2015 – Snel de extra borden van tafel af

In april 2015 startte het Kompas met een serie over de oorlog: Mensen uit de Hoeksche Waard blikken terug op de oorlogsjaren ’40-’45 en de bevrijding.

In deel 3 Tiny van Bergeijk: Snel de extra borden van tafel af – Bron Kompas 8 april 2015

Tiny Schouwenburg-Bergeijk, geboren op januari 1930, is een dochter van Klaas van Bergeijk uit Piershil. Een zeer bekende naam uit het verzet in de oorlog. In de serie artikelen rond 70 jaar bevrijding tekende Will van Velsen-Griffioen de herinneringen van Tiny aan de donkere jaren 40-45 op. ‘Ik ben in Piershil geboren, mijn ouders hadden daar een boerderij. In de oorlog hadden wij zeven Brabantse jongens, onderduikers. Vier van hen sliepen bij ons op de boerderij en drie anderen op het dorp in kosthuizen. Ze doken onder om niet voor de werkverschaffing naar Duitsland te hoeven. Ze hielpen natuurlijk met het werk en werden daarvoor betaald. Mijn opa woonde in het dorp, zo’n 100 meter bij ons vandaan. In 1943 kwam hij mijn ouders waarschuwen dat er bij ons een inval gedaan zou worden, hij had dat van een bekende gehoord. Toen de overval kwam stonden er dus geen extra borden op tafel. Mijn vader had snel de werkpapieren van de mannen in het fornuis te verbrand. Er kwamen politiemannen onder aanvoering van een NSB-commandant uit Oud-Beijerland. Hij gaf opdracht aan zijn mannen om onze boerderij te omsingelen. En weet je wat er gebeurde? De politiemannen liepen rond onze gebouwen en bleven met hun rug naar ons huis toe staan. Ze deden precies wat hun opdracht was en dat was: omsingelen. Ze konden en wilden niet zien dat de onderduikers snel
de schuur ingingen. Twee dagen lang werd de boerderij in de gaten gehouden. De vier mannen zullen het knap benauwd hebben gehad, zonder eten en drinken. Na twee dagen konden ze weer tevoorschijn komen. In februari 1944 werd Piershil geïnundeerd, ook onze boerderij kwam onder water te staan. We moesten evacueren en gingen met ons zevenen naar de boerderij van een oom en tante in de Oosthoek. Die hadden een gezin van elf personen. Dat was dus heel wat bij elkaar. Maar we sliepen allemaal op zolder en dat ging prima. Ik herinner me nog dat we op de schaats naar mijn opa en oma gingen op het dorp. Het waren in die tijd nog strenge winters. Op de boerderij waren ook Duitsers. Die hadden een eigen keuken en woonden in de schuur. Toen burgemeester Hammer ook moest onderduiken verbleef hij één nacht bij mijn oom en tante. Ik herinner me die dag nog, want ik weet nog dat we met elkaar uit het raam hadden gehangen omdat er een dropping zou plaatsvinden. Het vliegtuig cirkelde rond, maar kreeg vanwege troepenverplaatsingen geen seinen om zijn lading af te werpen. Burgemeester Hammer kon niet op de boerderij van mijn oom blijven, omdat hij veel te bekend was. Zijn vrouw en kinderen waren ondergebracht op een andere boerderij. Het gezin kreeg onderduikpapieren waarop stond dat ze Bakker heetten, een huis werd voor hen gevonden in Barendrecht. Mijn vader zei tegen één van de jonge Duitsers: „Breng jij mijn familie eens naar Barendrecht.” En zo werd de burgemeester en diens gezin verhuisd. Omdat de wagen door een Duitser werd gemend, werd hij op de Barendrechtse brug niet gecontroleerd. De 4-jarige Ria Hammer zei aan het eind van de oorlog: “Mag ik nou mijn eigen naam weer hebben?”

Het volledige verhaal van Tiny van Bergeijk staat ook op deze website:

De oorlogsherinneringen van Tiny van Bergeijk klik hier

kompas-70jr-bevrijding-tiny-vanbergeijk-8april2015

Tiny (Marthina) van Bergeijk, circa 1943

Tiny (Marthina) van Bergeijk, circa 1943

Ad van Bergeijk, de zoon van Klaas, poseert bij de boerderij. Rechts de wapencontainers die na de droppingen in het geïnundeerde Piershil werden verstopt. Na de oorlog kwamen ze tevoorschijn, Klaas maakte er praktisch gebruik van en maakte er een muurtje van. Afgezet op de huidige verzamelwaarde, één van de duurste muurtjes ooit.

piershil-verzet-klaas-containers-advanbergeijk

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *