Frans Johannes Visser werd geboren op 19 november 1910 te Zevenbergen als zoon van Jan Visser (7 maart 1868, Goudswaard) en Pieternella van Nieuwenhuijzen (26 januari 1878, Dinteloord). Jan en Pieternella trouwden op 5 mei 1898 te Dinteloord en kregen zeven kinderen: drie zoons en vier dochters. Hij staat vermeld op het Monument Burgerslachtoffers WO2 Korendijk
Bevrijd, maar niet veilig
Oorspronkelijk was het gezin Visser woonachtig te Dinteloord. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was het gezin al naar Goudswaard verhuisd en was zoon Frans werkzaam als landarbeider. In februari 1944 werd besloten dat grote gebieden in de Hoeksche Waard moesten worden ontruimd, vanwege de voorgenomen inundatie van het gebied. Vanaf 16 februari 1944 werd voor de dorpen Goudswaard, Piershil en Zuid-Beijerland het bevel uitgevaardigd dat de inwoners binnen een week moesten verdwijnen.
Iedereen ging naarstig op zoek naar een evacuatie-adres en niet altijd was er op hetzelfde adres plaats voor alle leden van het gezin. De nog thuiswonende kinderen Frans, zijn broer Adriaan en zijn zuster Nel zijn geëvacueerd naar Dinteloord, terwijl hun ouders elders onderdak vonden. De drie kinderen van Jan en Pieternella werden opgenomen in het gezin van hun oom Johannes van Nieuwenhuijzen. Deze oom woonde net buiten het dorp, aan de havenkant. Frans, die toen 33 jaar was, ging ook daar als landarbeider aan de slag. Hij vond werk bij een boer Van Nieuwenhuijzen, die geen familie van zijn oom was.
Aan het einde van 1944, ongeveer acht maanden na de aankomst van Frans met zijn broer en zus in Dinteloord, werd in dit gebied hevig gevochten tussen de Duitsers en de oprukkende geallieerden. In de nacht van 31 oktober bereikten de eerste Canadese troepen de polders rond het zuidelijker gelegen Steenbergen en Welberg. Na de bevrijding van Welberg volgde Steenbergen, op 4 november 1944. Op diezelfde dag werd Dinteloord bij vergissing gebombardeerd door de geallieerden, waarbij tientallen doden vielen. Het duurde nog tot 9 november 1944 voor ook Dinteloord bevrijd was. Omdat de bevrijding van de rest van Nederland nog maanden op zich liet wachten konden de twee broers en zus nog niet terug naar Goudswaard. In bevrijd gebied maakten zij er maar het beste van, terwijl ze hoopten snel te kunnen terugkeren naar het ouderlijk huis. Dat hun verblijfplaats net buiten Dinteloord niet helemaal ongevaarlijk was kwam door de aanwezigheid van de Duitsers op Goeree-Overflakkee. De strijdende partijen schoten regelmatig granaten naar elkaar. Dit zogenaamde storingsvuur, bedoeld om eventuele vijanden te verjagen, kon voor boeren op het land tot gevaarlijke situaties leiden.
Dit ondervond Frans Visser aan den lijve toen hij op 1 december 1944 samen met andere arbeiders werkzaam was op het land van boer Van Nieuwenhuijzen. De mannen waren bezig met het vullen van zakken met aardappelen toen ze door een granaataanval werden verrast. Frans kreeg een granaatscherf in zijn buik en werd opgenomen in het veldhospitaal van de geallieerden. Nadat hij daar enkele dagen was behandeld werd hij overgebracht naar het ziekenhuis Charitas in Roosendaal. Zijn zus Nel ging daar dagelijks bij hem op bezoek.
Zijn toestand bleef in de weken daarna zorgwekkend, er moest zelfs een been worden afgezet. Op 9 februari 1945 is hij aan zijn verwondingen overleden en waarschijnlijk te Roosendaal begraven. Na de oorlog is Frans Johannes Visser herbegraven te Goudswaard.
Foto’s en afbeeldingen Frans Visser
Familiefoto, rechts Frans Visser.
Familiefoto, rechts Frans Visser.
Uitsnede van bovenstaande foto; Frans Visser.
Army Form Frans Visser.
Ansichtkaart van het ziekenhuis te Roosendaal.
Begraafplaats Goudswaard