bezoek aan zijn beide broers. Meewis verklaarde later die dag: “Na eerst de verblijven bezichtigd te hebben en wat te hebben gegeten zijn we met 4 personen de duinen in gewandeld: mijn broer Jan, Evertse, Lips en ik. We hebben verschillende dingen bekeken en als laatste kwamen we bij een bunker aan. Ik zag dat Lips een rond metalen kogelvormig voorwerp (diameter circa 35 centimeter, hoogte circa 75 centimeter, spits toelopend met een platte kop) uit het zand haalde en hij ging er mee op de bunker staan. Ik was bezig mijn behoefte te doen op 10 à 15 meter afstand, met mijn rug naar de bunker. Ik hoorde een slag en zag een vlam…omkijkende zag ik hen alle drie vallen. Toen ik ging kijken zag ik ze liggen met grote wonden, hevig bloedend”.
Als eerste hulp waren snel ter plaatse Nicolaas Menke en Martinus Kwistenhout, beide afkomstig uit Dordrecht. Ze troffen Pouwe en Evertse levenloos aan op de bunker, terwijl Lips zwaar gewond maar bij kennis was. Hij herhaalde steeds “Het is mijn schuld dat de jongens dood zijn”, maar zei verder niets over de oorzaak. Hij praatte ook nog over zijn ouders.
Commandant van Marine Detachement ‘Vluchtenburg’ was J.W.H. Jore. Hij werd gebeld op 2 september om 14.20 uur, inzake een incident. Commandant Jore verklaarde later: “De bunker was helemaal leeg gehaald, maar de order was gegeven dat daar niemand in de buurt mocht zijn”.
Om 15.00 uur constateerde de marinedokter K.M. Knip dat de twee jongens al waren overleden. Lips werd afgevoerd naar het hospitaal, maar de arts had geen vertrouwen in een herstel. Tien minuten na aankomst in het hospitaal is ook Jaap Lips overleden.
Op 6 oktober 1945 doet de familie Lips schriftelijk navraag bij de marine. Op 14 oktober krijgt de familie een getypte brief, bestaande uit twee A-4tjes. De laatste momenten uit het leven van Jaap Lips werden in deze brief als volgt beschreven:
,,Toen ik mij direct na de explosie naar de plaats van het ongeval begaf vond ik daar alle drie de jongens buiten kennis liggen. Van Evertse en Pouwe had ik al direct gezien dat zij het niet langer konden uithouden en dit werd bevestigd door hun overlijden bijna enkele minuten hierna. Ik boog mij toen over Jaap heen die weer teekenen van leven begon te vertonen, en het wonderlijke was dat hij ook direct weer bij zijn volle bewustzijn was. Hij vroeg mij direct hoe of het met de andere twee jongens was en daar ik wel besefte dat hij bij zijn volle positieven was, heb ik het hem verteld, en niet getracht hem wat wijs te maken. Na hem de eerste hulp te hebben verleend en de andere jongens te hebben verzorgd, heb ik met behulp van den dokter, die inmiddels gearriveerd was, Jaap op een brancard gelegd en hem in de ziekenauto gedragen. Toen vertelde hij mij dat zijn vader ook in het ziekenhuis lag en dat hij nu waarschijnlijk naar hem toe ging. Hij vertelde dat zijn vader door zijn been was geschoten door de Duitsers en dat zijn broer ziek thuis lag. U ziet, hij was bij zijn volle positieven. Opmerkelijk was dat hij nadien veel rustiger was en weer begon hij over u allen te praten en hoe moest zijn moeder dit nu te weten komen. Inmiddels waren wij in het ziekenhuis aangekomen, gelukkig mochten wij bij hem blijven in de operatiezaal, waar getracht zou worden hem nog een bloedtransfusie te geven. Hij kreeg toen een spuitje om weg te raken, maar voor hij buiten kennis was, verzocht hij mij nog om persoonlijk zijn ouders van hem gedag te zeggen en zijn groeten aan hen over te brengen. Het laatste ogenblik riep hij nog: O Heer, ik heb niet verdiend om naast u te leven in den Hemel. Dit waren zijn laatste woorden en deze woorden hebben mij diep ontroerd.”
Jaap Lips ligt begraven op de Algemene Begraafplaats te Oud-Beijerland, Adrie Evertse en Jan Pouwe staan vermeld op het Herdenkingsmonument Korendijk te Piershil.
Onderstaande twee brieven komen uit het archief van de familie Lips.
Klik op de brief voor een vergroting
Op 4 september 2015 verscheen er ook een artikel in het Kompas over deze trieste dag: hier.
Het verhaal van Jan Pouwe kunt u hier lezen, het verhaal van Adrie Evertse staat hier.
Naschrift
Wat er deze fatale dag precies is gebeurd kan niet meer exact worden achterhaald. Gezien de verklaring van Meeuwis, die de drie jongens zag omvallen, is de kans groot dat men het projectiel heeft laten vallen, welke door de aanraking met het harde bunkerdak tot ontploffing moet zijn gekomen. Lips voelde zich waarschijnlijk als vinder van het projectiel schuldig, maar verkeerde hoogst waarschijnlijk in shock toen hij z’n laatste woorden uitsprak. Vast staat dat de order was gegeven dat niemand in de buurt mocht komen van die bunker. Het tragische voorval ging de geschiedenis in als één van de vele incidenten met oorlogsmunitie, waarbij de schuldvraag vanwege enorme verslagenheid en intens verdriet bij de getroffen families van ondergeschikt belang was.
In februari 2013 heb ik telefonisch gesproken met Meeuw Pouwe, die dag de belangrijkste getuige. Meeuw praat nog steeds niet graag over die dag, “U mag gerust weten dat dit voorval mij als mens wel gevormd heeft. Als zestienjarige zoiets meemaken, dat vergeet je nooit meer”. In maart 2013 ben ik op viste geweest bij Mevrouw Wesdorp-Evertse, de zus van Adrie Evertse. Na het lezen van het verslag wat er die fatale dag is gebeurd vertelde ze dat ze dit allemaal nooit heeft geweten: “Ik was 15 jaar toen het gebeurde, mijn moeder zat op dat moment in de kerk. Met Klaas van Bergeijk zijn mijn ouders vanuit Piershil naar ‘s-Gravenzande gegaan. Het was erg emotioneel allemaal. Mijn broer werd met militaire eer begraven, het verdriet was intens. Enige nazorg hebben we nooit gehad, zo ging dat in die tijd. Jammer dat mijn broers niet meer leven, die hadden ook graag willen weten wat u mij nu laat lezen”.
Beijerlandsche berichten – September 2015
Je moet zo’n artikel als dit, bij toeval maar tegenkomen !! Ik heet ook Jacob Cornelis Lips, en ben een zoon van Pieter Lips. Ik kwam de naam van mijn oom tegen op de site van het Mariniersmuseum. Ik ben daar n.l. lid van, en ook van het COM (Contact Oud Mariniers). Hoe toevallig kan het zijn, mijn overleden oom Jaap opgekomen in 1945, en ik in 1971,bij het zelfde onderdeel. Jammer, dat ik er nu na jaren pas achter gekomen ben, en er nooit vroeger thuis nooit over gesproken is. Er stonden bij mijn ouders altijd 3 foto’s op de kast, van de broers die mijn vader verloren had. Dat waren Klaas, Arie Willem, en Jacob C.
Hallo Jaap, leuk dat je het artikel hebt gevonden. Ook bij de andere families werd er niet veel over gesproken, de traumatische ervaring werd verdrongen. Een verschrikkelijk drama, zo na de oorlog!
Goedenavond ome Jaap,
Hier Daniël, ik heb bij het zien van de erelijst gevallen mariniers de foto van uw ome Jaap gekopieerd om toe te voegen aan die erelijst. Ik kreeg een bedankje van de beheerder van het mariniersmuseum en moest daarbij vermelden dat het netjes erbij is geplaatst, net zoals bij de meeste andere gevallenen al een foto met verhaal te zien was.
Met vriendelijke groet,
Daniël Lips
Ome Jaap,
De broer van mijn mijn vader, ik heb hem niet gekend, want ik ben in 1947 geboren. Ik ben wel naar hem vernoemd. Mijn vader Cornelis Lips. Zijn andere broer (Arie Willem) is tijdens de politionele actie op Java omgekomen.
Enkele jaren geleden hebben mijn broer Arie (Willem) en ik het graf van ome Jaap een opknapbeurt gegeven omdat het enigzins verzakt was.
L.s.
Met veel interesse heb ik uw site bekeken. Heel interessant en waardevol. Uit mijn periode dat ik als ambtenaar in de (voormalige) gemeente Oud-Beijerland werkzaam was ( 1972 – 1974 ) herinner ik mij dat er in het stratenplan van de gemeente Oud-Beijerland een A.W. Lipsstraat was en misschien nog wel bestaat. Dat was in rechte lijn familie van mijn oma van mijn vaders kant. In mijn herinneringen was er ook een Jan Lips in de Hoeksche Waard woonachtig, (volgens de overleveringen) een perfecte kleermaker. Deze Jan Lips woonde eertijds aan de Zinkweg. Mijn oma van mijn vaders kant werd geboren in Klundert (N.Br.) Zijn er genealogische stamboomgegevens van het geslacht Lips. In Oud-Beijerland woonde er in de Jan van Galenstraat ook een gezin Lips. De man heette naar ik meen Adriaan. Graag hoor ik bij gelegenheid een reactie s.v.p. Een aantal jaren geleden was er in de voormalige gemeenten Benthuizen en Moerkapelle ook een A.W. Tips als burgemeester.
Adriaan Lips van de Jan van Galenstraat zijn vader was Johannes Lips (geboren 14-06-1885 te Klundert, overleden: 19-03-1955 te Oud-Beijerland)) en moeder Adriana Vlot (geboren: 14-05-1885 te Oud-Alblas, overleden: 20-11-1918 te Oud-Beijerland).
Johannes Lips is hertrouwd met Barbera van Ruiven en dit waren de ouder van de overleden personen hierboven.
De tak komt dus inderdaad vanuit Brabant.
Geachte Redactie,
Ik kan U het schouwingsrapport leveren. Jacob is overleden in het Militair Hospitaal, Muzestraat te Den Haag.
mvg, Ronald Klomp
Ik wil dat wel lezen ja, hvdh1234@gmail.com