Zoals het zich thans laat aanzien, zal de R. T.M. spoedig haar diensten, zij het aanvankelijk in zeer beperkte mate, hervatten. Weliswaar heeft de R.T.M. gedurende de oorlog van haar materiaal heel wat verloren zien gaan, maar er is gelukkig toch nog wel enig materiaal bedrijfsklaar. Het wachten was op kolen en dit is thans op zeer korte termijn in het vooruitzicht gesteld. Het ligt in de bedoeling, dat aanvankelijk in beide richtingen vier trams per dag zullen rijden op de trajecten Rotterdam- Oostvoorne, Rotterdam-Hellevoetsluis, Middelharnis(haven)-Oud-dorp, Rotterdam- Oud-Beijerland, Rotterdam-Klaaswaal en Burgh-Zijpe. Ook de bootdiensten zullen zo mogelijk nog worden uitgebreid. Op het ogenblik onderhoudt de R.T.M. of haar dochtermaatschappij, de Vlaardingsche StoombootMaatschappij, een 2 x daagse dienst tussen Brielle en Rotterdam, 1 maal per dag een dienst Middelharnis-Rotterdam v.v. en 1 maal per dag een dienst Zierikzee-Rotterdam v.v. Deze laatste wordt onderhouden met het voor dit doel veel te kleine motorvaartuig „Annegje”. Binnenkort zal evenwel het s.s. „Schouwen en Duiveland” in de vaart komen op het traject Rotterdam-Zierikzee. Voorts vaart de „Haringvliet” tussen Middelharnis(haven) en Hellevoetsluis en zal de „Willemstad” spoedig in dienst komen op het traject Numansdorp-Willemstad. De verliezen, welke de R.T.M. heeft geleden zijn zoals begrijpelijk zeer aanzienlijk, ondanks het feit, dat geen materiaal is weggesleept. 8 locomotieven zijn er onherstelbaar en 8 zwaar beschadigd, bovendien nog 18 in lichtere mate ; 17 locomotieven zijn bedrijfsklaar. Wat de personenrijtuigen betreft valt een verlies te betreuren van 7 rijtuigen ; 18 rijtuigen zijn zwaar en 26 licht beschadigd, 33 zijn bedrijfsklaar. Voorts zijn 46 goederenwagons verloren gegaan, 122 zwaar en 202 licht beschadigd, 375 goederenwagons zijn bedrijfsklaar. Alle groote schepen van de R.T.M. zijn tot zinken gebracht, de ,Lelie” in Numansdorp, de ,Zierikzee” in Hellevoetsluis, de „Schelde” in Dintelsas. De „Minister van der Sleyden” is al gelicht maar heeft nog explosieve lading aan boord. Het ergste heeft het autopark van de R.T. M. van den oorlog te lijden gehad. Van de 39 vrachtauto’s is er niet één behouden gebleven, van de 29 autobussen, twee oude, model 1926 en 1927! De verbinding van de eilanden met Rotterdam zal dus geheel nieuw moeten worden opgezet. Maar dat zal ook gebeuren, want de oorlogstijd is tevens benut om moderniseringen voor te bereiden. Een ernstige studie heeft geleerd, dat uit economische overwegingen op deze trajecten noch electrificering noch een volledige doorvoering van het autoverkeer mogelijk is. De modernisering zal daarom, worden gezocht in een verbetering van het railverkeer en deze modernisering zal op korten termijn ter hand worden genomen.
Knipsel ‘De R.T.M. gaat weer rijden’ – De Koerier nr. 64 – 11 augustus 1945