Bastiaan van de Erve werd geboren op 13 mei 1874 te Zuid-Beijerland als zoon van Pieter van de Erve en Hendrika Molendijk. Hij trouwde op 6 oktober 1898 te Geervliet met Maartje Oosthoek (9 juli 1875, Geervliet). Het echtpaar kreeg een zoon en een dochter: Corstiaan Pieter van de Erve (2 januari 1899) en Hendrika Catharina Adriaantje van de Erve (2 september 1901). Hij staat vermeld op het Monument Burgerslachtoffers WO2 Korendijk
Zijn verjaardag werd zijn sterfdag
Op maandag 13 mei 1940, de vierde oorlogsdag voor Nederland, werd Bas van de Erve 66 jaar. Samen met zijn echtgenote Maartje woonde hij aan de Nieuwendijk te Gouds-waard. In de dagen daarvoor was er hard gevochten in Nederland, maar van de bedoelde overrompeling van het Nederlandse leger kwam weinig terecht. In het bijzijn van zijn zoon Cor, aanwezig vanwege de verjaardag van zijn vader, sprak Bas met zijn voorman Leen Beijer. Onderwerp van gesprek was het wieden van de erwten, waarvoor het eigenlijk hoog tijd was. Vanwege alle oorlogshandelingen waren werkzaamheden op het land gevaarlijk en niet toegestaan. Gezien de schijnbare rust op deze Tweede Pinksterdag wilde de voorman met de andere arbeiders weer aan de slag gaan en vroeg daarvoor toestemming aan zijn baas, Bas van de Erve. Die liet op zijn beurt weten later op de dag wel eens navraag te zullen gaan doen omtrent het geldende verbod.
Cor trof na zijn vertrek, om vijf uur, aan de Middelsluis te Numansdorp gevluchte soldaten aan. Door het verloop van de oorlog was er binnen de legereenheden in de Hoeksche Waard een chaotische situatie ontstaan. De spanningen bij de soldaten waren flink op-gelopen, vooral ook door het uitblijven van duidelijke orders. Toen Cor van de Erve een uur na zijn vertrek werd opgebeld door Janus Kruijthoff, de buurman van zijn vader, bleek dat de genoemde spanningen tot een drama aan de Nieuwendijk hadden geleid. Niet lang na het vertrek van zijn zoon Cor had Bas van de Erve zijn vrouw Maartje laten weten “nog even naar buiten te moeten”, zonder precies te zeggen waarom. Vanaf zijn boerderij Middenhoeve vertrok Van de Erve naar de kazemat die op zijn land stond, 180 meter verderop.
De kazemat was in 1939 door het Nederlandse leger gebouwd en maakte deel uit van het zuidfront van de Vesting Holland (één van de strategische kerngebieden voor de landsverdediging). Aangekomen bij de kazemat, ten westen van de boerderij Welgelegen van buurman Janus Kruijthoff, besloot Bas van de Erve de daar aangelegde houten brug over te steken. De kazemat bleek bemand door slechts één soldaat. Zijn kameraden, ondergebracht op de nabijgelegen boerderij van Cees Maris, waren in de voormiddag vanwege oorlogshandelingen weggeroepen. De soldaat stond vermoedelijk stijf van de zenuwen en was al helemaal doorgedraaid toen Bas van de Erve hem om tien voor zes naderde. De soldaat kwam achter de muur van de kazemat vandaan, richtte zijn geweer en schoot onmiddellijk op Bas van de Erve. Deze werd dodelijk in het hoofd getroffen en belandde in de slootkant tussen de brandnetels.
Buurman Janus Kruijthoff ging op het geluid af en kwam even later, samen met zijn zwager Leendert Gebuijs, oog in oog te staan met de verwarde soldaat. De mannen probeerden de soldaat op zijn gemak te stellen en vertelden hem dat ze zijn buren waren. Met de handen omhoog slaagden zij er in zich terug te trekken naar de boerderij. De deuren werden gesloten en de rolluiken naar beneden gedaan en dat bleek een verstandige keuze. Door de kieren van de rolluiken konden de bewoners de soldaat enkele malen voorbij zien sluipen, met zijn geweer in de aanslag. Uiteindelijk is de soldaat zelf vertrokken, in de richting van Zuid-Beijerland. De knecht Gerrit Verschoor is nog naar de commandopost gegaan om namens de familie verhaal te halen. Hij trof de commandant, die de mening was toegedaan dat de soldaat zijn plicht had gedaan.
Het lichaam van Bas van de Erve werd op een laddertje gelegd en zo naar de logeerka-mer van zijn eigen boerderij gebracht. Dokter Van Waasbergen uit Zuid-Beijerland kon buiten het verbinden van de wond weinig meer betekenen. Enkele dagen later is Bas van de Erve, vervoerd met de lijkkoets van Swank uit Oud-Beijerland, begraven te Goudswaard. De dienst werd verzorgd door ds. Jonkers.
De weduwe van Bas van de Erve, Maartje Oosthoek, is op de boerderij gebleven en heeft het bedrijf met behulp van diverse personen kunnen voortzetten. In 1944 werd ze geëvacueerd en kwam ze terecht op de Westdijk in Goidschalxoord. Na de oorlog keerde ze niet meer terug naar de Nieuwendijk. Vanaf dat moment werd de boerderij Middenhoeve overgenomen door haar kleinzoon, eveneens Bas van de Erve genaamd. De kazemat is blijven staan tot deze als gevolg van de watersnoodramp van 1953 verzakte. Met behulp van een drilboor is de kazemat kort daarna stukje voor stukje afgebroken.
Foto’s en afbeeldingen Bas van de Erve
Ansichtkaart Nieuwendijk, met op de voorgrond de boerderij van Bas van de Erve.
Dezelfde boerderij, begin jaren zeventig.
Nieuwendijk, Goudswaard. Bij de ‘driehoek’ links stond de kazemat, precies daar achter is de boerderij te zien van buurman Janus Kruijthoff.
Familiebericht.
De laatste rustplaats van Bas, begraafplaats Goudswaard.