In de chaos van mei 1940 (deel 2)
Bron: In de Hoeksche Waard Exclusief van 17 mei 2022 stond onderstaand artikel (PDF downloaden: HWE-hwmei1940-deel2)
Deel 2 – Numansdorp en Klaaswaal
Op 13 juni 1940 rapporteerde burgemeester (van Numansdorp en Klaaswaal) De Zeeuw desgevraagd over de oorlogsdagen. Net als zijn collega in Oud-Beijerland beschreef hij paniek en diverse misstanden. Zijn rapportage was niet even accuraat op ieder gebied, het leverde hem zelfs een schriftelijke draai om de oren op van een Generaal-Majoor.
Houding van Officieren tijdens de oorlogsdagen (door burgemeester J.G. de Zeeuw)
,,Te Numansdorp was op 10 mei 1940 de volgende bezetting aanwezig: 1. 150 man kustartillerie Fort Buitensluis, commandant Kapitein A.D. Vink 2. 200 man torpedisten en pontonniers op schepen in de Rijkshaven, commandant Kapitein A. den Engelsen 3. 260 man 26e afdeling Artillerie ondergebracht in het dorp, commandant kapitein D. van der Mark 4. 1200 man Infanterie en Artillerie ondergebracht in het dorp, commandant Majoor P.H. Oudt. Naast deze plusminus 1800 manschappen bevonden zich in Klaaswaal Infanterie en Artillerie tot een sterkte van 800 man. Vakcommandant in beide gemeente was de Res.Luitenant-Kolonel D. van der Zee, diens directe chef was Kolonel de Brauw.
Alle stellingen en versterkingen waren gebouwd en gericht op het Zuiden: het Hollandsch Diep. De vijandelijkheden verliepen echter geheel anders dan verwacht en kwamen vanuit het Noorden. Vanaf 10 mei werd de brug over de Oude Maas bezet door enkele Duitsers, zij vreesden te worden vernietigd door de sterke bezetting van de Hoeksche Waard. Ernstige en krachtige pogingen om de Barendrechtse Brug vrij te maken bleven evenwel uit. In de Hoeksche Waard is van 10-15 Mei geen strijd gevoerd, omdat er geen Duitsers geweest zijn. Alleen leden van het 34e Reg. Infanterie van Numansdorp zijn ter assistentie naar Dordrecht gegaan, waarbij officieren en manschappen zijn gesneuveld. Andere militairen hebben niet aan de strijd deelgenomen, behalve dan dat vanaf het Fort Numansdorp twee Duitse vliegtuigen omlaag zijn geschoten. Het valt zeer te betreuren, dat vele officieren zich gedurende de oorlogsdagen slap en angstig hebben gedragen. Uitzonderingen zijn de bezettingen 1,2 en 4 zoals hierboven genoemd. De officieren zijn met hun ondergeschikten trouw op hun post gebleven, ondanks het luchtgevaar. Vrijwel de gehele bezetting 3 heeft op 13 mei haar post verlaten en is teruggetrokken via Zuid-Beijerland en het veer Nieuw-Beijerland naar de Frederikskazerne in Den Haag. Van de bezetting Klaaswaal hebben 11 officieren hun post verlaten en zijn er 5 gebleven. In de nacht van zaterdag op zondag kwamen 50 officieren uit Oud-Beijerland inkwartiering vragen in Numansdorp; ze hebben geslapen op de vloer van het gemeentehuis. Voor Kolonel de Brauw wist ik een opklapbed te verkrijgen, hij maakte ernstige aanmerkingen op dit kwartier. Hun aanwezigheid met vele auto’s en wagens trok de aandacht van vijandelijke vliegers. Zondagmorgen rond 9 uur wierpen zij acht bommen af, waardoor 10 huizen werden vernield, 2 kinderen gedood en 8 personen gewond. Direct hierna is de gehele staf gevlucht naar Zuid-Beijerland, Piershil en Nieuw-Beijerland. Langs de Spuidijk aldaar ter hoogte van het veer stond een lange kolonne auto’s en wagens, ze werden als het ware gespaard door de vliegers. Toen Majoor Oudt zijn sterke afkeuring te kennen gaf over deze gevaarlijke situatie werd hij door Kolonel De Brauw tot de orde geroepen. Later weigerde De Brauw het oorlogsdagboek over de meidagen van Oudt goed te keuren. De commandant D. van der Zee was ingekwartierd bij Notaris Boer te Klaaswaal. Ten tijde van de oorlogsdagen klaagde hij over reumatische pijnen. Ondanks dat Officier van Gezondheid Van der Kroon hem genezen verklaard had, weigerde hij zich bij de troepen in Numansdorp te voegen. Op herhaaldelijk aandringen van de notaris vertrok hij toch en kwartierde zichzelf in tot 12 mei op een kwekersbedrijf in Numansdorp. Daarna vertrok hij met de staf naar Zuid-Beijerland. Later is vernomen dat kolonel De Brauw en Overste Van der Zee waren ‘teruggetrokken’ tot een hotel in Hellevoetsluis. Een en ander heeft tot gevolg gehad, dat bij soldaten en burgerij het respect voor de officieren weg is. Sommigen hadden hun kraag van de sterren ontdaan”
Een reprimande voor de burgemeester
De oorlogsrapportage leverde De Zeeuw een flinke reprimande op, gegeven op 22 januari 1942 (!) door Generaal-Majoor Carstens. ,,Zonder uw andere beweringen als juist te erkennen en zonder de inderdaad voorgekomen wangedragingen te willen goedpraten, is door U onrecht gedaan aan Commandant D. van der Zee. Daarnaast is het verlaten van de post van 13 officieren te Klaaswaal op bevel geschied, van het ongeoorloofd verlaten van de post was geen enkele sprake. Tenslotte zijn op de Barendrechte Brug door de Groep Kil op 10 en 11 mei aanvallen geopend, waarbij veel gewonden en zelfs gesneuvelden vielen te betreuren. Dat de aanvallen mislukten doet niets af aan de onjuistheid van uw mededeling. U heeft op grond van ongecontroleerde beweringen van derden ten onrechte een blaam geworpen op delen van de landmacht en officieren daarvan. Het daarbij begane onrecht is moeilijk weder goed te maken, daar uw brief al onder de ogen van velen is gekomen”. Het verweerschrift van Overste Van der Zee van 11 december 1941 liet aan duidelijkheid niets te wensen over. Al op 7 mei kreeg hij een aanval van reumatische pijnen, dokter Van der Kroon schreef hem absolute bedrust voor. Vanaf 10 mei verzocht hij de dokter herhaaldelijk om zijn functie weer op zich te nemen. De dokter verbood zelfs de gedwongen verhuizing naar Numansdorp, dit gebeurde echter op bevel. Bij Notaris Boer en zijn vrouw werd hij prima behandeld en is hij nooit weggestuurd. Na verdere orders kwam hij terecht in Nieuw-Beijerland en later Brielle, in Hellevoetsluis is hij nooit geweest. ,,Ik begrijp werkelijk niet dat een waarschijnlijke autoriteit dergelijke onwaarheden in een officieel rapport durft te vermelden”. Op 15 december 1941 wordt de lezing over de gezondheid van Van der Zee volledig bevestigd door dokter Van der Kroon uit Baarn. Hij heeft hem streng verboden zijn taken op te pakken, ondanks een herhaaldelijk verzoek daartoe. ,,Deze leugens stemmen mij bitter en vol vertrouwen leg ik de waarheid in uw handen. Ter ontlasting van burgemeester De Zeeuw is aan te voeren dat hij vermoedelijk op onvoorzichtige wijze is ingegaan op praatjes en vermoedens”.
Zie ook deel 1: In de chaos van mei 1940 (deel 1 – Oud-Beijerland)
Zie ook deel 3: In de chaos van mei 1940 (deel 3 – Piershil, Goudswaard en Nieuw-Beijerland)