Op 10 mei 1940 was ik bij mijn grootvader. Vanaf 1938 woonde deze op de Oudedijk. In de morgen van de tiende mei omstreeks 09.00 uur werd er een Duits vliegtuig neergeschoten. Het vliegtuig lag vanaf de Oudedijk ongeveer halverwege aan de rechterkant. Met mijn opa en Dhr. B. de Regt zijn wij er toen met de fiets naar toe gereden. De Duitsers probeerden met een pistool het vliegtuig in brand te schieten, maar dat lukt niet. Een van de moffen ging de cockpit in en kwam met een bos papieren naar buiten. Op de grond stak hij de papieren in brand, waarop mijn opa naar hem toeliep en met zijn klompen probeerde het vuur uit te trappen. De mof bedreigde hem dus dat ging niet door. U zult begrijpen dat ik als 13-jarige jongen zo’n toestel prachtig vond. Ik heb er dan ook verschillende keren in gezeten. Het praatje ging dat het vliegtuig door een Nederlands vliegtuig was neergeschoten. Uiteindelijk werd iedereen weggestuurd en voordat wij weer aan de Oudendijk waren, kwamen de Hollanders de Duitsers ophalen. Ze waren wel weggekropen onder aan de slootkant maar werden gevonden en afgevoerd.
Een gewone burger wist niet zoveel van de oorlog. Een goed voorbeeld hiervan is dat ik op een dag met mijn opa en zijn zwager aardappels aan het rooien was met de hand. Toen waren er nog geen draineerbuizen, maar greppels. Mijn opa had boven zo’n greppel een houten hok gezet voor als het regende. Bij een van de luchtgevechten vlogen de kogels ons om de oren. Toen het even stil was, liep mijn opa gauw naar buiten om wat aardappellof op het dak te leggen, denkende dat het de kogels zou tegenhouden. Rest mij nog te melden dat ik in 1943 of 1944 met 24 schoolkinderen aan de gebroken dijk aan het aardbeien plukken was. Bij een hevig luchtgevecht werd er een Engelse jager neergeschoten. Die viel ongeveer in de Eendrachtspolder. Daar ben ik toen naar toe gefietst. Het vliegtuig lag half over een sloot en ik zag daar een hoop darmen liggen en een arm waarvan de pink en drie vingers ontbraken. Bij de bevrijding was ik niet in de Hoeksche Waard vanwege het feit dat het hier onder water was gezet. Het mag duidelijk zijn dat er in de oorlog veel is gebeurd wat indruk op mij heeft gemaakt en wat ik nooit zal vergeten.
P. de Regt, ‘s-Gravendeel