Marshall Tyler: ik ben gastvrijer ontvangen dan 60 jaar geleden

Deze zomer bezocht de Amerikaanse Tweede Wereldoorlogveteraan Marshall E. Tyler voor het eerst Strijensas. Ongeveer ter hoogte van die plek kwam hij in november 1943 met zijn parachute aan de overkant bij Moerdijk bij het Hollandsch Diep neer. Hij werd vrijwel onmiddellijk door de Duitsers opgepakt. Een weerzien dat uiteraard met emoties gepaard ging. Zes van zijn kameraden zijn nooit gevonden en liggen er nog altijd. De Oud-Beijerlandse oorlogsschrijver Wim Wüst begeleidde de krasse Amerikaan. Ondanks de impact was er ook humor: ‘Ik ben nu tenminste gastvrijer onthaald dan 60 jaar geleden’, grapte Tyler achteraf.

Eind juli keerde Tyler, inmiddels dik in de tachtig, voor het eerst terug naar de plek waaraan hij zulke dramatische herinneringen bewaart. Wim Wüst, één van de auteurs van het boek `One of our aircraft is missing’, waarin de luchtoorlog boven de Hoeksche Waard in de periode 1940-1945 wordt beschreven, bracht hij een bezoek aan het Hollandsch Diep ten zuiden van Strijensas. Op 5 november 1943 was de het vliegtuig de `Blowing Bessie’ met een tienkoppige bemanning, waaronder navigator Marshall Tyler, op de terugweg van een bombardement op de Duitse stad Gelsenkirchen. Boven Breda raakte het in een vuurgevecht met Duitse jagers. Het toestel raakte in brand en stortte neer op een zandbank in het Hollandsch Diep. Vier bemanningsleden weten kort daarvoor met parachutes uit het brandende toestel te springen. Marshall Tyler komt neer aan de oever van de Roodevaart, net buiten de dijk langs het Hollandsch Diep. Hij komt tot zijn middel in de modder terecht. Een tweetal vissers die met een bootje te hulp schieten weet hem uit de zuigende modder te onttrekken. Inmiddels krioelt het echter van de Duitsers op de dijk en Tyler wordt direct gearresteerd. Twee anderen worden eveneens rond het Hollandsch Diep opgepakt. De vierde die uit het toestel wist te ontkomen, William J. Johnston, verongelukt bij het afspringen. Later komt Tyler met de twee andere bemanningsleden terecht in Stalag Luft I Barth. In mei 1945 worden ze daar uiteindelijk bevrijd. De Koninklijke Nederlandse Marine zoekt in de eerste novemberdagen in 1943 drie dagen tevergeefs naar de overige zes bemanningsleden en het vliegtuig. De gebeurtenissen staan uitvoerig beschreven in hoofdstuk 23 van het boek van Wim Wijst en Hans Onderwater. Veelzeggend heet het hoofdstuk in het boek dan ook: ‘Zes naamloze graven in het Hollandsch Diep’. Pas veel later, in 1969, worden bij bagger- en graafwerkzaamheden delen gevonden van het vliegtuig. Tijdens zijn onderzoek naar de reconstructie van de gebeurtenissen voerde Wim Wijst al geruime tijd correspondentie met Marshall Tyler. ‘Hij woont in Rochester, in de staat New York,’ vertelt Wim Wijst, ‘ik blijk er zelfs een keer vlak langs gereden te zijn, zonder toen te weten dat hij daar woonde. Deze zomer bracht hij een bezoek aan Europa. Aangezien hij in Denemarken zat schreef hij aansluitend een paar dagen een bezoek te willen brengen aan Nederland. Eind juli heb ik hem op Schiphol afgehaald. Dat was een mooi moment, als je zoveel met iemand gecorrespondeerd hebt, om hem dan in levende lijve te ontmoeten. We liepen elkaar bijna mis, hij is erg vitaal en oogt veel jonger dan hij is. Wim Wijst heeft al vaker oorlogsveteranen begeleidt naar plaatsen waar zij in de oorlogsjaren geweest zijn. Uit ervaring wist hij dan ook dat het goed is zo iemand niet al te zeer te belasten. ‘Bewust heb ik hem in een hotel in Rotterdam laten logeren, zodat hij ook even rust en afstand kon nemen. Als die mensen bij je thuis zijn en voortdurend over  die jaren moeten praten is dat vaak erg vermoeiend en belastend voor ze.’ Vanzelfsprekend maakte het bezoek van Tyler aan de plek waar het vliegtuig neerkwam de nodige emoties bij hem los. Wüst: `Het was toch al een vrij stille man, maar toen we bij de oever kwamen viel hij echt helemaal stil. Op zo’n moment moet je als buitenstaander een stapje terug doen en zo iemand rustig even alleen laten met z’n herinneringen.’ Het tweetal bracht ook nog een bezoek aan het Militaire ereveld in het Limburgse Margraten. Daar ligt het bemanningslid William J. Johnston begraven. Op de gedenkstenen staan de namen van de zes verdronken bemanningsleden. ‘Ook dat bezoek maakte diepe indruk op Tyler’, weet Wim Wüst. Marshall Tyler is 15 jaar geleden een keer in Amsterdam geweest, maar nooit eerder op de onheilsplek uit 1943. Toch heeft hij er geen spijt van volgens Wim Wüst. ‘Het bezoek was zwaar maar desondanks vertelde Tyler achteraf blij te zijn de plek nog een keer gezien te hebben.’ Overigens gaat ook de tweede druk van het oorlogsboek van Wüst en Onderwater grif van de hand. ‘Er blijkt veel vraag uit het buitenland te zijn. Je merkt dat er daar ook over gepraat wordt. Zeker bij die oudere generatie komen veel herinneringen weer boven. De mond-op-mondreclame doet ook overzee kennelijk z’n werk,’ besluit Wüst.

Knipsel ‘Ik ben gastvrijer ontvangen dan 60 jaar geleden’ – 2003

marshall-tyler-kompas-01 marshall-tyler-kompas-02

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *