In augustus 1941 voltrok zich in het café van De Ruiter, aan de haven van Puttershoek, een incident waarbij een 23-jarige Nederlandse jongeman om het leven kwam, door toedoen van een Duitse soldaat. In de krant werd alleen op 29 november 1941 binnen de publicatie van de Burgerlijke Stand vermelding gemaakt van het trieste overlijden van Cornelis de Deugd (uit Heerjansdam).
Knipsel ‘Burgerlijke stand Puttershoek’ – 29 november 1941
Cornelis de Deugd (geboren 24 juni 1918 te Zwijndrecht) uit Heerjansdam kwam op zondag 16 november 1941 over met het veerpontje vanaf Groote Lindt. Voor hij aan de slag ging bij de Suikerfabriek bracht hij een bezoek aan het café aan de haven. Hier werd hij vermoord door een Duitse soldaat; deze persoon was werkzaam bij de zoeklichtbatterij bij Heinenoord (Barendrechtse Brug).
In het archief DIEP in Dordrecht zijn diverse documenten aangetroffen over deze affaire; helaas is het Proces Verbaal waarover wordt gesproken tot op heden onvindbaar.
In het boek ‘Een goede spion kan oud worden!’ (Karel Westdorp van de Stichting Oud-Puttershoek schreef dit boek over A.A. Spitters en maakte onderstaande vertaling van het door Spitters beschreven voorval) komt het hoofdstuk ‘Moord in het café van de Ruiter’ voor. In dit hoofdstuk wordt het incident als volgt beschreven:
…wij waren aan de beurt om te gaan biljarten. Gelijktijdig praten we met de twee dochters van de eigenaar van het café. Dan komen drie Duitse soldaten naar binnen en lopen naar de bar. Ze lachten en leken mij een beetje al te vriendelijk. Een van de Duitse soldaten bood de twee Hollandse mannen een biertje aan. De Hollander die naast hem stond weigerde pertinent het aan te nemen. De Duitser scheen verrast te zijn door het antwoord. Hij zei: ,,Je haat ons, is het niet?”. De Hollander nam niet de moeite om hierop te antwoorden. De Duitser vroeg aan de buffetbediende vijf bierglazen te vullen en schoof er twee naar de Hollandse jongens en gelastte hun om te drinken. De Hollander duwde het glas weg en dat maakte de Duitse soldaat woedend. Hij haalde zijn bajonet tevoorschijn en stootte het in de borst van de Hollander. Hij raakte hem recht in zijn hart en de Hollander viel op de grond en was dood. Ik dacht dat het beter was geweest als hij het biertje had aangenomen. Ik was geschokt en in paniek, maar niet dom. In twee tellen was ik de deur uit en naar huis gerend. Kort daarop verscheen de politieagent van het dorp. Hij wilde alles weten van wat er gebeurd was. Niet lang daarna werd ik gedagvaard om voor het Duitse militaire gerechtshof in Amsterdam te verschijnen. Daar ontmoette ik de Ruiter en zijn twee dochters. In de rechtszaal waren drie militaire rechters aanwezig die uiteindelijk over de straf van de Duitse soldaat zouden beslissen. Ik en de dochters van de Ruiter legden een getuigenis af. De Duitser werd schuldig bevonden aan moord. Wat was zijn straf? Hij moest negentig dagen aan het front dienen.
Documenten ‘Caféruzie met Duitser noodlottig’ – augustus 1941
Helaas is het Proces Verbaal waarover wordt gesproken tot op heden onvindbaar.