Bij de dodenherdenking op 4 mei memoreerde Cromstrijens burgemeester Kraaijeveld aan het noodlot dat op 12 mei 1940 twee gezinnen in de Numansdorpse Havenstraat trof. Door een gruwelijk samenspel van omstandigheden kwamen die dag de anderhalf jarige Jaapje van Nugteren en de iets oudere Bernardus Koch als gevolg van oorlogsgeweld om het leven. Over de dodelijke gebeurtenissen op 12 mei 1940 was tot voor kort niet meer bekend dan de burgemeester in zijn herdenkingstoespraak aanhaalde. De dagen na de herdenking bleke echter dat nog uit verschillende bronnen delen van de gebeurtenissen achterhaald konden worden. Een eerste reconstructie van de geschiedenis kon daardoor worden geschreven. Mevrouw Goudswaard-van Nugteren is de oudere zus van de omgekomen Jaapje en één van deze bronnen. Na zoveel jaar wil zij haar verhaal kwijt.
Door een afzwaaiende vliegtuigbom werd het huis van slager Van Nugteren geraakt en stortte het huis in. Het slagersgezin raakte onder het puin bedolven, evenals het bij hen logerende echtpaar Koch met hun bijna twee-jarige zoontje Bernhard. Tijdens de reddingswerkzaamheden bleek de kleine Bernhard al te zijn overleden. Aanvankelijk overleefde Jaapje van Nugteren de instorting wel. Een letterlijk noodlottige stap van een reddingswerker werd haar echter noodlottig, zo vertelt de inmiddels 66-jarige mevrouw Goudswaard-van Nugteren. Samen met haar ouders overleefde zij de catastrofe wel. “Het schippersgezin Koch kocht altijd iedere maand vlees in de slagerij van mijn vader. Toen de oorlog uitbrak, lag hun schip toevallig in de Rijkshaven. Mevrouw Koch was erg bezorgd dat hun schip aanvalsdoel zou worden van de binnenvallende Duitse legermacht. Mijn ouders hebben het echtpaar Koch toen aangeboden om samen met hun zoontje Bernhard de pinksterdagen bij ons door te brengen”. Naar de reden van het afwerpen van de vliegtuigbom kan vooralsnog alleen gegist worden. Veel rechtstreekse getuigen leven niet meer en overlevering is daarmee één van de belangrijkste kennisbronnen. Plaatselijk historicus O. ‘t Hooft spreekt in dat verband van de mogelijkheid dat er een Nederlandse militaire colonne op de vlakbij gelegen Voorstraat aanwezig was. Mevrouw Goudswaard-van Nugteren kan deze lezing echter niet bevestigen. “Zoals ik al zei, er is eigenlijk nooit over gesproken bij ons thuis. Wel weet ik dat Jaapje nog leefde nadat het huis was ingestort. Mijn moeder vertelde daarover wel dat zij haar kind nog een tijdje om hulp heeft horen roepen. Mama, mama, help!, dat is ze nooit meer vergeten. We waren allemaal in de woonkamer toen het huis instortte. Ik was naar de voeten van mijn moeder gekropen, maar lag helemaal bedolven. Mijn moeder was met haar hoofd boven het puin uitgebleven en kon de reddingswerkers zeggen waar ze heen moesten. Jaapje lag echter ook helemaal bedolven. Eén van de mensen die ons te hulp schoten, is met zijn voet op een deur gaan staan waar Jaapje net onder lag. De punt van de deur drukte haar hoofdje in, waarna ze alsnog overleed”. Mevrouw Goudswaard-van Nugteren zegt dat ze zich daardoor iedere keer weer zorgen maakt als ze op televisie beelden ziet van reddingsacties rondom ingestorte gebouwen. “Ik denk dat altijd weer als ik ze over de puinhopen zie lopen, mensen, pas toch op!”.
Tijdens de afgelopen dodenherdenking was mevrouw Goudswaard-van Nugteren samen met enkele andere familieleden bij het graf van hun overleden zusje om daar ter nagedachtenis bloemen te leggen. Bij die gelegenheid zei ze dat er in de afgelopen decennia weinig over de omstandigheden van de dood van Jaapje en Bernardus bekend is geworden. In een vraaggesprek naderhand legde ze uit waardoor deze onbekendheid kwam. “Mijn ouders hebben er nooit meer over gesproken. Mijn moeder was nog in verwachting toen het gebeurde en na ruim 7 maanden werd mijn broer geboren. Wellicht een teken waarop men in die tijd met rouw en verlies omging, was de uitspraak van een toenmalige dominee over haar verloren kindje, ‘ze was immers in blijde verwachting van nieuw leven’, zei hij”. In de daaropvolgende jaren werd het gezin verblijd met de geboorte van een nieuwe dochter. Het was in die tijd ook in deze streek nog een gebruik om de nieuwe baby dan de naam van een eerder overleden baby van hetzelfde geslacht te geven. Zo was bijvoorbeeld de schrijfster Annie M.G. Schmidt het tweede kind met deze naam. Zij werd vernoemd naar het meisje dat in Sint-Anthoniepolder door ziekte overleed, begin vorige eeuw ten tijde van het predikantschap van haar vader in het kerkje aan de Binnenmaas.
De leden van de familie Van Nugteren weten niet hoet het de schippersfamilie vergaan is. “Na de oorlog is op het dubbelgraf van de omgekomen kinderen een kleine grafsteen geplaatst, waarschijnlijk door de familie Koch. We hebben er nooit meer contact mee gehad, maar dat zouden we best nog willen”, aldus Mevrouw Goudswaard-van Nugteren. Navraag leerde de afgelopen dagen dat een dergelijke wens niet zonder resultaat hoeft te blijven. Er bestaat een kadaster van schepen, Koch is nog steeds een veel voorkomende schippersnaam. Zo woont er een Koch-nazate in Ridderkerk en in haar familie komt de naam Bernardus nog steeds voor. Dat kan op zich een aanwijzing voor verwantschap zijn, maar of zij familie van de Bernardus Koch is, is nog niet duidelijk. Wellicht laat zich na ruim 64 jaar de geschiedenis dus alsnog stukje bij beetje reconstrueren.