Toen de oorlog begon, deel 12 (Gesneuveld door geallieerd vuur)

Knipsel ‘Toen de oorlog begon – deel 12 (Gesneuveld door geallieerd vuur)’ – AD Rotterdams Dagblad, editie Hoeksche Waard, 23 april 2015

AD-logo

Op 13 november 1943 om 16.05 uur openden twaalf Engelse vliegtuigen van het type Hawker Typhoon het vuur op een konvooi en de twee veerboten in het Hollandsch Diep. Op één van die veerboten, de Willemstad, overleed machinist Dirk de Jong. Zijn 12-jarige zoon Wim was getuige, vanaf de Numansdorpse Molendijk. Voor de Tweede Wereldoorlog was Dirk de Jong machinist op de ‘Oude Maas’ en de ‘Oud-Beijerland’, stoomboten die tussen Oud-Beijerland en Rotterdam voeren. Vanwege de toenemende concurrentie van de tram en het vrachtverkeer kwam hij met zijn echtgenote en zeven kinderen op straat te staan. Een vacature bij de RTM, de Rotterdamsche Tramweg Maatschappij, bracht uitkomst. Hij kwam terecht op de veerboot van de RTM tussen Numansdorp en Willemstad. De verhuizing vanuit Oud-Beijerland naar Numansdorp was een bijzondere aangelegenheid, zo herinnert Wim de Jong (nu 84) zich nog: „Bij ons voor de deur op de Zinkweg lag een wissel. Er ging een spoor naar de suikerfabriek. De RTM parkeerde twee goederenwagons voor de deur. Drie dagen later werden ze volgeladen vervoerd en geparkeerd voor ons nieuwe huis in Numansdorp.” Toen de oorlog enkele maanden later begon, moest de familie midden in de nacht het huis verlaten. „We woonden in het huizenblok ‘de achthuizen’. Daar lag een mitrailleursnest van het Nederlandse leger. Wij lagen in het schootsveld. De hele buurt werd naar een nabijgelegen boerderij gestuurd.” Tijdens de bezetting bleef de veerboot varen, ook al werd het Hollandsch Diep steeds gevaarlijker terrein. Geallieerde vliegtuigen schoten op alles wat met vervoer te maken had. De leiding van de RTM wilde alle diensten in stand houden. „Gedurende een periode van 6 weken heeft mijn vader een tientje gevarengeld gehad. Per dag! Dat was veel meer dan zijn hele maandsalaris.” Op zaterdagmiddag 13 november 1943 liep de jonge Wim net na 16.00 uur over de Molendijk. Samen met zijn broertje Janus had hij boodschappen gedaan. „We zagen een grote groep vliegtuigen naderen. Ze splitsten zich in twee groepen en openden het vuur. Er werden diverse salvo’s gegeven op de Willemstad. We waren erg ongerust over het lot van vader.” De angst van de jongens werd bewaarheid. Er vielen die dag negen doden, onder wie machinist Dirk de Jong. ,,Vader was snel omhoog gekomen. Die hete machinekamer was veel te gevaarlijk. Op de trap van de achterkajuit keek hij om en kreeg hij een kogel door zijn oog.” De zwaar gehavende boot werd na de aanval bij Willemstad tegen de dijk gevaren. Duitse soldaten redden veel mensen en hielpen hen aan wal. Het lichaam van Wims vader lag in het gedeelte van de boot dat was gezonken. Het duurde enkele dagen, voordat hij werd gevonden. In een verzegelde kist werd hij thuis bezorgd. „Mijn vader werd begraven op 17 november 1943, de dag waarop ik 13 jaar werd. Er vielen die dag zoveel doden, toch is er nooit een monument gekomen. Vreemd eigenlijk.”

Andere artikelen over dit onderwerp:

De oorlogsherinneringen van Wim de Jong: klik hier

De vergeten scheepsramp uit 1943: klik hier

Plaquette scheepsramp: klik hier

toendeoorlogbegon-deel12-gesneuvelddoorgeallieerdvuur-adrd-23april2015

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *