Tekst ‘Toespraak Peter van Loo’, herdenking Westmaas (5 van Greup)

Oranjevereniging Westmaas organiseerde op 5 mei 2015 een herdenkingsbijeenkomst in de Dorpskerk. Om 10.00 uur hees burgemeester André Borgdorff op het kerkplein de vlag, dit ging vergezeld van een trompetsignaal. Daarna vond er een herdenkingsbijeenkomst plaats in de dorpskerk. Als eerste hield burgemeester Borgdorff een toespraak over thema ‘Vrijheid in deze tijd”. Vervolgens heeft de heer P. van Loo een lezing gehouden over ‘De Vijf van Greup’.

Toespraak Peter van Loo tgv herdenkingsbijeenkomst 70 jaar bevrijding, op 5 mei 2015 in de Dorpskerk van Westmaas

Dames en heren, jongens en meisjes.

“Vader en moeder, mijn konijnen zijn voor mijn zusje. Laat ze goed voor mijn konijnen zorgen.’ Dat schrijft Bas Barendregt in de laatste brief, die hij vanuit de gevangenis in Rotterdam aan zijn ouders stuurt. Uit zijn woorden kunt u afleiden dat hij niet verwacht levend uit die gevangenis te komen. En dat klopt. Kort daarna, op 19 september 1941, wordt hij door de Duitse bezetter omgebracht, een dag na zijn 22e verjaardag. Is Bas dan een crimineel of een belangrijke voorman uit het verzet? Welnee, hij is een gewone jongen van de Greup.

Hulp aan bemanningsleden van Brits vliegtuig

Wat is er op de Greup gebeurd? Ruim een jaar nadat de Tweede Wereldoorlog uitbreekt, maakt een Britse Wellington bommenwerper op 7 augustus 1941 rond kwart over 6 ’s morgens een noodlanding in de buurt van de Eerste Kruisweg in een bietenveld vlakbij de boerderij van de familie Blok. Het vliegtuig is na een dropping bij Lyon in Frankrijk geraakt door Duits afweergeschut en in slecht weer verdwaald.

Velen zien het gebeuren en nog meer gaan er kijken. Dat zie je niet elke dag. De jonge Bas Barendregt is koeien aan het melken als het vliegtuig naar beneden komt. Hij hoort het toestel neerkomen en gaat erheen. De zes bemanningsleden leven nog en komen uit het vliegtuig. Ze schieten met lichtkogels het vliegtuig in brand. Omwonenden geven hen o.a. kleding, eten en landkaarten. Zo geeft Arie van Steensel een pet, Arie van der Stel een zak met brood, en Pieter Wouter Kruythoff een landkaart, zodat de bemanningsleden weten waar ze precies zijn. De uniformen worden uitgetrokken en vervangen door burgerkleding. Op het erf van de familie Blok zijn naar schatting wel 80 tot 100 mensen.

De hulp van de omwonenden is geen heldhaftig gedrag. Ze denken vast niet na of ze dit wel moeten doen. Ze denken niet aan gevaar. Nee, ze doen het gewoon. Hoewel: iemand zegt: Kijk uit, het is oorlog, de Engelsen zijn de vijanden van de Duitsers. Maar het antwoord is: ‘Maar die mensen moeten toch ook eten’.

De reactie van de Duitsers

De Duitsers zijn woedend. Enkele weken daarvoor hebben ze zich bijzonder geërgerd dat de bevolking van Rotterdam bemanningsleden van een Brits vliegtuig dat in het centrum van de stad naar beneden komt als helden ontvangt. Dat pikken de Duitsers niet. Ze worden veel strenger voor iedereen die actieve hulp aan de vijand biedt en maken dat ook bekend.

In de loop van die 7e augustus arriveren de Duitsers in de Hoeksche Waard, naar schatting wel 350. Ze komen met bussen via de Barendrechtse brug. Dorpsomroeper Abraham Verloop krijgt het bevel rond te gaan en alle mannelijke inwoners van de Greup en Westmaas tussen de 18 en 40 jaar op te roepen zich te melden bij het gemeentehuis aan de Breestraat in Westmaas. Rond half 6 ’s middags komen de eersten daarheen. De Duitsers gaan elke woning doorzoeken, een razzia. In rijen staan de mannen op het plein. Sommigen worden naar binnen geroepen en ondervraagd, geschopt, bewusteloos geslagen. Wie heeft de bemanning geholpen en waar zijn die bemanningsleden? Dat willen de Duitsers weten. Buiten is het gegil te horen. De Duitsers dreigen één op de tien mannen af te voeren als niemand wat vertelt. Later wordt het dreigement nog erger: één op de vijf mannen zal worden afgevoerd. Mannen van één familie gaan bij elkaar staan, om zo te voorkomen dat alle leden van één familie zullen worden gedood. De mannen staan tot 2 uur ’s nachts buiten.

De eerste nacht worden vijf mannen afgevoerd naar het politiebureau Haagseveer in Rotterdam. Onder hen Pieter Wouter Kruijthoff en Joris de Heus, maar ook de 16- jarige Jacob van Rij, die nota bene in Oud-Beijerland wordt opgepakt als hij daar meedoet met een concert van zijn muziekvereniging.

Het is zaterdag 9 augustus. De burgerkleding die de bemanningsleden van omwonenden hebben gekregen wordt door de Duitsers in beslag genomen en gebruikt om erachter te komen van wie die kleding is geweest en wie dus kleding aan de bemanningsleden hebben gegeven. Locatie: de boerderij van de familie Blok. Mannen van de Greup moeten hun kleding uit de stapel halen en sommigen doen dat ook. Die middag worden weer vier mannen naar het Haagseveer overgebracht en op zondag 10 augustus nog eens vijf. Totaal dus veertien.

De bemanningsleden overleven

Wat gebeurt er intussen met de zes bemanningsleden? Ze proberen twee aan twee te ontkomen. Op de avond van de 7e augustus worden er al vier gearresteerd, de volgende dag de overige twee. Ze worden eerst naar het gemeentehuis in Westmaas gebracht en daarna naar Rotterdam. Uiteindelijk zullen ze allemaal de oorlog overleven. Van één van hen, de Britse co-piloot Ronald Charlesworth, zijn in 2013 o.a. een zoon en dochter aanwezig bij de onthulling van het gedenkteken aan de Stougjesdijk. Als tijdens de verhoren aan deze co-piloot gevraagd wordt hoe hij aan de burgerkleding is gekomen, wil hij niemand verraden en zegt hij stoer: ‘Ik kwam iemand tegen, sloeg hem neer en stal zijn kleding’.

Veroordeling van de mannen van Greup

De verhoren van de veertien mannen van de Greup op het hoofdbureau van politie zijn niet zachtzinnig. Al op 12 augustus vindt een rechtszaak plaats. Het oordeel luidt: zes mannen worden vrijgesproken, drie krijgen lange gevangenisstraffen opgelegd en vijf worden ter dood veroordeeld. Een klein vergrijp en een zéér harde vergeldingsmaatregel die afschrikwekkend moet werken. En toch tonen de Vijf nooit spijt.

Op 19 september 1941 worden de Vijf omgebracht. Het zijn:

Arie van der Stel, 60 jaar oud

Joris de Heus, 52 jaar oud

Pieter Wouter Kruythoff, 29 jaar oud

Arie van Steensel, 26 jaar oud en

Bastiaan Arie Barendregt, 22 jaar oud.

Niemand weet hoe en waar ze worden omgebracht en waar zich eventuele stoffelijke resten bevinden. DNA-onderzoek met medewerking van nabestaanden heeft tot nu toe geen resultaten opgeleverd. Het stemt me dankbaar dat ik één van de initiatiefnemers mocht zijn om aan de Stougjesdijk een gedenkteken op te richten voor deze vijf mensen. Een gedenkteken als teken van respect en eerbied. De onthulling vindt plaats op 19 september 2013, precies 72 jaar na het voltrekken van de doodvonnissen.

Drie personen krijgen lange gevangenisstraffen. Jan Willem Scherpenisse en twee jongens, Marinus van Steensel (17 jaar oud) en Jacob van Rij (16 jaar oud). Scherpenisse krijgt levenslang, de jongens 10 jaar tuchthuis. De moeder van Marinus mag in juni 1942 haar zoon in de gevangenis bezoeken. De drie overleven allemaal de oorlog, maar zijn wel erg verzwakt en vermagerd.

Andere oorlogsslachtoffers uit Westmaas

Er komen meer inwoners van Westmaas om door hun rol in het verzet of in het oorlogsgeweld.

Nicolaus Bout is een vooraanstaand verzetsman, lid van de Binnenlandse Strijdkrachten en van de Landelijke Organisatie voor hulp aan onderduikers. Hij wordt vlak voor het eind van de oorlog in Mijnsheerenland gearresteerd en in Rotterdam gefusilleerd.

Johannes Kolf neemt als verzetsman o.a. deel aan de overval op het Huis van Bewaring in Leeuwarden in december 1944, waarbij een groot aantal verzetsmensen wordt bevrijd. Hij wordt op 29 januari 1945 in Leeuwarden door de Sicherheitsdienst doodgeschoten.

Jacob van Etten, oorspronkelijk inwoner van Westmaas, maar tijdens de oorlog woonachtig aan de Blaaksedijk, is lid van de Binnenlandse Strijdkrachten. Hij verlaat op 4 mei 1945, op de vooravond van Bevrijdingsdag, zijn onderduikadres in de veronderstelling dat de bevrijding reeds een feit is. Hij wordt aan de Hoflaan in Mijnsheerenland doodgeschoten.

Hun namen leven voort in straten en een plein in Westmaas en Mijnsheerenland.

Jan Witvliet, ook inwoner van Westmaas, is stoker op de kruiser “Java”. Hij komt om in februari 1942 tijdens de slag tegen de Japanse vloot in de Javazee, waarbij de kruiser wordt getorpedeerd.

Opdat wij niet vergeten

Voor hen die de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt, of een andere oorlog zoals in Irak of Afghanistan, maar ook voor nabestaanden van oorlogsslachtoffers zijn Dodenherdenking en Bevrijdingsdag moeilijke momenten. Sommigen hebben nooit kunnen of willen praten over alles wat ze hebben meegemaakt. De armoede van net na de oorlog vraagt om aanpakken. En er zijn vandaag de dag nog steeds mensen die zwijgen over deze zwarte bladzijden in de geschiedenis.

Wij mogen nooit vergeten wat verzetsmensen, militairen maar ook gewone burgers hebben gedaan voor onze vrede.

Opdat wij niet vergeten is het gedenkteken in Greup opgericht. De nabestaanden hebben nu een plek om de Vijf te gedenken.

Opdat wij niet vergeten, worden de doden elk jaar op vele plekken herdacht, bijvoorbeeld bij het monument Moeder aan de N217 bij Heinenoord.

Opdat wij niet vergeten, wordt er op scholen aandacht besteed aan de Tweede Wereldoorlog en wat er toen in de Hoeksche Waard is gebeurd. De CSG Willem van Oranje is nauw betrokken bij het gedenkteken van Greup. Leerlingen van die school zijn aanwezig bij de onthulling in 2013 en bij de eerste herdenking in september 2014. En er worden werkstukken aan dit onderwerp gewijd.

Opdat wij niet vergeten, wordt er op dit moment in de museumboerderij van het Streekmuseum Hoeksche Waard in Heinenoord een tentoonstelling gehouden over de Tweede Wereldoorlog in de Hoeksche Waard.

Opdat wij niet vergeten, wordt er in Westmaas gewerkt aan een verhalenbundel over de oorlog en aan een plaquette.

Zo worden op vele manieren de verhalen doorgegeven aan volgende generaties. Het is hartverwarmend om te zien hoeveel mensen en hoeveel kinderen gisteravond bij de herdenking bij monument Moeder aanwezig waren.

In memoriam Joris de Heus

Dames en heren, jongens en meisjes.

Ik sluit af en kom terug bij de Vijf van Greup. Ze zitten in Rotterdam gevangen samen met o.a. ds. Buskes, een bekend predikant. Ds. Buskes spreekt met hen tijdens het luchten. De Vijf hebben het ook moeilijk met hun geloof en zijn blij met de korte gesprekken die ze met de dominee kunnen voeren.

Als Ds. Buskes vrij komt, schrijft hij een ‘In memoriam Joris de Heus’, dat illegaal wordt verspreid. U hebt het vast eerder gehoord, maar het blijft indrukwekkend.

Hij was een Nederlander
en hielp een Engels piloot.
De Gestapo nam hem gevangen
en veroordeelde hem ter dood.

Hij had een vrome moeder
en heette Joris de Heus.
Het bloed sloeg door zijn lichaam
als het bloed van een watergeus.

Hij zat vijf weken gevangen
in een cel aan het Haagse Veer.
Bij het luchten, iedere morgen,
liep hij met mij op en neer.

Wij zagen naar de wolken,
die kwamen van over Westmaas.
Het heeft ons niet geholpen,
wolken zijn week helaas.

Hij had zijn geloof verloren
en deed er niet meer aan,.
maar in die laatste weken
is er veel door hem heengegaan.

Hij hield heel veel van zijn moeder,
maar zei bitter nee tegen God.
Hij kon de dood niet aanvaarden
en lag overhoop met zijn lot.

Maar op een van de laatste dagen
bleef Joris voor mij staan,
zag mij, die zijn vriend was geworden,
zo vreemd en wonderlijk aan.

Ik heb mijn kop gebogen,
al heeft het mij veel gekost.
Nu ben ik, zei hij bewogen,
door Jezus Christus verlost.

Maar ik tegen de muur sta,
houd ik mijn kop recht in de zon.
Ik ben niet bang meer voor de dood
nu ik het leven won.

Vertrouwend zal ik dan lopen
mijn hart en leven bieden.
Nooit zullen de lammelingen
een traan in mijn ogen zien.

Dat zei hij, die laatste morgen.
Ik zag mijn vriend nooit meer.
Dit waren zijn laatste woorden,
de allerlaatste keer.

Hij was een Nederlander
en hielp een Engels piloot.
De Gestapo nam hem gevangen
en veroordeelde hem ter dood.

In de inleiding op dit gedicht staat onder meer:
‘Er moet vergeten worden, want hoe kan een mens leven zonder te vergeten.
Maar zo nu en dan moet er een zijn, die gedenkt.
Met dankbaarheid en eerbied gedenk ik deze vijf mannen, die op een ogenblik deden, wat ze moesten doen. Er zat geen romantiek bij. Ze deden wat hun hand vond om te doen. Een stukje verzet in Nederland.’

Dit is het verhaal van de Vijf van Greup. Opdat wij niet vergeten en onze vrijheid van nu koesteren.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *