13 mei 1940: Verslag Leutnant Grix (Barendrechtse brug)

Verslag van Leutnant Grix van de staf van de 1e Afdeling van het 33e Pantserregiment, gedateerd 20 mei 1940. Betreft de actie bij de Barendrechtse brug op 13 mei 1940.

Vertaling: Lkol E.H. Brongers

Op 13.5.1940 om 18.50 uur (=17.10 Ned.tijd) kreeg de Afdeling bevel om een tankpeloton te sturen ter ontlasting van delen van de luchtlandingsdivisie bij de brug. Sterke Nederlandse krachten probeerden over de Oude Maas door te stoten en een bruggenhoofd te vormen, om daarmee de verdedigers van Rotterdam vanuit het zuiden te hulp te komen.

Voor deze actie werd door Oberleutnant Felix het lichte tankpeloton van de staf bestemd. Om een sterkere vuurkracht te krijgen nam ik met mijn Panzer III tank de leiding. Het peloton bestond dus uit een Panzer III tank en vier Panzer II tanks.

Om 19.20 uur (=17.40 Ned.tijd) werd de commandopost van het bataljon achter de Maasdijk op noordoever bereikt. De toestand werd door de commandant als volgt beschreven: troepen van de Luchtlandingsdivisie hielden sinds drie dagen de noordoever bezet en verhinderden het opblazen van de 460 meter lange brug. Doorbraakpogingen van de tegenstander werden verscheidene malen afgeslagen; de laatste keer 2 uren geleden. Voor de nacht verwachtte men een sterkere aanval van de tegenstander.

Daar ondersteuning door onze tanks in de nacht niet mogelijk was, werd in de bespreking, waaraan ook Hauptmann Pfeffer deelnam, besloten de tanks onmiddellijk in te zetten voor een tegenaanval over de brug, met het doel om na de doorstoot de stellingen langs de oever op te rollen.

Door alle officieren van het bataljon werd mij verzekerd, dat de tegenstander noch artillerie, noch pantserafweergeschut bezat.

Twee tanks van het peloton stelden zich als vuurdekking op achter de dijk. Met de overige tanks reed ik achter de dijk tot aan de oprit naar de brug. Om 20.00 uur (=18.20 uur Ned.tijd) gaf ik over de radio bevel om met de hoogste snelheid en met het vuur uit alle wapens de brug te nemen. Voor de beide tanks als vuurdekking en voor de infanterie was het tegelijkertijd het teken om met alle wapens de tegenstander tot dekken te dwingen. Mijn tank had tweederde van de brug afgelegd, toen in front, op 150 meter voor mij, een stuk pantserafweergeschut begon te vuren. Het eerste schot doorboorde onmiddellijk de tank en verwondde door scherfwerking bestuurder en geschutlader. De korte afstand tot de tegenstander en de eigen ongunstige positie op de brug was voor mij aanleiding om over de radio bevel te geven, met de hoogste snelheid de tegenstander neer te slaan. Zijn stelling was zo gunstig, dat het vuur van onze wapens op het pantserafweergeschut zelf, zonder succes bleef. 15 meter achter de brug kreeg mijn tank de vierde treffer die de aandrijving verbrijzelde en de tank onbeweeglijk maakte. De gewonde geschutlader was niet meer in staat het wapen te bedienen en daar geschuttoren niet meer gedraaid kon worden, gaf ik bevel, het voertuig te verlaten.

Bij het uitstijgen zag ik dat de beide andere tanks, die mij met flinke snelheid gevolg waren, eveneens door pantserafweertreffers buiten gevecht waren gesteld. In die van Unteroffizier Tromm werd door een schot de 2cm munitie tot ontploffing gebracht, waardoor de radiotelefonist Detlefs door een kopschot onmiddellijk sneuvelde. Unteroffizier Tromm werd door brandwonden zo zwaar gewond, dat hij de tank niet meer verlaten kon. De overige bemanningen van de drie tanks zochten dekking bij rails op het brugdek. Bij het uitstijgen werden verscheidene mannen door mitrailleurschoten gewond. Tot aan het invallen van de duisternis: 23.00 uur werden wij en de tanks met artillerie, mortieren en mitrailleurs beschoten. Hierbij werd Feldwebel Peitsch vijfmaal gewond. Ondanks zijn verwondingen onderscheidde hij zich door voorbeeldig gedrag. Unteroffizier Tromm kon in de tank niet geholpen worden, daar de minste beweging op het brugdek onmiddellijk een woedend vuur van de tegenstander uitlokte. De voorste Nederlandse mitrailleurs lagen slechts op 30 meter van ons verwijderd. Men kom elk commando, elk opzetten van een nieuwe trommel en elk laden van de geweren precies horen! Om 22.00 uur begon de tank van Gefreiter Geoalik te branden. Afgeschoten rookgranaten van de eigen tanks op de noordelijke oever konden ons niet helpen. Om 23.00 uur besloot ik om met de bemanningen over de brug terug te gaan. In het licht van de brandende tanks slaagden wij er in om over de brug, de gewonden meetrekkend en op sokken voortkruipend, de eigen stelling te bereiken. Halverwege kwamen we Leutnant Neubeck en Feldwebel Blaich tegen, die te voet wilden vaststellen, aan wie van ons nog hulp kon worden gegeven. De gewonden werden met twee wagens direct naar de hoofdverbandplaats Barendrecht vervoerd en van daar naar het lazaret in Rotterdam verder gezonden.

Gewond werden, voor een deel zwaar: Feldwebel Peitsch, Unteroffizier Tromm (gesneuveld), Gefreiter Detlefs (onmiddellijk dood) en de Gefreiter Kraus, Kodke, Koalik, Igges, Müller en Erlmann.

Alle mannen van de drie tanks onderscheidden zich in het gevecht en in een hopeloze situatie door een voorbeeldige soldateske houding en nimmer falende moed. Ondanks het verlies van drie tanks moet de actie al een volledig succes worden beschouwd. Door de bataljonscommandant werd op de volgende dag bevestigd, dat de tegenstander de gehele stelling op de zuidoever van de Oude Maas had ontruimd en verscheidene kilometers was teruggetrokken. Op grond van hun voorbeeldige prestatie en houding verzoek ik Feldwebel Peitsch, Obergefreiter Igges en Gefreiter Kraus voor te dragen voor het IJzeren Kruis 2e klasse.

Zie ook: Toen de oorlog begon, deel 18 (Slag om de Barendrechtse brug)

Kompas – woensdag 14 mei 2014

kompas-14mei2014

Het verslag van Leutnant Grix

Met dank aan Hans Onderwater (Meer schetsen uit de nacht; Barendrecht 1935-1950).

rapport-grix-01 rapport-grix-02

Afbeelding ‘Situatieschets Sgt. Kerstens’

situatieschets-sgt- kerstens

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *