1943 – Jagen op Engelsche Vliegeniers

Dit rapport van Marechaussee Kool van 5 april 1943 geeft een mooi inkijkje op de beleving vanuit de bezetter. Diverse instanties waren betrokken bij het jagen op de piloten.

Marechaussee gewest ’s-Gravenhage, afdeling Oud-Beijerland, groep Oud-Beijerland

Rapport Betreffende de gevangenneming van drei Engelsche Piloten op het Eiland Tiengemeten op zondag 4 april 1943

Op zondag 4 april 1943, te 9 uur, kreeg ik Christiaan Cornelis Kool, Onder Luitenant der Marechaussee, Groepscommandant te Oud-Beijerland, van den Heer Burgemeester der gemeente Goudswaard, telefonisch bericht, inhoudende dat hij (burgemeester) bericht had bekomen, dat vermoedelijk een Engelsche Vliegenier zich op het eiland Tiengemeten bij den landbouwer van den Berg, wonende op genoemd eiland, onder de gemeente Zuid-Beijerland zou ophouden.

Ik, rapporteur, zegde genoemde Burgemeester toe, dat ik voor verdere maatregelen zou zorg dragen. Onmiddellijk heb ik de Post Commandant  van de Post der Marechaussee, te Zuid-Beijerland, de wachtmeester Theodorus le Grand, telefonisch bevel gegeven zich gereed te houden, en heb ik mij met een door mij gevorderden auto, naar genoemden Wachtmeester begeven. Met genoemden Wachtmeester begaf ik mij naar het overzet veer van Steven Bijl te Zuid-Beijerland, aangezien het eiland Tiengemeten, slechts alleen per veerboot te bereiken is.

De auto bij het veer achterlatend zijn wij per voet over het veer gegaan, en begaven wij ons op het eiland aangekomen naar den landbouwer Van den Berg aldaar. Te omstreeks 10 uur in de voormiddag van voormelden datum arriveerden wij aan de woning van genoemden landbouwer. Van den Berg deelde ons mede dat bij hem een militair , vermoedelijk een Engelsch piloot, wel was aangekomen, doch onmiddellijk daarop weder was vertrokken naar de woning van den Landbouwer Hage eveneens op genoemd eiland woonachtig, alwaar zooals hij van den Berg had vernomen nog twee Engelsche vliegeniers aanwezig zouden zijn.

Aangezien de woning van Hage, ongeveer 30 minuten gaans van de woning van den landbouwer van den Berg is gelegen vorderden wij van den landbouwer van den Berg twee rijwielen, waarmede wij ons naar de woning van den landbouwer Hage begaven. Aldaar troffen wij, drie in Engelsch militair Uniform gekleedde personen. Deze personen werden door ons niet verstaan. Onmiddellijk hebben wijn deze drie personen, na hun op wapens gefouilleerd te hebben aangehouden.

Daar het eiland Tiengemeten, des Zondags geheel is geïsoleerd (ook telefonisch) begaven wij ons met de gevangenen naar de achtergebleven auto, met de bedoeling de gevangenen naar de Marechausseekazerne te Oud-Beijerland over te brengen. Toen wij per motorboot bij de auto aankwamen, deelde vrouw van den veerman Bijl ons mede, dat wij met de Engelschen in de boot moesten blijven. Dit bericht was gekomen van een vrouw uit Oud-Beijerland, namens de Duitse Veldgendarmerie (later bleek mij, rapporteur, dat dit bevel was gegeven door het hoofd van den Luchtbeschermingsdienst te Zuid-Beijerland, genaamd Groeneweg). Dit bevel door een vrouw mij gegeven heb ik rapporteur niet opgevolgd, doch met de gevangenen gegaan naar de Marechausseekazerne te Oud-Beijerland.

Op weg daarheen heb ik te Zuid-Beijerland de Wachtmeester P. Evertse opdracht gegeven om onmiddellijk telefonisch contact te zoeken met de Marechaussee in den omtrek, tot het afzetten van het Pontveer Zuid-Beijerland-Tiengemeten en voor verder onderzoek op het Eiland naar eventueele meerdere vijandelijke Piloten  of door hun achtergelaten materialen. Tevens heb ik, rapporteur, bij de eerste Duitsche Instantie, zijnde een Uitkijkpost aan de Langeweg onder de gemeente Oud-Beijerland, kennis gegeven van de aanhouding en hun verzocht verdere Duitsche Instanties in te lichten. Hieraan werd door hen onmiddellijk voldaan.

Op onze reis ontmoette ik den Heer Burgemeester van Zuid-Beijerland, welke ik met het bovenstaande in kennis stelde. Deze Burgemeester deelde mij mede reeds op de hoogte te zijn, daar hij vanwege den landbouwer Hage, reeds was ingelicht; ook was door dezen Burgemeester reeds de Veldgendarmerie te Breda gewaarschuwd.

Te omstreeks 11.30 uur, van bovengenoemden datum, waren wij met de gevangen in de Marechausseekazerne te Oud-Beijerland. Onmiddellijk heb ik de Afdeelings Commandant, Luitenant van der Tholen gewaarschuwd, die spoedig verscheen. Aan den Gewestelijk Commandant der Marechaussee te ’s-Gravenhage, deed ik eveneens onmiddellijk kennisgeving van het boven gerelateerde; alsmede aan de Orts Commandant te Breda.

Te omstreeks 15.30 uur op Zondag 4 April 1943, kreeg ik telefonisch bericht van de Burgemeester van Zuid-Beijerland, dat inmiddels door de Duitsche Veldgendarmerie wederom een Engelsche Vliegenier was aangehouden en verzocht hij ons deze per auto af te halen. Op mijn last is deze Vliegenier per auto door de Wachtmeesters Lindhoud en Mastenbroek overgebracht naar de Marechausseekazerne te Oud-Beijerland.

Bedoelde vier Engelsche Vliegeniers zijn door Militairen van het Flugplatz Waalhaven te 16 uur van bovengenoemden datum van de Marechaussee overgenomen. Op last van de Duitsche Veldgendarmerie, welke zij mededeelde dat alle Vliegeniers waren gevangen genomen, heb ik de posten aan het overzetveer Zuid-Beijerland-Tiengemeten ingetrokken.

De namen van de door ons gevangen genomen Vliegeniers zijn als volgt:

James Lago, geboren 15 februari 1920, wonende te Timmens Ontario Canada (kapitein)

William Hoddinott, geboren te Vancove Br. Colombia, 12 mei 1908 (Officier)

Walland Phipps, geboren te Ottawa, 21 juli 1921, wonende te Ottawa (Sergeant)

Heden nacht (Van Zondag 4 op Maandag 5 April 1943) te 0.15 uur, werd mij Onder Luitenant der Marechaussee, door Marechaussee van der Kruit , Plantondienst, medegedeeld dat onmiddellijk opnieuw moest worden gezocht naar Engelsche Vliegeniers. Gelijktijdig werd ik telefonisch door Lanbouwer Vos, wonende op het eiland Tiengemeten gewaarschuwd, dat aldaar een Engelsche Vliegenier was aangekomen. Ik heb onmiddellijk de Wachtmeesters Le Grand en Evertse, beiden te Zuid-Beijerland, opdracht gegeven dezen Vliegenier te arresteeren, waaraan onmiddellijk werd voldaan (zie rapport Wachtmeester Le Grand).

Ik Onder Luitenant heb van deze aanhouding onmiddellijk kennis gegeven aan den Heer Gewestelijk Commandant der Marechaussee te ’s-Gravenhage, de Orts Commandant te Breda en aan den heer Burgemeester van Zuid-Beijerland. Aan de overige te mijner beschikking staande Marechaussee heb ik hedennacht direct opdracht gegeven om naar Engelse Vliegeniers te zoeken. Aan dit bevel werd voldaan en wordt thans het zoeken nog voortgezet. Van de uitvoering van deze opdracht heb ik mij persoonlijk overtuigd.

Heden 5 April 1943 te omstreeks 11 uur is de laatst bedoelde Vliegenier door Duitsche Militairen van het Flugplatz Waalhaven van de Marechaussee overgenomen. Waarvan dit rapport op afgelegden ambtseed, door mij Onder Luitenant persoonlijk opgemaakt, geteekend en gesloten te Oud-Beijerland, op 5 April 1943, ter hand gesteld aan den Marechaussee van der Kruit, met opdracht dit persoonlijk over te brengen naar den Heer Gewestelijk Commandant der Marechaussee te ’s-Gravenhage.

Rapport ‘Le Grand’ – 5 april 1943

Klik op de afbeelding voor een vergroting

                              

 

 

1 Comment

Add a Comment
  1. De lezer kan zich wellicht afvragen waarom de twee boeren op Tiengemeten zo ijverig waren met het aangeven bij de Marechaussee van de RAF-piloten. Dat heeft waarschijnlijk alles te maken met de reactie van de Duitsers op de hulp aan de overlevende bemanningsleden van het RAF vliegtuig dat in 1941 neerstortte dichtbij de hoek van de Stougjesdijk en 1e Kruisweg op de Greup. Buurtbewoners hebben geprobeerd de vliegeniers te verbergen voor de Duitsers, maar dat ging mis. Wegens hulp aan de vijand werden ze opgepakt en kort daarna doodgeschoten. Het verhaal van die tragedie staat vast wel elders op deze site. De boeren op Tiengemeten handelden uit lijfsbehoud.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *