Op woensdag 14 januari 2015 ben ik op bezoek geweest bij het Rode Kruis in Den Haag. De aanleiding was een artikel m.b.t. de Tweede Wereldoorlog in de Hoeksche Waard, maar gezien hetgeen ik daar allemaal hoorde en zag heb ik meteen een wat algemener artikel geschreven. Het werd helaas niet de landelijke versie van het AD, maar de Haagse Courant was er maar wat blij mee. De redactie pakte groot uit, met een volledige pagina. Het gaat de komende tijd weer druk worden voor Albert Oosthoek en zijn collega’s!
Andere publicaties op deze website over dit onderwerp:
– ‘Toen de oorlog begon – deel 7 (Oorlogsarchief Rode Kruis)’ – ADRD-HW, 20 maart 2015 (klik hier)
– Het oorlogsarchief van het Rode Kruis (klik hier)
Knipsel ‘Inloggen op oorlogsarchief’ – Algemeen Dagblad Haagse Courant 27 januari 2015
Knipsel bekijken in PDF-formaat: HC-AD-27jan2015
Knipsel ‘Inloggen op oorlogsarchief’ – Algemeen Dagblad Haagse Courant 27 januari 2015
Authentieke en zeer bijzondere bronnen uit de Tweede Wereldoorlog worden momenteel gedigitaliseerd. Ze zijn eigendom van het Informatiebureau van het Rode Kruis, belast met het verstrekken van informatie over oorlogsslachtoffers.
Het oorlogsarchief aan het Leeghwaterplein te Den Haag omvat 1300 strekkende meter materiaal. Verpakt in zuurvrije dozen en opgesteld in kasten bevinden zich gegevens over 1,5 miljoen Nederlanders, bewaard bij een constante temperatuur van 18 graden en een relatieve luchtvochtigheid van 50%. ,,Dit archief is relatief onbekend,” zegt medewerker Albert Oosthoek. En dat is opzienbarend, gezien de grote collectie documenten over de oorlog in Europa en Nederlands-Indië. ,,Kamparchieven en deportatielijsten moesten na de Tweede Wereldoorlog verzameld worden. Kamp Amersfoort, het Joodse bevolkingsregister van Westerbork, de cartotheek van de ‘Joodsche Raad’, het is allemaal in ons bezit.” De registratiekaart van Anne Frank komt tevoorschijn. De datum van vertrek uit Westerbork naar Auschwitz is er later bijgeschreven: 3 september 1944.
,,Het was een dynamisch archiefstuk,’’ zo legt Oosthoek uit. ,,Het kaartje is wat beschadigd, het is al zo vaak bekeken. Nu hoeft dat niet meer, deze cartotheek is volledig gedigitaliseerd.” Het begin van iedere speurtocht gaat nu via de computer, ook medewerkers van het Herinneringscentrum Kamp Westerbork en het Joods Historisch Museum kunnen inloggen, ze zijn speciaal geautoriseerd. De complete inhoud van de reeds gedigitaliseerde cartotheken is nog niet voor het grote publiek beschikbaar. ,,Privacy is een rem op het naar buiten brengen van dit soort collecties. We zijn aan het onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om dit via een website voor het publiek toegankelijk te maken. Rekening houdend met de Wet bescherming persoonsgegevens en de wensen van belangenorganisaties.”
In de tussentijd gaat de digitalisering verder. Nu staat de gevangenenadministratie van het ‘Oranjehotel’, de strafgevangenis in Scheveningen, op de agenda. Na de digitalisering worden de namen geïndexeerd en in een databestand gezet. Oosthoek pakt een omvangrijk boek, een register van aangekomen en vertrokken personen in 1941. Het Scheveningenarchief, waarvan het grootste gedeelte overigens verloren is gegaan, bestaat tevens uit talloze kaarten, opgeslagen in rijen kaartenbakken. ,,Veel gevangenen uit Scheveningen gingen naar kamp Vught. Op deze kaarten staat wanneer ze daar hebben gezeten en wanneer ze voor de Duitse rechter kwamen. Momenteel doet de ‘Stichting Oranjehotel’ onderzoek naar de gevangenen, onder wie veel verzetsmensen.”
In 1946 waren honderden mensen betrokken bij het opsporingswerk, nu werken er nog 3 personen. Nog altijd komen er zo’n 1200 brieven per jaar binnen, dagelijks heeft men te maken met menselijk leed. ,,Op één dag behandel ik soms een verzoek van een Joodse familie en doe ik onderzoek naar een SS-er die aan het Oostfront is gestorven. Voor de familie is het een even groot drama.’’
De diversiteit van het archief is enorm. Gegevens over joden, dwangarbeiders, van de gravendienst, concentratiekampen en kamplijsten uit Nederlands-Indië. Veel Nederlandse krijgsgevangenen werden naar Stammlagers gestuurd, ook daarvan bestaat een archief. Albert trekt een kaart uit de bak, vol met gegevens en voorzien van een pasfoto. ,,Kijk, dit weet die familie niet hoor.”