De crosser Wim Baars (Hofkrant 2005)

willem-baars-onderscheidingTer gelegenheid van de 60-jarige bevrijding verscheen in de Hofkrant van april 2005 een artikel over Wim Baars.

Het verzet in de Hoeksche Waard wilde contact maken met het bevrijde zuiden. Wim Boot, schipper van de “Pellicaan’, het veerbootje dat van Puttershoek naar Dordt voer, zocht daarom een man die bekend was met de wateren tussen de Hoeksche Waard en Brabant. Die man was Wim Baars. Hij had de waterwegen goed leren kennen als helper van zijn broer en kende de stromingen en getijden op het Hollandsch Diep goed. Wims eerste vaart naar het zuiden ondernam hij samen met drie andere mannen, onder wie Wim Boot. De reis ging via Tiengemeten. Daar vond hij na een tijd zoeken een rietaak, die geschikt was om te gebruiken voor de overtocht. Er lagen zelfs roeispanen in de boot. Ze stapten in en merkten dat er wel wat water in stond. Ze hoosden de boot en leeg en laadden daarna hun fietsen in. Ze wilden vertrekken, maar konden dat niet omdat het eb was. De boot lag vast in de bodem. Pas toen het vloed werd, raakte de boot los. Ze hadden lang moeten wachten en de mannen waren inmiddels ijzig koud geworden. Ze roeiden door het Vuile Gat naar het Hollandsch Diep. Daarna via het Hellegat naar Willemstad. Toen ze in de buurt van Willemstad kwamen, werd er op hen geschoten. Dat was een grote schok, want het vuur kwam niet van de vijanden, maar van de vrienden, de Canadezen. Ze probeerden de schoten te ontwijken en riepen: “Goed volk.” “Hands up”, werd er geroepen. “Handen omhoog”, hoorden ze daarna. Ze deden meteen alle vier hun handen omhoog, waardoor het bootje begon te tollen. Wim Baars pakte daarop snel de roeispanen, waardoor het bootje weer tot rust kwam en hij roeide de boot netjes naar de wal. De andere drie bleven hun handen omhoog houden, tot ze aan land konden gaan. Aan wal werden ze gefouilleerd. Pas toen duidelijk werd dat ze betrouwbaar waren, brachten verzetsmensen van Willemstad hen naar het dorp. Wim Boot, die naar Breda moest voor een bijzondere opdracht, zei dat hij bericht van hun komst had gestuurd. Dat was echter niet bij deze groep aangekomen. Wim Baars en de anderen moesten acht dagen wachten tot Boot terugkwam en draaiden onderwijl wachtdiensten mee met de mannen van het Willemstadse verzet. Tenslotte, ruim een week later, kwam Wim Boot terug, samen met de radio-operator Jack Love, die vanuit het bezette gebied berichten zou moeten overseinen naar de geallieerden. Jack nam twee zend- en ontvangstapparaten met zich mee en een set reserve-onderdelen. Hij had ook een eigen fiets bij zich. Er moest dus heel wat in de roeiboot gezet worden en het kostte veel moeite voordat ieder een goede zitplaats had en de reis naar de Hoeksche Waard weer kon worden ondernomen. Dit keer gingen ze niet naar Tiengemeten. Ze roeiden naar Oudendijk, achter Goudswaard. Ze kwamen daar bij eb aan en konden het haventje daarom niet binnen. Ze moesten wachten tot het vloed was. Na lang wachten in de slikken in de buurt van de haven, konden ze eindelijk de haven binnenvaren. Ze stapten uit, maakten de boot leeg en lieten die achter. Met hun materialen achterop hun fietsen en in de fietstassen, reden ze de dijk over. Wim Baars kwam enige dagen later weer in ‘s-Gravendeel terug. Dit was de eerste reis die hij maakte. Hij maakte daarna verschillende tochten naar en van het zuiden, vaak met gevaar voor eigen leven. Wim Baars heeft van president Dwight Eisenhouwe een bedankbrief gekregen. Later is hij door koningin Juliana beloond met het Kruis van Verdienste.

De verhalen van Boot en Baars zijn later opgeschreven. Het boekje kunt u hier downloaden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *