2015 – Als jongen wilde je alles meemaken

In april 2015 startte het Kompas met een serie over de oorlog: Mensen uit de Hoeksche Waard blikken terug op de oorlogsjaren ’40-’45 en de bevrijding.

In deel 1 Arie Duifhuizen: Als jongen wilde je alles meemaken – Bron Kompas 25 maart 2015

Duifhuizen heeft altijd een bijzondere belangstelling voor techniek gehad én bezat een aangeboren handelsgeest die hem in in leven geen windeieren zou leggen. Na de oorlog had hij meteen al een auto en later een florerend taxibedrijf. Natuurlijk voorzien van allerlei toenmalige technische snufjes en noviteiten.

De gezondheid wordt broos en de jaren gaan tellen, maar als het over de oorlogsperiode gaat zit de bijna 94-jarige Arie Duifhuizen uit Oud-Beijerland op het puntje van z’n stoel. ‘Je was jong en wilde alles zien. Ik was vrijpostig en sprak een mondje Duits. Dat scheelde een hoop.’

OUD-BEIJERLAND – Als 19-jarige en op één na oudste uit een gezin van 11 kinderen maakte Arie Duifhuizen de oorlogsjaren zeer bewust mee. Toen de oorlog uitbrak woonde hij nog thuis aan de Havendam. ‘Eigenlijk zag je de oorlog niet aankomen, we zouden wel weer neutraal blijven was de gedachte. Tot het moment waarop de vliegtuigen overkwamen.’ Het was een verwarrende tijd in het begin weet Duifhuizen nog goed. ‘Ik kwam kort daarop op Zuidland. ‘Leef jij nog, vroegen ze aan me, ‘we horen hier dat heel Beijerland plat gegooid is en de lijken in de bomen hangen’. Dat soort verhalen gingen rond: Lange tijd wist Duifhuizen als jongeman uit handen van de Duitsers te blijven, tot hij in 1944 verraden werd. Hij vluchtte naar een onderduikput maar daar stond precies een Duitser. Duifhuizen kon zich eruit praten doordat hij aan kon tonen gewerkt te hebben in de latere Noord-oostpolders. Hij werd vrijgelaten, maar besloot onder te duiken. ‘Je was nergens veilig, iedere jongeman werd opgepakt. Ik kwam eerst in de Biesbosch en ben later bij een boerderij aan de Eerste Kruisweg bij Oud-Beijer-land terecht gekomen, daar heb ik 9 maanden gezeten tot de bevrijding. Veel last van de hongerwinter heb ik zodoende niet gehad, want bij de boer was altijd nog wel iets te eten.’ De hele oorlog door maakte Duifhuizen veel foto’s. ‘Ik had fotorolletjes, gekregen
van de Joodse fotograaf Strauss die op de Oostdijk een studio had’, vervolgt Duifhuizen, ‘zo kon ik de beroemde foto’s maken van het wegvoeren van Joodse families in Oud-Beijerland. Die hebben inmiddels wel in alle kranten gestaan”. Duifhuizen vervoerde voor de ondergrondse allerlei spullen. Dat was gevaarlijk werk maar hij redde zich steeds uit benarde situaties. ‘Ik trad nogal vrijpostig op en sprak een aardig mondje Duits, dat scheelde echt heel veel. De Duitsers voerden eens op de Stougjesdijk koeien af. Ik heb er gewoon ééntje losgemaakt. Dieser gehört dem Bauern (deze is van de boer), zei ik. Een Duitse soldaat snauwde tegen me, maar ik snauwde net zo hard terug. Het lukte nog ook: De periode kort na de bevrijding was in de herinnering van de krasse negentiger een ‘verwarrende tijd’. ‘Alles was zo vreemd en anders, het leek een droom, ieder-een had z’n verhaal. Sommige van je eigen dorpsgenoten werden opgepakt omdat ze fout waren geweest. Dat maakte indruk. Toch heb ik nooit nachtmerries of zo gehad, al lag je weleens wakker. Richting Duitsers had ik geen wrokgevoelens. Later heb ik zelfs vakantiehuizen in Duitsland verhuurd”.

70jaarbevrijding-deel1-alles-meemaken-kompas-25maart2015

Arie Duifhuizen (93) is gezegend met een uitstekend geheugen en kan daarom nog veel van de oorlogsperiode verhalen. Bovendien heeft hij heel veel foto’s en materiaal uit die periode bewaard.

Andere artikelen over Arie Duifhuizen op deze website:

Over het bewaken van de HBS klik hier

Over een razzia klik hier

Over ‘De Koerier’ klik hier

De foto’s van Arie klik hier

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *