1995 – Bevrijder bezoekt Goudswaard en Piershil

„De blijdschap straalde van hun gezichten af,” zegt de Canadees John Cannon in het Engels. Even is het stil. Dan zegt hij met kracht en uit de grond van zijn hart:,,Dat vergeet je nooit meer.” De gebeurtenissen in de meidagen van 945 zijn in zijn geheugen gegrift. Als hij zijn herinneringen aan de bevrijding van ‘s-Gravendeel, Nieuw-Beijerland, Piershil en Goudswaard vertelt, lijkt het alsof het allemaal pas vorige week heeft plaatsgevonden. Krachtige gebaren ondersteunen het verhaal, als taal niet voldoende blijkt de indrukken van toen te verwoorden. John Cannon heeft afgelopen vrijdag een bezoek gebracht aan de Hoekschewaardse dorpen die hij aan het einde van de oorlog is binnengetrokken. Hij maakte in die hectische dagen als 20-jarige soldaat deel uit van de Eerste Canadese Divisie. Als verbindingsman voerde hij zijn werk uit voor de Thirth Field-Artillerie. In die functie verzorgde hij de communicatie tussen de verschillende eenheden. „Zo gaf ik bij voorbeeld de opdracht cease-fire, staakt-het-vuren, door aan de eenheden.” Vanuit Italië was hij in april 1945 met de ‘First Division’ naar Nederland gekomen. „Onze opdracht was om met 700 man 10.000 Duitse soldaten te demobiliseren. Al hun wapens moesten naar Den Helder worden gebracht. De soldaten bestonden uit oude mannen en uit jongeren van de ‘Hitlerjugend’. They’re cocky,” vertelt John Cannon. Vanaf 1943 diende hij het Canadese leger. De oorlog maakte een einde aan zijn schooltijd. Al snel vertrok hij naar Italië om vervolgens met ‘the army of occupation’ in Nederland terecht te komen. Belangrijk voor de Canadees is de datum van 10 mei 1945. Vanuit ‘s-Gravendeel vertrok hij met een aantal anderen Canadese militairen in een tank naar Nieuw Beijerland, Goudswaard en Piershil. „Wat je dan als 20-jarige soldaat meemaakt, is onvoorstelbaar. De inwoners kijken eerst en denken aanvankelijk dat ze Duitse soldaten zien. Plotseling zien ze dat ze te maken hebben met Canadezen. Dan gebeuren er gekke dingen. Mensen springen op, ramen gaan open. Iedereen kijkt: Geweldig. Maar wat denk je, als je vijf jaar in onderdrukking hebt geleefd? De blijdschap straalde van hun gezichten af.” De taak van John Cannon was om in de Goudswaardse school, die in 1989 is afgebroken, een onderzoek in te stellen naar zo’n vijftig collaborateurs, die daar waren opgesloten. „Dan loop je daar als soldaat over dat plein…”, zegt John Cannon, terwijl hij opspringt van zijn stoel en in fier marstempo een rondje loopt. „En iedereen kijken: Dat zijn..nou de bevrijders.” Ondanks het schrijnende tekort aan levensmiddelen, kreeg John Cannon in Piershil grote pullen bier van de bevolking. Van een bakker uit Oud-Beijerland kreeg hij een afgescheurd vloeipapiertje. „Omdat ik je geen brood kan geven, krijg je dit papiertje omdat daar brood in zit,” zei bakker Uit den Boogaard tegen de jonge Canadese bevrijder, die momenteel in British-Colombia woont. Na vijftig jaar bewaart Cannon dit papiertje als een kostbaar kleinood. Deze dagen brengt John Cannon ook een bezoek aan de dochter van de bakker. Na de bevrijding van de dorpen moest de Canadees al snel vertrekken naar Willemshaven. Na de oorlog is hij daar ook nooit meer teruggeweest. Nu geniet John Cannon met volle teugen van zijn bezoek aan Nederland. Alle goede herinneringen komen weer boven. De slechte wil hij vergeten. „Ik heb veel Duitse vrienden. Het waren de nazi’s die de oorlog voerden.” Van zijn beslissing om mee te vechten voor de vrijheid heeft hij nooit spijt gehad. „Natuurlijk wist ik wat me te wachten kon staan tijdens de oorlog. Je stelt je leven in de waagschaal. Dat stond wel in de kranten. Dat weerhield ons er niet van om ons werk te doen. Als ik in dezelfde omstandigheden zou komen te verkeren, zou ik weer hetzelfde doen,” zegt John ‘Cannon beslist. „Als ik nu zie wat Nederland in de afgelopen vijftig jaar heeft opgebouwd, heb ik nog geen moment spijt gehad van wat ik toen heb gedaan.” Momenteel maakt John Cannon deel uit van de 17.000 Canadezen die momenteel in Nederland verblijven om de herdenking van de bevrijding mee te maken. Zijn waardering voor Nederland steekt hij niet onder stoelen of banken. In weerwil van anderen meningen, vindt hij dat Nederlanders zich moedig hebben gedragen in de oorlog. „In Canada hebben wij achting voor Nederlanders. Wij vinden dat zij hard gevochten hebben in de oorlog. Wat mensen in het verzet hebben gedaan, is gevaarlijker dan het werk van een soldaat. Als verzetsman weet je niet wie te vertrouwen is.”

Knipsel ‘Bevrijder bezoekt na vijftig jaar Goudswaard en Piershil’ – RD Hoeksche Waard 3 mei 1995 

bevrijder-bezoekt-goudswaardenpiershil-3mei1995-01 bevrijder-bezoekt-goudswaardenpiershil-3mei1995-02 bevrijder-bezoekt-goudswaardenpiershil-3mei1995-03 bevrijder-bezoekt-goudswaardenpiershil-3mei1995-04

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *