In het Reformatorisch Dagblad van vrijdag 27 februari verscheen een artikel over het bombardement van Bezuidenhout. Hierbij kwam Pieternella Klein uit Goudswaard (en niet uit Piershil, zoals hier abusievelijk vermeld) om het leven. Pieternella Klein staat op het Monument Burgerslachtoffers WO2 Korendijk.
Bron: Reformatorisch Dagblad, L. Vogelaar
„Je zag de mensen overal heen hollen, hollen, hollen. Maar welke kant je ook uit holde, overal was er brand.” Meer dan 500 mensen kwamen om het leven toen de Haagse wijk Bezuidenhout op 3 maart 1945 werd gebombardeerd. Een tragische vergissing. Een fraaie toren met een heel hoge spits. Een hypermodern zwembad. Rijen statige huizen. Pleinen en monumenten. Het Bezuidenhout had allure. Tot de wijk verpulverd werd. Dwars door het aangrenzende Haagse Bos liep een 27 meter bre-de tankgracht, onderdeel van de Atlantikwall, die een geallieerde aanval op de kust moest dwarsbomen. Vlak achter die linie werden V2’s afgeschoten richting Londen. Een doelbewuste keuze: onder bomen die de installaties aan het zicht onttrokken, maar ook dicht bij een woonwijk. De raketten waren gevreesd, ook in Nederland, want ze stortten nogal eens voortijdig neer. Enkele honderden van deze nieuwe wapens, die niet te onderscheppen waren, vlogen het Kanaal over en zaaiden in Londen dood en verderf: ongeveer 3000 inwoners kwamen om, meer dan 6500 raakten zwaargewond en de verwoestingen waren groot.
De Britten wilden er een eind aan maken. Dat was moeilijk, want de V2’s werden op een mobiele lanceerinstallatie aangevoerd. Binnen twee uur tijd kon de raket rechtop worden geplaatst, volgetankt en gelanceerd. Daarna werd de installatie weggereden. Een bombardement zou dus alleen in die twee uren effect hebben. Het Haagse Bos was een van de drie locaties in en rond de hofstad waar de raketten werden afgeschoten. In Melsbroek bij Brussel en het Franse Vitry-en-Artois werden 56 Britse bommenwerpers in gereedheid gebracht om 2 punten langs de Leidsestraatweg in het Haagse Bos aan te vallen. Ze hadden zo’n 67.000 kilo brisant-bommen aan boord. In de vroege morgen van 3 maart 1945 stegen de vliegtuigen op. Vijf van de toestellen moesten vanwege mankementen voortijdig terugkeren. De andere bommenwerpers wierpen hun last uiterst nauwkeurig af, op de verkeerde plaats. Een jonge, onervaren officier had op de vliegkaarten het richtpunt moeten aangeven: horizontaal 042, verticaal 064. Hij markeerde: horizontaal 064, verticaal 042. Dat was 1250 meter van de bedoelde locatie, precies op de kruising van de Schenkstraat en de Louise de Colignylaan. Het was niet de enige misser. Ten onrechte dachten de geallieerden dat er geen mensen meer woonden in het gebied rond de doelen die ze voor ogen hadden. Er was geen rekening mee gehouden dat de wind naar het noorden was gedraaid en in kracht was toegenomen. De inzet van bommenwerpers van middelbare grootte in plaats van de lichtere jachtbommenwerpers gebeurde zonder overleg met de Nederlandse regering in ballingschap. Door de laaghangende mist konden de piloten niet zien waar ze waren.
Paleis Huis ten Bosch bleef gespaard, maar in de wijk pal erachter werden 3300 huizen, 290 winkels en bedrijfspanden, 10 openbare gebouwen, 9 scholen en 5 kerken met de grond gelijkgemaakt. Veel andere gebouwen waren beschadigd. Meer dan 500 mensen kwamen om en er waren 250 zwaargewonden. De overlevenden vluchtten massaal richting Voorburg. Vele duizenden van hen raakten dakloos. Met gevaar voor eigen leven schoten andere Hagenaars te hulp. Ze moesten zich behelpen met paard-en-wagen of handkarren omdat de Duitsers de ziekenauto’s hadden gevorderd en omdat er geen brandstof was. Ook bij de brandweer had de bezetter materieel ingepikt. Doordat ook waterleidingbuizen waren getroffen, was er gebrek aan bluswater. De herbouw van de wijk duurde meer dan zestig jaar. Er kwamen veel eenvoudige woningen en rijkskantoren tot stand. Tussen al die bouwwerken staat sinds 1995 het monument “Menselijke vergissing”, als herinnering aan die fatale fout in Frankrijk die het Bezuidenhout in een troosteloze puinhoop veranderde.