1941 – Clandestien slachten een volksgevaar

Clandestien slachten een volksgevaar Het A N P meldt: De laatste weken zijn herhaaldelijk berichten in de dagbladen verschenen waaruit op te maken viel, dat het euvel van clandestien slachten een grooten omvang heeft aangenomen. Zonder publiek zonder afnemers zou dit geheim slachten, dat uiteraard alleen door ongure elementen bedreven wordt, niet bestaan. Een fatsoenlijk slager, die zich van zijn plicht ten opzichte van zijn beroep en ten opzichte van de gemeenschap bewust is, blijft met zijn handen van dergelijke praktijken af. Het publiek, de afnemers van het clandestien geslacht vleesch zijn in meer dan een opzicht de bedrogenen. In de eerste plaats moeten zij voor het clandestien geslacht vleesch heel wat meer betalen dan normaal. En dit terwijl het vleesch van lagere kwaliteit is en de slachtkosten geringer zijn. Voorts weet het publiek niet onder welke onhygiënische en alle begrippen van volksgezondheid tergende omstandigheden zulk een geheime slagerij werkt. Een dezer dagen heeft men juist een ontstellend inzicht in zulk een clandestiene slagerij gekregen. De politie ontdekte op een wagen clandestien vervoerd vee. Men kwam er achter waar de plaats van bestemming was. De geheime slagerij bevond zich in een primitieve loods. Temidden van alle mogelijke vuiligheid, wagensmeer, poetskatoen, enz. trof men vers geslacht vleesch aan. De resten, beenderen en afval lagen overal in het rond op den grond op een stuk boomstam en een hoopje steenen. De bedrijven van dit misdadig spel, natuurlijk Joden, bekenden, dat het de bedoeling was, deze resten nog tot gehakt en worst te verwerken. Nergens was een kraan of een spoelbak in de buurt. De messen, waarmee men de dieren geslacht had, waren nog bedekt met geronnen bloed, waarover tallooze vliegen gonsden.  Doch dit was nog niet alles. Dat de clandestiene slagers niet meer tot het normale menschensoort behoren, doch een misdadigen aanleg bezitten, bleek wel zeer duidelijk uit het feit, dat zij jong vee gestald hadden in de geheime slagerij. Een schaap at van, hooi, dat met bloed besprenkeld was, terwijl een groot schouderstuk van een pasgeslacht kalf op den grond naast het vuil van het etende schaap lag. In een anderen hoek van de loods stond een jong kalf; beide dieren die vroegtijdig het slachten ten offer vielen, hebben vele uren lang getuigen van de ergste soort van dierenkwellerij moeten zijn. Het Is een ieder duidelijk, dat van een slachten onder dergelijke technisch ongunstige omstandigheden nauwelijks sprake kan zijn. Het is geen slachten meer. Het is een vermoorden en tergend kwellen van jonge dieren door misdadigers. Fatsoen en afschuw verbieden het, nog meer in bijzonderheden af te dalen. Wanneer men hoort en ziet, dat het juist vieesch uit zulk soort geheime slagerijen is, dat zonder bonnen tegen hooge prijzen aan het publiek geleverd wordt, kan men een diep gevoel van onpasselijkheid en afschuw nauwelijks onderdrukken. Maar wat nog veel erger is: door het drijven van handel in clandestien slachtvleesch, wordt de normale voedselvoorziening der bevolking ernstig in gevaar gebracht. Deze jonge dieren, die misdadige handen van Joodsche zwendelaars onder hemeltergende kwellerijen in zulke met alle hygiëne spottende omstandigheden vroegtijdig van het leven berooven, worden aan de normale vleeschvoorziening onttrokken. Zulke clandestiene slagerijen zijn er schuld aan, dat de huisvrouwen uren in de rij moeten staan bij de bonafide handelaren in de steden. Zulke slagerijen zijn er schuld aan, dat vleeschvergiftiging en alle mogelijke ziekten optreden, zooals helaas reeds verschillende malen geconstateerd werd. Ongekeurd wordt dit vleesch aan de markt gebracht. Het is duidelijk, dat de gevolgen niet uitblijven. Het algemeen belang eischt, dat het euvel van dezen smokkelhandel In clandestien vleesch uitgeroeid wordt. Deze misdaad aan de gemeenschap mag niet blijven bestaan, een regelmatige voedselvoorziening wordt gesaboteerd, de volksgezondheid wordt ernstig geschaad, tuchtelooze misdadigers verrijken zich ten koste der gemeenschap. Wanneer een ieder, in den strijd tegen deze volksvijandelijke elementen meewerkt, helpt hij een rechtvaardige en afdoende verdeeling van levensmiddelen verzekeren. Wanneer men zijn gedachten over deze ongure practijken Iaat gaan moet het niet moeilijk zijn, medewerking te verleenen om hieraan paal en perk te stellen. Clandestien slachten is een volksgevaar.

Knipsel ‘Clandestien slachten een volksgevaar’ – Rotterdams Nieuwsblad 19 juni 1941

Onderstaand artikel verscheen in de krant in 1941. Om de regels van de Duitsers te ontlopen werd er veel clandestien geslacht, de slachters werden door het volk eerder als helden dan als misdadigers beschouwd. Met dit soort artikelen, niets anders dan propaganda, probeerde de Duitse bezetter het clandestien slachten tegen te gaan.

clandestien-rd-19juni1941

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *