In de lokale pers is het ook in de Hoeksche Waard gebruikelijk om jaarlijks rond de meidagen aandacht te besteden aan de Tweede Wereldoorlog. De verhalen van betrokkenen geven inzicht in de gebeurtenissen die op ons eiland hebben plaatsgevonden. Dit verhaal werd gepubliceerd als ingezonden brief 3 mei 2000, in de krant ‘Het Kompas’.
Er kwam een auto onder het stro vandaan
Op 5 mei 1945 was ik een meisje van 11 jaar. Met mijn ouders, broertje en twee zusjes waren we van Strijen naar Maasdam geëvacueerd. We woonden daar bij de familie L.V.M. Niemansverdriet, achter op het erf in een groot hok wat ze met elkaar wat vertimmerd hadden om het bewoonbaar te maken. Daar waren nog meer evacués en bijna heel het huis zat vol Duitsers. Eerst had je in ons ‘huis’ een ruimte waar moeder waste, pee stroop maakte en karnde, dan een ruimte waar we allemaal sliepen. Heel knus want we (vooral moeder en ik) waren bang. Hoe laat het was weet ik niet meer, maar het was vroeg in de ochtend, dat ik wakker werd van mijn ouders. Zij zaten rechtop in bed. M’n vader zei tegen m’n moeder ‘Oh Toos, we zijn vrij”. Moeder huilde en zei “Als het maar waar is”. Opeens hoorden we zingen “Oranje boven, lang zullen ze leven. Wij leven vrij, hoera!!!”. Dat gezang kwam uit het café van de familie Hoogwerf. We liepen die morgen al vroeg buiten, alle grote mensen praten en lachten met elkaar en iedereen was blij. Er kwam een auto onder het stro vandaan, en uit de grond kwamen vaten benzine. Op die auto werden kleine vlaggetjes gezet, het was er een met een open dak. Daar zijn ze toen mee gaan rijden en ik mocht ook mee. We reden over Cillaarshoek naar Strijen maar aan de nieuwe straat bij garage De Haan, stonden Duitse soldaten met geweren en die waren boos. Ze rukten de vlaggetjes er af en wij moesten ‘Zurück!!’. Nou, ik weet nog goed dat al die grote mensen wit om hun neus werden. We reden snel terug naar huis en zetten de auto in de schuur. Verder zag je veel mannen met blauwe overalls met een band om hun arm (dat was de ondergrondse, vertelden mijn ouders). Op de 8e mei werd er echt feest gevierd want toen kwamen de bevrijders met allemaal legerauto’s. Veel ervan gingen naar ’s-Gravendeel maar er bleven er ook in Maasdam, die stonden allemaal aan de trambaan met prachtige tenten en spullen. We keken onze ogen uit, m’n vader kreeg sigaretten en wij chocolade, kaakjes en jam. Mijn broertje wist niet wat het was, en lustte het eerst niet. Begin juni zijn we weer naar ons eigen huis gegaan in Strijen, waar alles vies en kapot was. Dit zijn mijn herinneringen aan de bevrijding.
Teuntje Andeweg-van Everdingen, Strijen
Knipsel ‘Er kwam een auto onder het stro vandaan’ – Het Kompas 3 mei 2000