Op het in 1998 onthulde Korendijkse herdenkingsmonument te Piershil staat de naam van Dirk Boender. Dirk Boender werd geboren op 16 februari 1925 als zoon van een boerengezin te Nieuw-Beijerland. Vader Gerrit was boer op een boerderij samen met nog twee andere broers. Moeder Hanna Boender-Oosterman was conciërge op het gemeentehuis te Nieuw-Beijerland, waarin het gezin ook behuisd was (Gerrit, de zoon van Dirk werd daar later ook geboren, op 21 augustus 1945). Dirk heeft na de lagere school een opleiding gevolgd aan de Ambachtsschool te Oud-Beijerland en is daarna als stoker-machinist op de RTM-tram gaan werken, tot hij opgeroepen werd. Voor zijn dienstplicht werd hij ingedeeld bij de RIMI (Reparatie Inrichtingen Materieel Inspectie) te Utrecht, wat later in Indië werd omgedoopt tot Leger Technische Dienst. Op 16 maart 1945 trouwde Dirk met Pieternella (Pietje) Lagerwerf uit Goudswaard. De lichting LTD 82 van juli 1947 waarbij hij was opgekomen zou aanvankelijk niet meer naar Indië gaan. Maar door organisatorische toestanden moesten ze toch voor een tijdje een legergroep gaan aflossen en zijn hij en een aantal mede onderofficieren in januari 1948 naar Indië vertrokken. Via Djakarta (Batavia) is hij naar midden Java gegaan, richting Semarang van waaruit hij ook op enkele buitenposten is tewerkgesteld is geweest. In Semarang in hij door een tragisch ongeval in de tankwerkplaats omgekomen op 18 november 1948. Zijn lichtingskameraden zijn in mei 1950 teruggekomen naar Nederland.
Foto’s ‘Sergeant Dirk Boender’ – 1948
Brief inzake het overlijden van Dirk Boender
Semarang, 22 November 1948.
Geachte Mevrouw Boender,
Nog diep geschokt door het tragisch ongeval, waarvan Uw man het slachtoffer is geworden, betuig ik hiermede mijn oprechte leedwezen, mede namens mijn collega’s-officieren en het overige personeel van L.T.D. 82. Ik begrijp hier volkomen, welk een verlies het heengaan van Uw man voor U betekent en ik hoop van ganser harte dat U de kracht zult vinden om dit te kunnen dragen.
Donderdagmorgen ontving ik van een ordonnans bericht, dat Uw man ernstig ongeval was overkomen in de werkplaats. Hij was met nog enkele kameraden bezig aan het uitrichten van een stuk geschut, dat in een zware tank gemonteerd was. Om dit te kunnen doen moest de tank een eind verreden worden. Ongelukkigerwijs kwam hierbij een uitsteeksel van de toren in aanraking met de haalketting van een hijskraantje, met het gevolg dat dit kraantje een eindje meegesleurd werd, kantelde en naar beneden viel, juist op de plaats waar Uw man stond. Deze werd hierdoor aan het hoofd getroffen en bewusteloos onder het kraantje door ijlings toegeschoten kameraden vandaan gehaald. Onmiddellijk werd de dokter en andere instanties gewaarschuwd, die weldra ter plaatse waren en de eerste hulp verleenden. Hierna is hij naar het st.Elisabeth-Ziekenhuis vervoerd, waar ze nog gedaan hebben wat ze doen konden. Maar helaas mocht dit niet baten. Om12.40 uur is hij kalm, zonder tot bewustzijn te zijn gekomen, ingeslapen. U kunt begrijpen, dat dit een slag voor ons allen was.
Uw man was eerst vier maanden onder mijn commando , maar hij heeft zich in deze korte tijd doen kennen als een plichtsgetrouw en hard werker. Hij was wat men noemt een “flinke vent”. Iemand waar je op kon bouwen, waar je wat aan had. Zijn collega’ s mochten hem graag en voor hen was hij een “goed kameraad”, mede door zijn opgewekt en vrolijk karakter.
De begrafenis was gesteld op Vrijdagmorgen 9 uur. Dragers werden aangewezen uit Boender’ s beste vrienden en als slipdragers fungeerden 4 van de oudste onderofficieren collega’s. Het vuurpeloton werd verzorgd door een onderdeel van de infanterie, hier uit Semarang. Het geheel onder leiding van de 1e lt. Prager. Om half’ negen waren allen in de aula van het ziekenhuis verenigd en ving de plechtige uitvaart aan. Nadat het geweer werd gepresteerd, de kist op de auto geplaatst was en bedekt met de Nederlandse driekleur en de kransen, zette de stoet zich in beweging. Deze werd als volgt samengesteld: Voorop de 1e lt. Prager, daarna het vuurpeloton, hierachter de auto, geflankeerd door de slippendragers S.M. Frenk, S.M. Miranda, S.M. Boumeester en S.M. Meier; gevolgd door de dragers en kransdragers. Hierna kwamen de Corps-Commandant Majoor Haagsma, de Divisie-Veldprediker Ds. v.d. Woude en ik, als Compagnies-Commandant. Vervolgens al het militaire personeel L.T.D. 82. Het geheel was een indrukwekkende stoet. Na aankomst op het ereveld aan de Van der Hoogweg sloten nog vele autoriteiten en deputaties van het burger personeel van L.T.D. 82 zich bij de stoet aan en schaarde iedereen zich rondom de geopende groeve. Terwijl het geweer gepresenteerd werd, werd Uw man aan de aarde toevertrouwd. Vervolgens loste het vuurpeloton een salvo boven de groeve. Hierna trad de Overste Parro naar voren om een krans te leggen namens de Commandant B-divisie en zei hierbij ongeveer het volgende: “Sergt. Boender, Namens de Commandant B-divisie betuig ik hiermede mijn oprecht medeleven met dit voor Uw familie zo tragische gebeuren”. Vervolgens trad majoor Haagsma naar voren om een krans te leggen namens het gezamenlijk militaire personeel van de L.T.D. Midden-Java en zei dat hij zeer getroffen was door dit zware verlies, maar dat hij hoopte dat dit jonge leven niet te vergeefs gegeven was. Hierna nam de dominee het woord. Hij ontroerde ons diep met zijn woorden, die een troost waren voor zijn vrienden en bekenden. Hij haalde aan hoe onverwacht het sterven kan zijn en meestal de beste het eerst gingen. Gisteren morgen nog net zo springlevend als u allen en nu staan jullie allen aan zijn graf. Maar Gods wegen zijn ondoorgrondelijk. Na de dominee heb ik nog enige woorden gesproken, o.a. dat ik eerst nog hoop had dat het ongeval niet zo ernstig zou zijn, maar dat het helaas niet zo mocht zijn. Dat in Februari van dit jaar de meesten van ons, die nu hier waren, ook spontaan gekomen waren om de jongens van de 9e. Infanterie Brigade hier in Indië te verwelkomen, en nu weer tesamen waren om jou, sergt. Boender, de laatste eer te bewijzen. Dat hij in die 4 maanden, dat hij bij ons op de hoofdwerkplaats was zich heeft doen kennen als een goed kameraad, een hard en flink werker. Hij was een fijne vent. Op dit ogenblik denken we ook aan zijn Vrouw en kind en aan zijn ouders, die diep bedroefd zullen neerzitten. Als wij van hier weggaan, moeten wij jou hier achterlaten. Wij beloven echter, dat wij jou niet zullen vergeten en jouw nagedachtenis in ere zullen houden. Boender, rust in vrede. Vervolgens dankte ik namens de familieleden alle aanwezigen voor de belangstelling en deelneming. Na een defilé langs het graf, waaraan iedereen deelnam, was de korte, maar indrukwekkende plechtigheid ten einde.
Mevrouw Boender, ik heb hiermede zoveel mogelijk het gehele verloop van het zo tragisch gebeuren in het kort uiteengezet. Mocht U van een of ander nog meerdere bijzonderheden willen weten, schrijft u het gerust. Met al Uw moeilijkheden, waar ik U misschien mee helpen kan, kunt u gerust bij mij aankloppen en ik hoop U hierin zoveel mogelijk te kunnen bijstaan. Van de begrafenis zijn een serie foto’s genomen, die ik U zo spoedig mogelijk zal toesturen, evenals een foto van het graf. Wat zijn particulieren eigendommen betreft, deze zullen u binnen enkele weken toegestuurd worden.
Hoogachtend,
Get. Door Kap. Th. H. Holthuis
Foto’s ‘Begrafenis Dirk Boender’ – 1948
Het verlaten van het kerkgebouw. De dragers zijn soldaten die onder hem dienden.
Op weg naar de begraafplaats. Links vooraan rijdt de Marechaussee der eerste klasse Abraham Lagerwerf uit de Hoeksche Waard. Hij maakte deel uit van het escorte.
Afscheid door zijn commandant, kapitein Holthuis.
De begraafplaats in 1948.
Foto ‘Het graf in 1984’
Deze foto maakte zijn zoon Gerrit, tijdens een bezoek aan Indonesië (Semarang) in 1984.
Knipsel ‘Rouwadvertentie R.T.M.’ – 22 november 1948
Beste Henk, Mijn zoon Hans heeft aangegeven dat ik gegevens zou kunnen verstrekken van Cornelis Kraak. Ik zie hier de grafsteen van Dirk Boender. Die naam heeft mijn vader Aart Kraak nogal eens gebruikt. Ik ben in 1950 geboren en moet het hebben van verhalen. Het erge is dat mijn oom nooit thuis gekomen is, hij verdronk bij de slag in de Javazee. Mijn oma is altijd op hem blijven wachten. Ik weet niet of ik op de goede plek aan het typen ben,daarom schrijf ik niet zo veel op. Mijn zus weet meer over oom Kees, zij is van 1938 en heeft hem gekend. Ik zal vragen of zij de foto van hem in matrozenpak op wilt sturen. U kunt mij wel mailen. Groet van Herma vd Heijden-Kraak.