Knipsel ‘Toen de oorlog begon – deel 16 (Hendricus Baars – Kornwerderzand)’ – AD Rotterdams Dagblad, editie Hoeksche Waard, 9 mei 2015
Op de zandplaat Kornwerderzand, gelegen in de Zuiderzee, verrees in de jaren ’20 voor de aanleg van de Afsluitdijk een werkeiland. Na de bouw van de Afsluitdijk zorgde op deze plaats een stelsel van kazematten (bunkers) voor de bescherming van de sluizen en het waterpeil van het IJsselmeer. Bij de inval in 1940 waren de Duitsers van plan om Amsterdam vanaf twee kanten aan te vallen. In het noorden kwamen ze in Friesland bij de Afsluitdijk uit. Vier stukken geschut versterkten op 10 mei 1940 de Friese ‘wonstelling’ vanuit Den Helder. Drie daarvan werden geplaatst op de kop van de Afsluitdijk. Matroos tweede klasse Hendricus Baars uit Nieuw-Beijerland diende bij één van deze stukken. Op 12 mei bleek die positie niet meer te houden en moest het Nederlandse leger zich terugtrekken. Luitenant Ham schreef over die dag: „Rond 14.30 uur naderde op de dijk een wanordelijke troep, ten dele marcherende, ten dele in autobussen?’ Bijna het gehele bataljon trok zich in de richting van de kazemattenstelling terug. Kapitein Boers, een achtervolging door de vijand vermoedend, liet achter het bataljon de versperring sluiten en de brug springen. De explosie tilde de draaibrug uit haar lagers, waarna het zware gevaarte op de brugpijlers viel zonder daadwerkelijk te breken. De explosie had wel een ander gevolg. Cor Dekker, één van de terugtrekkende soldaten, verklaarde later: „Toen we voor de brug op Kornwerderzand stonden, ging hij de lucht in. Ik zie de stukken nog steeds door de lucht vliegen net of ze nooit naar beneden komen en blijven hangen. Ik snap er geen barst van dat we niet getroffen werden. Iets verderop moesten we een bochtje maken en daar lag een militair dood.” Luitenant Willem IJzereef over die dag: „Ik herinner me nog goed dat ik een dode marinier heb zien liggen. Hij was in uniform gekleed en lag bij de brug, waarvan de spil was opgeblazen. Er was iets misgegaan, een scherf was er afgevlogen waardoor hij op zo’n 20 meter van de brug werd getroffen. Zijn taak daar was om met een roeibootje voedsel naar de kazematten te brengen en soms bij het sporten de voetbal uit het water te vissen.” De matroos die getroffen werd door de scherf was Hendricus Baars. Enkele weken daarvoor, op 23 april, was de zoon van Aart Baars en Hendrica van Belle 20 jaar geworden. Conservator van het kazematten-museum is Jacob Topper. Het verhaal van Baars is hem bekend. „Medio vorig jaar heb ik nog een veteraan gesproken die hem bij de opgeblazen brug heeft zien liggen, met ernstige verwondingen aan zijn hoofd.” Op basis van getuigenverklaringen wijst de conservator ook aan waar het lichaam zich bevond: „In 1940 lag alleen de zuidelijke brug er. De soldaten die zich terugtrokken moesten voor het water linksaf, om via de schutsluizen over te kunnen steken. Men zag hem vlak bij de brug liggen; hieruit concludeer ik dat Baars zuidelijk van de rijbaan en oostelijk van de brug moet hebben gelegen.” Vanaf de Waddenzee nam de kanonneerboot Johan Maurits van Nassau het Duitse aanvalsgeschut onder vuur. Kort daarop werd het schip door Duitse bommenwerpers bij Callantsoog tot zinken gebracht. Zeventien bemanningsleden verloren het leven. Uiteindelijk gaf Nederland zich over na het bombardement op Rotterdam. De soldaten die de stelling zo fier in stand hielden moesten zich overgeven. Met 300 man slaagden zij er in de eerste Duitse cavaleriedivisie tegen te houden, een zeldzame Duitse nederlaag tijdens de Blitzkrieg.
De geschiedenis wordt levend gehouden in het kazemattenmuseum Kornwerderzand, compleet met origineel ingerichte kazematten: www.kazemattenmuseum.nl
Bron: Blitzkrieg, halte Kornwerderzand’, door Hans en Auke Sprakel
Op het in 1998 onthulde Korendijkse herdenkingsmonument te Piershil staat de naam van Hendricus Baars.
Foto’s ‘Kornwerderzand’ – Lotte van Huffelen