1939 – Distributie Stamkaart (Dorst Maasdam)

Fraaie Hoekschewaardse exemplaren van de Distributie Stamkaart en de Tweede Distributie Stamkaart, op naam van de landbouwer Bastiaan Dorst, zijn echtgenote Lijntje Steenhoek en dochter Marina Willemijntje Dorst, woonachtig B81 Maasdam. 

Afbeeldingen Distributie Stamkaart en Tweede Distributie Stamkaart

Klik op een afbeelding voor een vergroting 

Distributiestamkaart
De (eerste) Distributiestamkaart werd vanaf eind september 1939 uitgereikt aan iedere ingeschrevene in het bevolkingsregister of het verblijfsregister, ongeacht de leeftijd, en officieel ingevoerd op 11 oktober 1939. Op vertoon van deze persoonsgebonden stamkaart werden periodieke bonkaarten verstrekt. In 1941 was deze kaart een vereiste voor de verplichte aanvraag van een persoonsbewijs voor iedere inwoner van Nederland van vijftien jaar en ouder.

Tweede Distributiestamkaart
Vanaf 1 januari 1942 was iedere inwoner van Nederland van vijftien jaar en ouder verplicht als legitimatie een persoonsbewijs bij zich te dragen. Vanwege het grote aantal valse persoonsbewijzen werd vanaf eind 1943 een nieuwe vervangende Tweede Distributie Stamkaart ingevoerd. Men moest zich melden bij de distributiekantoren met de oproepkaart, de (eerste) Distributiestamkaart en het Persoonsbewijs. Het persoonsbewijs werd vervolgens gecontroleerd op ‘echtheid’. Na goedkeuring werd een controlezegel naast de pasfoto op het Persoonsbewijs geplakt. Door de invoering van de Tweede Distributie Stamkaart trad de oude Distributiestamkaart op 18 juni 1944 buiten werking.

De distributie

De distributiediensten vielen onder het Centraal Distributiekantoor (CDK) van de Directie Handel en Nijverheid van het Ministerie van Economische Zaken. De uitreiking van een bonkaart werd aangegeven in één van de vakjes van de distributiestamkaart door middel van een aantekening of stempel. De nummers van de producten en de periode waarin men deze producten tegen betaling en inlevering van de bon kon verkrijgen, werden bekend gemaakt via de krant en aanplakbiljetten. Daarnaast kwamen in de vakjes van de eerste distributiestamkaart nog andere tekens terecht: onder andere voor de textielkaarten, voor de brandstoffenkaarten en ook voor incidentele verstrekkingen, zoals schoenenbonnen of bonnen voor het kopen van een fietsband. Aangezien de distributiestamkaart behoorlijk vol raakte met aantekeningen en stempels kwamen er in 1942 de inlegvellen, verdeeld naar leeftijdsgroep en inkomen. Deze inlegvellen bestonden uit de zogenaamde ‘K-inlegvellen’ voor personen boven een bepaalde inkomensgrens en de ‘L-inlegvellen’ voor personen beneden deze inkomensgrens.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *